Claytonia perfoliata / Winterpostelein
Welke plant groeit zo gemakkelijk en voorziet ons juist in de winter van zacht, smakelijk groen. Het antwoord is winterpostelein. In de duinen verwildert hij zelfs onder duindoorn en rozenbottelstruiken. Maar ook in de schaduw aan de rand van bossen voelt hij zich volledig thuis en voorziet ons op die manier van wild, avontuurlijk eetgroen. Wij eten het vooral in witloofsla, maar in soep of aardappelpuree is het ook op zijn plaats.
Alhoewel postelein en winterpostelein 2 verschillende plantjes zijn, passen ze toch goed bij mekaar. Het zijn twee eetbare wilde planten die door hun verschillende groeiperiodes elkaar uitstekend aanvullen. Zo is de winterpostelein een uitmuntende groente voor de herfst en een gedeelte van de winter, terwijl men de postelein reeds vanaf het voorjaar plukt.
Verwarring is er wel met de gewone postelein (Portulaca oleracea), ze zijn allebei eetbaar alleen is het niet duidelijk of winterpostelein ook omega 3 vetzuren bevat, die bij de gewone postelein wel veel aanwezig is. In elk geval vind ik geen analyse van de winterpostelein waaruit zou blijken dat er vetzuren in zitten. Lees ook
http://huis-en-tuin.infonu.nl/tuin/44645-postelein-en-winterpostelein.html
Claytonia sibirica, Montia sibirica / roze winterpostelein is een kruidachtige plant uit de familie Montiaceae. Vroeger was de soort opgenomen in de posteleinfamilie (Portulacaceae). De plant is volgens Heukels' Flora van Nederland eenjarig, andere bronnen geven ook wel tweejarig op.
De botanische naam vindt men terug in de Franse naam 'Claytonie sibérienne', de Duitse naam 'Sibirisches Quellenkraut' en de Engelse naam 'Siberian springbeauty'. Een synoniem is Montia sibirica.
De plant wordt een 15-40 cm hoog. De plant is winterhard tot zone 3. De tegenoverstaande bladeren zijn niet vergroeid zoals bij de witte winterpostelein (Claytonia perfoliata).
Miner's Lettuce
A variety of species in the genus Claytonia produce succulent, edible leaves. Around Portland, C. sibirica and C. perfoliata are most common. Both of these species have been placed in the genus Montia as well as Claytonia, but the latter seems to be the officially correct classification as of this writing. These species produce a whorl of basal leaves on long petioles (stalks). The basal leaves are usually lanceolate or deltoid. The inflorescences arise on stems. In C. sibirica the stem leaves are opposite and separate from each other. In C. perfoliata, the stem leaves are joined (connate) around the stem so that each pair of leaves looks like one leaf with the stem sticking up through the middle. The flowers of both species are white to pink with notched petals. Those of C. perfoliata are small, in a crowded inflorescence that may appear to be sessile on top of the uppermost stem leaf. C. sibirica has larger flowers in a loose inflorescence. C. sibirica is sometimes called "candy flower". The flowers of both species have five petals and two sepals, characteristic of the family Portulacaceae.
James Duke info
The stem leaves of both species are edible and a good trail nibble, but the young basal leaves are the best part of the plant. The plants are easiest to identify when in bloom, but by this time the basal leaves are usually old and tough. Once you have seen them in flower, you should be able to identify the young plants to genus.
These species prefer moist, semi-disturbed areas along trails and stream banks. They often grow in large groups, facilitating harvest. One should pick only a few leaves from each plant, leaving the rest to go about photosynthesis and provide food for the slugs and bugs.
Miner's lettuce can be eaten raw or boiled. Raw, it has a mild taste like leaf lettuce. Boiled, it is similar to Swiss Chard. The leaves are delicate, so don't overcook! It takes about 200 mid-size leaves to provide a nice single serving, but since these species are so abundant this quantity can be quickly collected. Miner's lettuce can be used in a salad along with tomatoes and other herbs. When boiled, it is best when seasoned or topped with butter. I like to sprinkle fresh, chopped wild ginger (Asarum caudatum) rhizome over the cooked greens. Miner's lettuce is supposedly a good source of Vitamin C.
http://www.tulipsinthewoods.com/wild-plants/claytonia-perfoliata/
http://www.fs.fed.us/database/feis/plants/forb/claper/all.html#37
Schelstraete, Marc; Kennedy, Barbara M. 1980. Composition of miner's lettuce (Montia perfoliata). Journal of the American Dietetic Association. 77(1): 21-25.
Salade van winterpostelein met gebakken paddenstoelen en kruidige crème fraîche
Winterpostelein is een fantastische groente. Niet alleen smaakt het geweldig in een stampotje maar ook als salade doet ‘ie het perfect! Chef-kok Lisette Bossert is fan van winterpostelein. Zij boft want bij haar groeien de malse stengeltjes spontaan in de tuin. Gelukkig is winterpostelein ook te verkrijgen bij natuurvoedingswinkels en biologische markten. Dit biobudgetrecept is één van de favoriete van Lisette Bossert. Met een goed stuk brood is dit een heerlijk lunchgerecht, met een een schaal gebakken aardappelen of een pasta met een beetje pittige tomatensaus, een super hoofdgerecht!
Winterpostelein is doorgaans goed verkrijgbaar van eind november tot eind april.
150 gram winterpostelein, goed gewassen en gedroogd in een slacentrifuge of theedoek
150 gram kastanjechampignons
150 gram oesterzwammen
1 teen knoflook
3 el olijfolie
4 el crème fraîche of zure room of dikke volle yoghurt
4 takjes peterselie
2 takjes verse tijm, of munt of oregano of een mix van deze kruiden
peper en zout
snuf paprikapoeder
Bereidingstijd: ca 20 minuutjes
Kruid de crème fraîche: Hak de peterselie fijn en ris de blaadjes van de takjes tijm. Meng die door de crème fraîche en voeg peper, zout en paprikapoeder naar smaak toe
Snij de champignons in dikke plakken en scheur de oesterzwammen in repen. Verhit olijfolie in een pan. Voeg de paddenstoelen toe en bak ze even op hoog vuur aan. Zet dan het vuur middelhoog en roer af en toe. Op een zeker moment verliezen de paddenstoelen hun vocht, laat dat verdampen en laat ze verder bakken tot ze iets bruin worden. Voeg het in dunne plakjes gesneden teentje knoflook toe en bak deze even snel mee, zorg dat ze niet bruin worden, dan wordt de knoflook bitter van smaak.
Leg de postelein luchtig op een mooi bord, schep de paddenstoelen erop en verdeel de kruidige crème fraîche over de paddenstoelen.