Sonnet 144
Eén lief brengt mij tot wanhoop, één geeft moed,
En als twee geesten geven ze me raad:
De ene is een engel, blond en goed,
De ander is een vrouw, zwart als het kwaad.
Om mij te laten branden in haar hel
Lokt zij, die feeks, mijn engel van mijn zij,
Beduvelt hem met haar verleidingsspel
En strikt zijn onschuld met haar vleierij.
Of zij nu al haar duivelsplan beraamt,
Dat weet ik niet, al denk ik soms van wel;
Beiden zijn ver van mij, en beiden saam;
Ik vrees: mijn engel warmt zich in haar hel.
Maar het zal blijven spoken in mijn hoofd,
Totdat zijn vuur door haar vuur is gedoofd.
Sonnet 144
Two loves I have of comfort and despair,
Which like two spirits do suggest me still:
The better angel is a man right fair,
The worser spirit a woman coloured ill.
To win me soon to hell, my female evil,
Tempteth my better angel from my side,
And would corrupt my saint to be a devil,
Wooing his purity with her foul pride.
And whether that my angel be turned fiend,
Suspect I may, yet not directly tell;
But being both from me, both to each friend,
I guess one angel in another's hell:
Yet this shall I ne'er know, but live in doubt,
Till my bad angel fire my good one out.
Naar aanleiding van dit sonnet schreef ik ooit een liedje voor het Kinderkoor Prettig Weekend.
Shakespeare voor kinderen dus, in een vrije vertaling:
SPOKEN
Als ik in bed lig zie ik vaak twee spoken op ´t behang
Het ene vind ik lief en het ander maakt me bang (2x)
Het lieve spook is lief omdat hij mij nooit plaagt
En ook omdat hij van die mooie witte gympen draagt (2x)
Het enge spook is eng omdat zij mij wil pakken
En altijd zwarte schoenen draagt met hele hoge hakken (2x)
Hu hu
Het enge spook is een gevaar voor alle lieve spoken
Ze stopt ze in een grote pan en gaat er soep van koken (2x)
Maar ´s morgens vroeg zijn allebei de spoken weer verdwenen
Dan loop ik naar de keuken, heel langzaam op mijn tenen (2x)
En op het gasfornuis is het een hele grote troep
En ruik ik duidelijk de geur van lieve-spokensoep (2x)
Hu hu
Waar zijn ze nou gebleven, ik zou het echt niet weten
Maar ergens zit dat enge spook natuurlijk soep te eten (2x)
Het blijft daarna de hele dag nog spoken in mijn hoofd
Maar ´t allerergste is dat niemand mij gelooft (3x)
(c) Arie van der Krogt