De dood zal nooit overwinnen.
De doden zijn naakt en worden weer één
Met de man in de wind en de halve maan;
Als hun botten zijn schoongepikt, schoon en vergaan,
Verdwijnt hun sterrenkleed niet.
Al worden ze dwaas, ze blijven toch wijs,
Al zinken ze weg in de zee, ze staan op,
Al sterven geliefden, de liefde blijft;
De dood zal nooit overwinnen.
De dood zal nooit overwinnen.
Diep onder stromingen van de zee
Liggen de doden, ze teren niet weg;
Op de pijnbank gelegd en steeds verder gerekt,
Scheuren hun pezen niet af;
Vertrouwen breekt in hun handen in twee,
Het kwaad van de eenhoorn raast door hen heen;
Alles zal splijten, maar breken, nee!
De dood zal nooit overwinnen.
De dood zal nooit overwinnen.
Al horen de doden geen meeuwengekrijs
Of het brekend geraas van de branding;
Zij blijven fier, waar geen enkele bloem
Nog stand houdt in striemende regen;
Al zijn ze dwaas en zo dood als een pier,
Hun hoofden beuken het bloemenveld door;
Ze kraken de zon tot de zon bezwijkt,
De dood zal nooit overwinnen.
And death shall have no dominion.
Dead man naked they shall be one
With the man in the wind and the west moon;
When their bones are picked clean and the clean bones gone,
They shall have stars at elbow and foot;
Though they go mad they shall be sane,
Though they sink through the sea they shall rise again;
Though lovers be lost love shall not;
And death shall have no dominion.
And death shall have no dominion.
Under the windings of the sea
They lying long shall not die windily;
Twisting on racks when sinews give way,
Strapped to a wheel, yet they shall not break;
Faith in their hands shall snap in two,
And the unicorn evils run them through;
Split all ends up they shan't crack;
And death shall have no dominion.
And death shall have no dominion.
No more may gulls cry at their ears
Or waves break loud on the seashores;
Where blew a flower may a flower no more
Lift its head to the blows of the rain;
Though they be mad and dead as nails,
Heads of the characters hammer through daisies;
Break in the sun till the sun breaks down,
And death shall have no dominion.
(1933)