Ons spel is nu ten einde. De acteurs,
Ik zei het u al eerder, zijn maar geesten,
Zij gaan nu op in lucht, in ijle lucht:
Het waanbeeld gaat ten onder net zoals
De hoge torens en de pronkpaleizen,
De eretempels, ja de hele aardbol
Met alles wat daarop aan leven is.
Als deze loze luchtbel uit elkaar spat,
Blijft er niets over. Want wij zijn van stof
Waar dromen van gemaakt zijn; en ons leven
Begint en eindigt met een diepe slaap.