Tranen over Rahoon
Zacht op Rahoon valt regen, regenvlagen,
Mijn donkere lief is daar.
Droef stelt zijn stem mij vragen, droeve vragen,
Grijs klimt de maan.
Liefste, hoor
Hoe zacht, hoe droevig weerklinken zijn vragen,
Steeds zonder antwoord, en de regenvlagen
Gaan maar door.
Straks wacht ons hart, lief, hetzelfde lot
Als zijn bedroefd hart,
Onder maangrijze netels, zwarte rot
En regenval
She Weeps over Rahoon
Rain on Rahoon falls softly, softly falling,
Where my dark lover lies.
Sad is his voice that calls me, sadly calling,
At grey moonrise.
Love, hear thou
How soft, how sad his voice is ever calling,
Ever unanswered, and the dark rain falling,
Then as now.
Dark too our hearts, O love, shall lie and cold
As his sad heart has lain
Under the moongrey nettles, the black mould
And muttering rain.