Honing / Honey

Definitie volgens warenwet van honing

In dit besluit wordt verstaan onder honing: de natuurlijke zoete stof, bereid uit bloemennectar of uit afscheidingsproducten van levende plantendelen of uitscheidingsproducten van plantensapzuigende insecten op de levende plantendelen, welke grondstoffen door de bijensoort Apis mellifera worden vergaard, verwerkt door vermenging met eigen specifieke stoffen, gedehydreerd, en in de honingraten opgeslagen en achtergelaten om te rijpen.

http://wetten.overheid.nl/BWBR0015923/geldigheidsdatum_11-11-2009

http://www.konvib.be/artikels-artikels/artikels-producten/artikels-producten-honing/1624-etikettering-van-honing-47664.html


Honing op de wonde

door Peter DE JAEGER Uit het EOS magazine nr.6 juni 2007 

BACTERIEDODER

De helende werking van honing is wereldwijd en al eeuwenlang bekend. Het woord medicijn is zelfs afgeleid van de honingdrank mede.

Egyptische papyrusdocumenten vermelden honingrecepten voor steekwonden, etterende wonden en amputaties. In de Eerste Wereldoorlog werden soldaten met open wonden behandeld met honing. De laatste jaren is er hernieuwde belangstelling voor honing als geneesmiddel.

Zo blijkt uit Brits onderzoek dat een stinkende wond schoon wordt na enkele dagen behandelen met onverdunde honing. Alle ziekteverwekkende bacteriën verdwenen als sneeuw voor de zon. In de universiteitskliniek van het Franse Limoges zijn ruim honderd patiënten met slecht helende wonden behandeld met honing. Het bijenproduct gaf snellere en betere

resultaten dan farmaceutische middelen. Extra pluspunt is dat de kosten van honingtherapie maar een fractie bedragen van die van de gangbare medicijnen.

Een van de werkzame honingbestanddelen die bacteriën doden, is waterstofperoxide.Die verbinding ontstaat onder invloed van het enzym glucose - oxidase dat in aanwezigheid van suiker en een beetje water (wondvocht) glucose omzet in waterstofperoxide en gluconzuur. Het enzym word in de wond actief en zorgt voor een zuur milieu waarin waterstofperoxide optimaal zijn werk doet.

Echter, uit onderzoek va de befaamde honingexpert Peter Molan uit Nieuw-Zeeland blijkt nog een andere factor mee te spelen. Dat ontdekte hij bij honing van de manukaplant ofwel rode theeboom. Bij uitschakeling van waterstofperoxide, door toevoeging van het enzym catalase, blijft de antibacteriële werking van deze honing overeind, zelfs na verhitting. Het verantwoordelijke stofje is nog steeds niet gevonden. 'We doen er onderzoek naar, samen met het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam, want we willen weten wat die factor is', zegt Creemers.

Honing heeft een heel complexe samenstelling en bevat behalve zeven Eiwitten nog honderden andere verbindingen, zoals mineralen, fenolen en flavonoïden, die nog lang niet allemaal bekend zijn. De stoffen komen niet alleen via de bloemennectar in de honing terecht, maar ook via stuifmeel en propolis. 'Propolis is een klein stofje dat bijen verzamelen, bijvoorbeeld van berkenknoppen, om kiertjes in de bijenkast mee dicht te kitten. Die stof kan terechtkomen in de raten waarin ze honing maken en dus in de honing zelf.'

EIWITGEHALTE OPDRIJVEN

Bfactory is voortgekomen uit onderzoek naar de productie van medicinale eiwitten door bijen. Eind jaren negentig deed Plant Research International, onderdeel van Wageningen Universiteit, een proef in de botanische tuin met de struik Enkianthus campanulatus. Deze struik maakt van nature veel enzymen om zich te beschermen tegen bacteriën en schimmels.

Uit het experiment bleek dat het natuurlijke eiwit uiteindelijk ook in zuivere vorm terechtkomt in de honing. Hiermee was de basis gelegd voor de winning van kostbare eiwitten uit honing.

Een stap verder was het laten produceren door de bijen van een eiwit dat in de plant is gezet. Dat is voor het eerst gelukt in Petunia. Maar door de lange, smalle bloembladeren is deze sierplant niet geschikt voor bijenbezoek. Daarom werd overgestapt op anjers. Getracht is om een ingebouwd vaccin te laten maken door deze snijbloem. Dat was een eiwit tegen het parvovirus, dat ernstige diarree veroorzaakt bij hondenpuppies. 'Het gen sloeg aan, maar de eiwitconcentratie in de honing was erg laag. Te laag voor een commercieel interessante productie. Opschaling was hard nodig, maar toen de universiteit haar handen  terugtrok, is het project gestopt en hebben we ons toegelegd op pure honing met een zo hoog mogelijk enzymgehalte.' 'Het gaat met name om enzymen als oxidases, invertases en amyiases.

Door een juiste combinatie van planten die de bijen bezoeken, kunnen we een extreem hoog eiwitgehalte realiseren. Tien tot twintig keer zo hoog als wat in gewone honing zit die je in de winkel koopt.' De medicinale honing is vooral getest op de huid. Brandwonden genezen sneller door er honing op te smeren. Met gangbare zalf behandelde wonden zijn gemiddeld na vijf weken dicht, met honing is dat al binnen twee weken het geval. Zo blijkt uit een studie van het Brandwondencentrum in Beverwijk bij varkens. In India is de werking van honing vergeleken met zilversulfadiazine, het meest gebruikte middel

Brandwonden genezen sneller door er honing op te smeren voor brandwondgenezing. Na zeven dagen bleek de infectie gestopt bij slechts zeven procent van de patiënten die met het gangbare middel waren behandeld, tegen 91 procent van hen die honing kregen opgesmeerd. Ook in China zijn in de jaren negentig spectaculaire resultaten gehaald.

Honing gemengd met olie en geneeskrachtige kruiden werd getest bij liefst 50.000 Chinezen met ernstige brandwonden. Geen infecties, eenvoudige en goedkope behandeling en een soepele huid waren de spectaculaire uitkomsten.

WONDE(R)MIDDEL

'Brandwonden spreken het meest tot de verbeelding, maar geneesmiddelen voor brandwonden zijn maar een kleine afzetmarkt', zegt Creemers. 'De toepassing van onze producten ligt toch vooral bij patiënten met chronische wonden, zoals diabetische voet, doorligwonden en open benen.' In 2004 kwam het bedrijfje, met vier man personeel, met zijn eerste product op markt: Revamil, een wondgel. Vorig jaar daaraan toegevoegd: Dermasilk, een hypoallergene crème voor de behandeling van eczeem en kleine huidwondjes door krabben (in België op de markt gebracht door Eureka Pharma in Wielsbeke), Honeyfeel, een cosmetisch product op basis in honing voor de droge en geïrriteerde huid en Revamil fem, een gei voor de behandeling van vaginale klachten. Alle middelen bestaan uit honing plus specifieke verbindingen. De combinaties zijn vooraf uitvoerig getest op vrijwilligers en via onderzoek in ziekenhuizen. Revamil fem is, anders dan de overige producten, honderd procent honing. De honing herstelt het zure milieu in de vagina. Creemers: 'Bij vrouwen die last hebben van schimmel en bacteriële infecties is de zuurgraad verstoord door hormonale schommelingen.

Bij een basisch milieu leggen de lactobacillen het loodje en geef je schimmels en gisten een kans. De honingzalf herstelt het zure milieu, waardoor de lactobacillen terugkomen en schadelijke bacteriën worden gedood.'

Het nieuwste product is Vetramil, een wondzalf met honing voor dieren. Ze kan worden gebruikt voor honden met infecties tussen de tenen, bij vogels met kale plekken of bij konijnen waar een abces is weggesneden.

Ook wordt het gebruikt bij koeien met uierontsteking. 'Nu worden die vaak met antibiotica behandelt,' aldus de entomoloog, 'maar residuen hiervan komen terecht in de melk. Honing heeft dat probleem niet.

'Nu wordt gewerkt aan een spray om het middel makkelijker op de uiers aan te kunnen brengen. Bfactory heeft recent aangetoond dat de door haar ontwikkelde honingzalf Revamil de hardnekkige ziekenhuisbacterie MRSA bestrijdt.

Deze bacteriën blijken niet in staat resistentie te ontwikkelen tegen honing.

Creemers: 'Dat is zeer gunstig, omdat een groot deel van de stafylokokken steeds minder gevoelig wordt voor antibiotica. In Nederland en België is dat nog maar enkele procenten, maar in andere landen is dat vaak al meer dan de helft.' De imkers var Wageningen willen de vleugels uitslaan. Nieuwe producten op de markt brenger (onder meer tegen koortslip en huidschimmels) en de markt verder uitbreiden, ook in het buitenland. 


Honey / Honing monograph

Botany

Honey is a bee-concentrated and processed product of nectar from the flowers of numerous plants. This saccharine secretion is deposited in honeycombs by bees ( Apis mellifera L., Fam. Apidae ). The most desired and flavorful honeys come from the nectar of such flowers as the white clover blossom, raspberry blossom, and basswood flower. 2 Purified honey is prepared by melting honey at a moderate temperature, skimming off any impurities, and diluting with water to a density of 1.35 to 1.36 g/mL at 20°C.

History

The honey used for flavoring medicinals was first known historically as a flavored sweetening agent and was once the official honey of the National Formulary. Its use dates back to ancient times, with Egyptian medical texts (c. between 2600 and 2200 BC) mentioning honey in at least 900 remedies. 3 Almost all early cultures universally hailed honey for its sweetening and nutritional qualities, as well as its topical healing properties for sores, wounds, and skin ulcers. During wartime it was used on wounds as an antiseptic by the ancient Egyptians, Asyrians, Greeks, Romans, Chinese, and even by the Germans as late as World War I.

The 1811 edition of The Edinburgh New Dispensatory states, “From the earliest ages, honey has been employed as a medicine . . . it forms an excellent gargle and facilitates the expectoration of viscid phlegm; and is sometimes employed as an emollient application to abscesses, and as a detergent to ulcers.” 3 It has consistently appeared in modern use for the same purposes by the laity and medical profession. Today, bees are commonly kept in Europe, the Americas, Africa, and Asia; at least 300,000 tons of honey are produced annually. Honey is used directly as a sweetener or fermented into a sweet-tasting mead, cyser, or metheglin. 4

Chemistry

Bees and other insects extract a thin, aqueous fluid (nectar) from the nectaries of various flowers. The composition of the nectar varies, but certain flowers offer distinct flavors to the different honeys. Some honeys can be poisonous if the nectar is obtained from poisonous plants (eg, mountain laurel, jimson weed, azalea, rhododendron 5 ). When taken in by the bee, the nectar is modified by the secretions from glands in the head and thorax so that levulose, dextrose, and sucrose are formed. The color of honey varies. Honey is a thick, syrup-like liquid ranging in color from light yellow to golden brown. It is translucent when fresh, but darkens to opacity when old and can become granular through the crystallization of dextrose. Generally, honey has a characteristic odor and a sweet, faintly acrid taste. Honey is naturally mildly acidic. While honey varies in composition, its principle constituents are a mixture of dextrose and levulose in almost equal amounts ranging from 65% to 80% of one or the other. Sucrose ranges from 0.5% to up to 8%; dextrin from 1% to up to 10%. 2

There have been numerous reports on an antimicrobial honey distillate fraction and related antifungal compounds. 6 , 7 , 8 , 9 These studies have shown that the activity is not simply due to the high sugar content. Thus far, the active antimicrobial principles have not been fully identified.

Honey Uses and Pharmacology

Today, as in earlier times, honey is used as an ingredient in various cough preparations. It is also used to induce sleep, cure diarrhea, and treat asthma. 3

Wound healing effects

Animal data

Research reveals no animal data regarding the use of honey in wound healing.

Clinical data

A review of literature from 1984 to March 2001 found at least 25 scientific articles verifying honey's wound and topical ulcer healing powers. A representative sample of these include articles on honey for wounds, ulcers, and skin graft preservation; 10 an analysis of 40 cases where honey was used on wounds and showed a positive (88% healing) effect; 11 honey and its healing properties for leg ulcers; 12 the successful use of honey for superficial wounds and ulcers; 13 honey as a wound-healing agent with antibacterial activity; 14 and the use of honey in wound management. 15

Antibacterial effects

Potent antibacterial peptides (apidaecins and abaecin) have been isolated and characterized in the honeybee ( Apis mellifera ) itself, 16 , 17 and a new potent antibacterial protein named royalisin has been found in the royal jelly of the honeybee. 18

The antibacterial activity in diluted honey with the right pH (range 3.2 to 5) is attributed to hydrogen peroxide (H 2 O 2 ), an enzymatic byproduct of the formation of gluconic acid from glucose. However, most of the antibacterial activities of honey are lost after heating or prolonged exposure to sunlight. 19 , 20 Honeydew honey from the conifer forests of the mountainous regions of central Europe and honey from manuka ( Leptospermum scoparium ) in New Zealand have been found to have high antibacterial activity.

Animal data

Manuka honey has a high level of activity against a variety of bacteria including Staphylococcus aureus and epidermis , Streptococcus pyogenes , and Enterobacteriaceae. 21 , 22 , 23 , 24 Active manuka honey (and its Australian equivalent) is the only honey commercially available that is tested for its antibacterial activity. It contains an additional antibacterial component found only in honey produced from Leptospermum plants called the “Unique Manuka Factor (UMF).” 25

Clinical data

Manuka honey was found to be a safe alternative topical antibiotic when compared with povidone iodine for the prophylaxis of dialysis catheter-related sepsis. 26

Other uses

A number of related activities and unique medical applications include the following: The successful use of honey for treating Helicobacter pylori , the gastric ulcer causative agent; 27 , 28 , 29 effectiveness in treating burns; 30 , 31 , 32 usefulness in managing abdominal wound disruption in 15 patients after cesarean section; 33 use in treating senile cataracts 34 and postherpetic opacities of the cornea; 35 and moderate antitumor and pronounced antimetastic effects in rat and mice tumors. 36 A recent study showed that the application of commercial honey to surgical wounds in mice impeded subsequent tumor implantation. 37

Dosage

Honey is a common food, and there are no dose restrictions on its use. It has been used topically on surgical dressings. 1

Pregnancy/Lactation

Generally recognized as safe or used as food. Safety and efficacy for dosages above those in foods is unproven and should be avoided.

Adverse Reactions

Some people may have allergic reactions to pollen in honey.

Toxicology

Generally, honey is considered safe as a sweet food product, a gargle and cough-soothing agent, and a topical product for minor sores and wounds. However, medical reports indicate that honey can be harmful when fed to infants because some batches contain spores of Clostridium botulinum , which can multiply in the intestines and result in botulism poisoning. 38 , 39 Infant botulism is seen most commonly in 2- to 3-month old infants after ingestion of botulinal spores that colonize in the GI tract as well as toxin production in vivo. Infant botulism is not produced by ingestion of preformed toxin, as is the case in foodborne botulism. Clinical symptoms include constipation followed by neuromuscular paralysis (starting with the cranial nerves, then proceeding to the peripheral and respiratory musculature). Cases are frequently related to ingestion of honey, house dust, and soil contaminated with Clostridium botulinum . Intense management under hospital emergency conditions and trivalent antitoxin are recommended, although use of the latter in infant botulism has not been adequately investigated. 40

Bibliography

1. Ann Plast Surg . 2003 eb;50:143-147. PMID: 12567050.

2. Osol A, et al. The Dispensatory of the United States of America . 25th ed. Philadelphia: Lippincott, 1960.

3. Carper J. The Food Pharmacy . New York: Bantam Books, 1988.

4. Klein R. The Green World: An Introduction to Plants and People . 2d ed. New York: Harper & Row, 1987.

5. Filler. Honey poisoning. BMJ 1999;319:1419.

6. Obaseiki-Ebor E, et al. In vitro evaluation of the anticandidiasis activity of honey distillate (HY-1) compared with that of some antimycotic agents. J Pharm Pharmacol 1984;36(4):283.

7. Radwan SS, et al. Experimental evidence for the occurrence in honey of specific substances active against microorganisms. Zentralbl Mikrobiol 1984;139(4):249.

8. Elbagoury EF, et al. Antibacterial action of natural honey on anaerobic bacteroides. Egyp Dent J 1993;39(1):381.

9. Efem SE, et al. The antimicrobial spectrum of honey and its clinical significance. Infection 1992;20(4):227.

10. Postmes T, et al. Honey for wounds, ulcers, and skin graft preservation [letter]. Lancet 1993;341(8847):756.

11. Ndayisaba G, et al. [Clinical and bacteriological outcome of wounds treated with honey. An analysis of a series of 40 cases.] Rev Chir Orthop 1993;79(2):111. French.

12. Bourne IH. Honey and healing of leg ulcers [letter; comment]. J R Soc Med 1991;84(11):693.

13. Greenwood D. Honey for superficial wounds and ulcers. Lancet 1993;341(8837):90.

14. Kolmos HJ. [Honey: A potential wound-healing agent with antibacterial activity.] Ugeskr Laeger 1993;155(42):3397. Danish.

15. Dunford C, et al. The use of honey in wound management. Nurs Stand 2000;15(11):63-8.

16. Casteels P, et al. Apidaecins: antibacterial peptides from honeybees. EMBO J 1989;8(8):2387.

17. Casteels P, et al. Isolation and characterization of abaecin, a major antibacterial response peptide in the honeybee ( Apis mellifera ). Eur J Biochem 1990;187(2):381.

18. Fugiwara S, et al. A potent antibacterial protein in royal jelly. Purification and determination of the primary structure of royalisin. J Biol Chem 1990;265(19):11333.

19. Krell R. The physiological effects of honey. In: Value-added Products from Beekeeping . Rome Food and Agriculture Organization of the United Nations;1996:Chap 2.

20. Waikato Honey Research Unit. Honey as an antimicrobial agent. Honey Research Unit-University of Waikato (Auckland, NZ).

21. Quadri K, et al. Manuka honey for central vein catheter exit site care. Semin Dial 1999;12(5):397-98.

22. Waikato Honey Research Unit. Activity of honey against wound-infecting bacteria (including “superbugs”). Honey Research Unit-University of Waikato (Auckland, NZ).

23. Allen KL, et al. The potential for using honey to treat wounds infected with MRSA and VRE. First World Wound Healing Congress,10-13Sep00, Melbourne, Australia.

24. Cooper R, et al. Antibacterial activity of honey against strains of Staphylococcus aureus from infected wounds. J R Soc Med 1999;92(6):283-85.

25. Waikato Honey Research Unit. What's special about active manuka honey? Honey Research Unit-University of Waikato (Auckland, NZ).

26. Quadri K, et al. A prospective randomized controlled trial of topical honey versus povidone iodine in the prevention of hemodialysis catheter related sepsis. J Am Soc Nephrol 1998;9:180A-181A.

27. al Somal N, et al. Susceptibility of Helicobacter pylori to the antibacterial activity of manuka honey. J R Soc Med 1994;87(1):9.

28. Ali A, et al. Inhibitory effect of natural honey on Helicobacter pylori . Trop Gastroenterol 1991;12(3):139.

29. Osato MS, et al. Osmotic effect of honey on growth and viability of Helicobacter pylori . Dig Dis Sci 1999;44(3):462-64.

30. Subrahmanyam M. Honey-impregnated gauze versus amniotic membrane in the treatment of burns. Burns 1994;20(4):331.

31. Subrahmanyam M. Honey-impregnated gauze versus polyurethane film (OpSite) in the treatment of burns — a prospective randomised study. Br J Plast Surg 1993;46(4):322.

32. Subrahmanyam M. Topical application of honey in treatment of burns. Br J Surg 1991;78(4):497.

33. Phuapradit W, et al. Topical application of honey in treatment of abdominal wound disruption. Aust N Z J Obstet Gynecol 1992;32(4):381.

34. Golychev VN. [Use of honey in conservative treatment of senile cataracts]. Vestn Oftalmol 1990;106(6):59. Russian.

35. Mozherenkov VP. Honey treatment of postherpetic opacities of the cornea. Oftalmol Zh 1984;3:188.

36. Gribel NV, et al. [The antitumor properties of honey]. Vopr Onkol 1990;36(6):704. Russian.

37. Hamzaoglu J, et al. Protective covering of surgical wounds with honey impedes tumor implantation. Arch Surg 2000;135(12):1414-17.

38. A case of infant botulism. Commun Dis Rep . CDR Wkly 1994;4(12):53.

39. Fenicia L, et al. A case of infant botulism associated with honey feeding in Italy. Eur J Epidemiol 1993;9(6):671.

40. Berkow R. The Merck Manual . 15th ed. Rahway, NJ; Merck Co. 1987.

Internetlinks over medicinale werking van honing

http://www.amc.nl/web/Het-AMC/Afdelingen/Medische-afdelingen/Medische-Microbiologie/Medische-Microbiologie/In-het-AMC-Magazine/Honing-ontleed.htm

Dat honing de eigenschap heeft om bacteriën te doden, is al eeuwen lang bekend. De zoete stof wordt gesmeerd op wonden met als doel infecties tegen te gaan. Deze volkswijsheid klopt. ‘De antibacteriële werking van honing is al wel aangetoond’, stelt Kwakman, die op 1 juli hoopt te promoveren. ‘Waarom honing die eigenschap heeft, was niet helemaal duidelijk.’ Honing lijkt eigenlijk helemaal niet zo’n geweldig middel tegen bacteriën. Al die suikers, dat zou een eldorado moeten zijn voor de micro-organismen; voedsel volop. ‘Dat is niet zo’, zegt Kwakman. ‘De suikerconcentratie in honing is ongeveer tachtig procent, veel te veel voor bacteriën. Alle soorten leggen in onverdunde honing het loodje door stress.’ Maar honing doet meer. In matig verdunde honing wordt het enzym glucose oxidase actief, dat de suiker afbreekt. Daarbij ontstaat een beetje waterstofperoxide, net genoeg om sommige bacteriën te doden, maar zo weinig dat het geen negatieve effecten heeft. Tot zover was de medicinale werking van honing wel bekend.  Sommige onderzoekers speurden verder door een enzym (katalase) aan honing toe te voegen dat het waterstofperoxide meteen afbreekt. ‘Maar ook na de neutralisatie hebben sommige honingsoorten nog steeds een sterke werking’, zet Kwakman zijn belangrijkste onderzoeksvraag uiteen. Hoe komt dat?

http://users.skynet.be/fa055557/Teksten/HON_2003_vaginaal_gebruik_van_Mesitran.pdf 


De biologische werking en voedingswaarden van honing

"Honing, Propolis en Royal Jelly: een uitgebreid overzicht van hun biologische werking en gezondheidsvoordelen", Februari 2017.

 Instituut voor voedselzekerheid en duurzame landbouw, Universiti Malaysia Kelantan, Campus Jeli, 17600 Jeli, Maleisië. Faculteit van Agro-Based Industry, Universiti Malaysia Kelantan, Campus Jeli, 17600 Jeli, Maleisië. Human Genome Center, School of Medical Sciences, Universiti Sains Malaysia, Kubang Kerian, 16150 Kelantan, Maleisië.

Auteur en onderzoeker: Visweswara Rao Pasupuleti​. Origineel wetenschappelijk artikel in het Engels. Onderstaande tekst is een deel van de gehele tekst in het Nederlands. De nummers die door de tekst weergeven worden zoals [ 1 ] verwijzen naar het desbetreffende uitgevoerde wetenschappelijk onderzoek naar dit onderwerp; onderaan dit artikel vindt u deze bronnen.


Honing:

Bijenteelt is de wetenschap en kunst om de gezondheid te verlengen, in stand te houden en te behouden door producten te gebruiken die zijn verkregen uit honingbijenkorven, zoals honing, bijenbrood, bijengif, bijenpollen, propolis en koninginnengelei. In de afgelopen jaren zijn bijenproducten snel toegepast in zowel de traditionele als de moderne geneeskunde. Momenteel zijn veel onderzoeken gericht op het onderzoeken van gerichte gezondheidsvoordelen en farmacologische eigenschappen van bijenproducten vanwege hun werkzaamheid, wat leidt tot de toenemende ontwikkeling van nutraceutica en functionele voeding uit deze producten. Het concept van functionele voeding verwijst naar voedsel dat het vermogen heeft om een ​​betere fysiologische of psychologische gezondheid te bevorderen in vergelijking met traditionele herstelde en nutritionele voeding. Deze effecten dragen positief bij aan uitstekend gezondheidsonderhoud, welzijn en verminderde chronische ziekte [ 1 ]. De huidige beoordeling richt zich op de mogelijke gezondheidsvoordelen van bijenproducten, waaronder honing, propolis en koninginnengelei.

Honing is een zoete vloeistof die door de honingbij wordt verwerkt en wordt wereldwijd erkend vanwege de hoge voedingsbestanddelen die gunstig zijn voor het menselijk welzijn. Het wordt traditioneel gebruikt door Egyptenaren, Grieken, Romeinen en Chinezen om wonden en darmziekten te genezen, waaronder maagzweren. Het is ook gebruikt als remedie tegen hoest, keelpijn en oorpijn [ 2 ]. In India wordt Lotus-honing traditioneel gebruikt om ooginfecties en andere ziekten te behandelen. Honing wordt niet alleen uitwendig gebruikt, maar wordt ook inwendig gebruikt [ 3 ] als functioneel voedsel om energie en voeding te geven om vitale organen in het lichaam te versterken [4].​ Dit is in de praktijk sinds de oudheid. De actieve componenten van honing, zoals glucose, fructose, flavonoïde, polyfenolen en organische zuren, spelen een belangrijke rol bij de kwaliteit ervan [ 5 ]. Honing wordt in veel landen over de hele wereld geproduceerd en wordt vanwege zijn functionele eigenschappen en voedingswaarden erkend als een belangrijk medicijn en als energieleverend voedsel. Bovendien staat honing bekend om zijn biologische, fysiologische en farmacologische activiteiten.


4. Gezondheidsvoordelen van honing

4.1. Wondbehandeling

Honing wordt van oudsher gebruikt om wonden, insectenbeten, brandwonden, huidaandoeningen, zweren en steenpuisten te behandelen. Wetenschappelijke documentatie van het wondgenezende vermogen van honing bevestigt de doeltreffendheid ervan als promotor van wondherstel en als antimicrobieel middel [ 37 ]. Honing bevordert de activering van slapend plasminogeen in de wondmatrix, wat resulteert in de dynamische expressie van het proteolytische enzym. Plasmine veroorzaakt terugtrekking van bloedstolsels en vernietiging van fibrine. Het is een enzym dat fibrinestolsels met aangehecht dood weefsel in het wondbed afbreekt [ 38 ].

Klinisch bewijs dat de effectiviteit, specificiteit en gevoeligheid van honing bij wondverzorging ondersteunt, geeft aan dat de prestaties van conventionele en moderne wondverband slechter zijn dan die van honing [ 39 ]. Bepaalde gevallen hebben aangetoond dat honing wondgenezende eigenschappen stimuleert, zelfs bij geïnfecteerde wonden die niet reageren op antiseptica of antibiotica en bij wonden die zijn geïnfecteerd met antibioticaresistente bacteriën, zoals methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) (Natarajan et al. 2001). Honing helpt ook bij autolytisch debridement en versnelt de groei van een gezond gegranuleerd wondbed [ 40 ].

Malodor is een algemeen kenmerk van ernstige wonden veroorzaakt door anaërobe bacteriesoorten die behoren tot Bacteroides spp. en Peptostreptococcus spp. ​ Onwelriekende verbindingen, zoals ammoniak, aminen en zwavel, worden door bacteriën geproduceerd tijdens het metabolisme van aminozuren uit bedorven serum- en weefseleiwitten. Deze verbindingen worden vervangen door melkzuren omdat honing een aanzienlijke hoeveelheid glucose afgeeft, een substraat dat door bacteriën wordt gemetaboliseerd in plaats van aminozuren [ 42 ]. De therapeutische effecten die worden waargenomen na het aanbrengen van honing zijn onder meer snelle genezing, wondreiniging, verwijdering van infectie, weefselregeneratie, minimale ontsteking en meer comfort tijdens het aankleden vanwege de verminderde mate van weefselhechting [ 43 ].​

4.2. Pediatrische zorg

Honing controleert ook huidbeschadiging in de buurt van stoma's, zoals ileostoma en colostoma, door de epithelisatie van het aangetaste huidoppervlak te versterken [ 44 ]. Honing heeft een gunstig effect op pediatrische dermatitis veroorzaakt door overmatig gebruik van servetten en luiers, eczeem en psoriasis. Het effect van honing gemengd met bijenwas en olijfolie werd onderzocht bij patiënten met psoriasis of atopische dermatitis. Een klinische proef toonde aan dat een mengsel met honing buitengewoon goed werd verdragen en aanzienlijke verbeteringen veroorzaakte. Honing bestaat uit verschillende metabolieten van stikstofmonoxide, die de incidentie van huidinfecties bij psoriasis verminderen [ 45 ].

4.3. Diabetische voetzweer (DFU)

Consumptie van honing is een goedkope en effectieve therapie voor de behandeling van DFU. DFU wordt vaak gecompliceerd door microbiële infecties en vertraagt ​​het genezingsproces. Afgezien van de infectie zijn symptomen zoals pijn, zwelling en roodheid mogelijk niet aanwezig bij diabetische perifere neuropathiepatiënten vanwege hun verminderde immuunrespons, wat de diagnose nog ingewikkelder maakt [ 46 ]. Een review gaf aan dat het gebruik van honing voor de behandeling van veneuze ulcera positieve resultaten opleverde met een goede acceptatiegraad van de patiënten [ 47 ]. Honing wordt gebruikt bij wondbehandeling en is effectief bij patiënten met lokaal geïnfecteerde wonden, DFU, Charcot-voetulceraties en complexe comorbide aandoeningen die in de ziekenhuisbehandeling hebben gefaald [ 48​ ]. Bovendien is er een uitstekende verdraagbaarheid en minimaal trauma aan het wondbed in aanwezigheid van honing.

4.4. Gastro-intestinale (GI) stoornis

Natuurlijke honing is samengesteld uit enzymen die de opname van moleculen vergemakkelijken, zoals suikers en zetmeel. De suikermoleculen in honing hebben een vorm die gemakkelijk door het lichaam kan worden opgenomen. Honing levert ook enkele voedingsstoffen, zoals mineralen, fytochemicaliën en flavonoïden, die de spijsvertering in het lichaam ondersteunen [ 49 ]. Pure honing heeft bacteriedodende eigenschappen tegen pathogene bacteriën en enteropathogenen, waaronder Salmonella spp., Escherichia coli, Shigella spp . , en vele andere Gram-negatieve soorten [ 50 ].

Het maagdarmkanaal (GIT) bevat veel belangrijke nuttige microben. Bijvoorbeeld Bifidobacteria is een van deze hoofdzakelijk voor het onderhoud van een gezonde maagdarmstelsel micro-organismen. Er is gesuggereerd dat het consumeren van voedsel dat rijk is aan probiotica de populatie van Bifidobacteriën in het GIT kan vergroten. De biologische activiteiten en ontwikkeling van deze bacterie worden verder versterkt in aanwezigheid van prebiotica. Studies hebben aangetoond dat natuurlijke honing een grote hoeveelheid prebiotica bevat [ 51 ]. Sommige in vitro en in vivo experimentele proeven met honing hebben gemeld dat het een prominent voedingssupplement is dat de groei van Lactobacillus en Bifidobacteriën versnelt.en katalyseert hun probiotische potentie in de GIT [ 52 , 53 ]. Onder in vitro omstandigheden bevorderden prebiotische ingrediënten in honing zoals inuline, oligofructose en oligosacchariden de toename van het aantal Lactobacillus acidophilus en L. plantarum met 10-100 keer, wat gunstig was voor de darm microbiota [ 54 ].

4.5. Orale gezondheid

Honing is nuttig voor de behandeling van vele mondziekten, waaronder parodontitis, stomatitis en halitose. Daarnaast is het ook toegepast ter preventie van tandplak, gingivitis, aften in de mond en parodontitis. De antibacteriële en ontstekingsremmende eigenschappen van honing kunnen de groei van granulatieweefsel stimuleren, wat leidt tot het herstel van beschadigde cellen [ 55 ]. Porphyromonas gingivalis is een Gram-negatieve bacterie die parodontitis veroorzaakt. Honing oefent antimicrobiële activiteit uit tegen deze anaërobe bacterie en voorkomt parodontitis [ 56​ ]. Ontsteking van slijmvliezen in de mond (stomatitis) kan roodheid en zwelling van mondweefsel veroorzaken en duidelijke en pijnlijke zweren veroorzaken. Honing dringt zeer snel door in de weefsels en is effectief tegen stomatitis [ 57 , 58 ]. Halitose is een mondgezondheidstoestand die een onwelriekende adem veroorzaakt. De meeste geur in de mondholte wordt veroorzaakt door de activiteit van afbrekende microben [ 59 ]. Een recente studie heeft gemeld dat honingconsumptie halitose verbetert vanwege de sterke antibacteriële werking als gevolg van de methylglyoxal component [ 60 ].

4.6. Faryngitis en hoest

Faryngitis, algemeen bekend als keelpijn, is een acute infectie veroorzaakt door Streptococcus spp. in de oropharynx en nasopharynx [ 61 ]. Naast streptokokken kunnen virussen, niet-streptokokkenbacteriën, schimmels en irriterende stoffen zoals chemische verontreinigende stoffen ook keelpijn veroorzaken. Mānuka-honing is effectief voor de behandeling van keelpijn met zijn ontstekingsremmende, antivirale en schimmelwerende eigenschappen. Honing bedekt de binnenkant van de keel en vernietigt de schadelijke microben terwijl tegelijkertijd de keel wordt verzacht [ 62 , 63 ].

Een  wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat honing superieur is aan andere behandelingen voor hoest veroorzaakt door infecties van de bovenste luchtwegen, waaronder dextromethorfan en difenhydramine [ 64 ]. De antioxiderende en antimicrobiële eigenschappen van honing hielpen bij het minimaliseren van aanhoudende hoest en verbeterde slaap voor zowel kinderen als volwassenen na inname van honing (2,5 ml). Een vergelijkende studie bij kinderen met verschillende natuurlijke producten meldde dat honing het meest gebruikte middel tegen longontsteking bleek te zijn 82,4% [ 65 ].

4.7. Brandend maagzuur

Gastro-oesofageale refluxziekte (GERD) is een mucosale infectie die wordt veroorzaakt door de inhoud van abnormale maagreflux in de slokdarm en zelfs de longen. Symptomen van GERD zijn brandend maagzuur, ontsteking en zure oprispingen. Consumptie van honing helpt deze aandoening door de slokdarm en maagwand te bedekken, waardoor de opwaartse stroom van voedsel en maagsap wordt voorkomen. Honing kan de weefsels op de sluitspier verder stimuleren om te helpen bij het opnieuw groeien en uiteindelijk de kans op zure reflux verminderen [ 66 ].

4.8. Dyspepsie, gastritis en maagzweer

Dyspepsie is een chronische ziekte waarbij de GI-organen, voornamelijk de maag en het eerste deel van de dunne darm, abnormaal functioneren. Het is een ziekte die epigastrische pijn, brandend maagzuur, een opgeblazen gevoel en misselijkheid als symptomen veroorzaakt. Dyspepsie is het voorlopige symptoom van een maagzweer die uiteindelijk kanker kan veroorzaken. Gastritis verwijst naar de irritatie en ontsteking van het slijmvlies van de maagwand. Maagzweer duidt op erosies of open pijnlijke zweren op het slijmvlies van de maag of de twaalfvingerige darm. Honing is geïdentificeerd als een krachtige remmer van gastritis en de maagzweer die Helicobacter pylori veroorzaakt [ 67​ ]. Klinische onderzoeken hebben aangetoond dat honing de afscheiding van maagzuur verminderde en het genezende effect versterkte. Daarom wordt honing als voedingssupplement ingenomen vanwege zijn antibacteriële eigenschappen en beschermende werking [ 68 ]. Het hoge suikergehalte en de lage pH in honing zijn het resultaat van glucose-oxidatieve omzetting in gluconzuur door glucose-oxidase. Dit mechanisme maakt waterstofperoxide vrij, dat functioneert als een antibacterieel middel. Glucose-oxidase werkt ook in op fibroblasten en epitheelcel activatoren die nodig zijn voor de genezing van zweren veroorzaakt door H. pylori [ 51 ].

4.9. Gastro-enteritis

Gastro-enteritis, bekend als maag- of maaggriep, veroorzaakt een ontsteking van het spijsverteringskanaal. Deze aandoening kan te wijten zijn aan door voedsel overgedragen, watergedragen en persoon-op-persoon verspreiding van infectieuze agentia. De symptomen van gastro-enteritis zijn onder meer uitdroging, waterige diarree, opgeblazen gevoel, buikkrampen en misselijkheid. Er zijn veel infectieuze agentia, zoals Salmonella, Shigella en Clostridium, die deze aandoening kunnen veroorzaken [ 69​ ]. Een klinische studie door Abdulrahman, 2010, heeft de behandeling van infantiele gastro-enteritis met honing gerapporteerd. Uit de studie bleek dat het vervangen van glucose in een standaard elektrolytische oplossing voor orale rehydratie (ORS) door honing de hersteltijd van patiënten met gastro-enteritis verkortte, omdat het hoge suikergehalte in honing de heropname van elektrolyt en water in de darmen stimuleert [ 70 ].

4.10. Constipatie en diarree

Chronische constipatie is een veel voorkomende en veelsoortige ziekte die wordt gekenmerkt door ondraaglijke ontlasting (onregelmatige ontlasting en moeilijke ontlasting). Moeilijke ontlasting omvat symptomen zoals overbelasting, moeilijk te verdrijven ontlasting, een gevoel van onvolledige evacuatie, harde of klonterige ontlasting en langere tijd om de ontlasting te passeren [ 71 ]. Diarree wordt gedefinieerd als een hoge frequentie van stoelgang met waterige ontlasting. Honing heeft de pathogenese en de duur van virale diarree tot een minimum beperkt in vergelijking met conventionele antivirale therapie [ 72 ]. In een ander geval werden mensen met de diagnose inflammatoire darmsyndroom (IBS) die ernstige diarree of obstipatie, een opgeblazen gevoel en maagklachten hadden, met succes behandeld met rauwe Mānuka-honing op een lege maag [ 73 ].

4.11. Lever- en pancreasaandoeningen

Honing helpt pijn te verzachten, leversystemen in balans te brengen en gifstoffen te neutraliseren. Complicaties in het leversysteem kunnen worden toegeschreven aan oxidatieve schade. Honing vertoont antioxiderende activiteiten die een mogelijk beschermend effect hebben op de beschadigde lever. Een onderzoek naar door paracetamol veroorzaakte leverschade bij ratten toonde aan dat de antioxiderende en hepatoprotectieve activiteit van honing leverschade minimaliseerde [ 74​ ]. Honing, die een verhouding van 1: 1 fructose tot glucose heeft, kan helpen om een ​​betere bloedsuikerspiegel te bevorderen, wat handig is voor mensen die lijden aan leververvetting, omdat het zorgt voor voldoende glycogeenopslag in de levercellen. Bij onvoldoende opslag van glycogeen in de lever komen stresshormonen vrij die het glucosemetabolisme in de loop van de tijd verstoren. Een verstoord glucosemetabolisme leidt tot insulineresistentie en is de belangrijkste factor bij leververvetting. Een andere studie meldde een significante verlaging van de bloedglucosespiegels na behandeling met Tualang-honing [ 75 , 76 ].

4.12. Metabole en cardiovasculaire gezondheid

Natuurlijke wilde honing oefent cardioprotectieve en therapeutische effecten uit tegen door epinefrine geïnduceerde hartaandoeningen en vasomotorische stoornissen. Er is een geharmoniseerde relatie waargenomen tussen radicale opruiming en het totale fenolgehalte van honing [ 77 ]. De inname van honing liet een significante afname zien van risicofactoren voor metabole en cardiovasculaire aandoeningen. Honing vertoont cardioprotectieve effecten, zoals vasodilatatie, evenwicht in de vasculaire homeostase en verbeteringen in het lipidenprofiel [ 78 ]. Flavonoïden in honing verbeteren coronaire vasodilatatie, verminderen het vermogen van bloedplaatjes om stolsels te vormen, voorkomen oxidatie van low-density lipoproteins (LDL), verhogen high-density lipoproteins (HDL) en verbeteren endotheelfuncties [ 79 ].

Een studie die is uitgevoerd om de metabole respons van honing te vergelijken, heeft aangetoond dat het een verbeterende werking heeft op metabole syndromen (MetS) [ 80 ]. MetS wordt aangeduid door hyperglycemie, hypertensie, abdominale obesitas, dyslipidemie en geïntensiveerd aanpassingsvermogen ten aanzien van diabetes, nier- en hartaandoeningen. Polyfenolen in honing verminderen atherosclerotische laesies door de neerwaartse regulatie van ontstekings- en angiogene mechanismen [ 81 ]. Een klinische studie uitgevoerd bij patiënten met hyperlipidemie toonde aan dat honing het totale cholesterol (TC) verlaagde en de stijging van de plasmaglucosespiegels merkbaar voorkwam. Stikstofmonoxide (NO) is een metaboliet die aanwezig is in honing en die ook cardioprotectieve functies heeft [ 82 ].

4.13. Kanker en oncogenese

4.13.1. Borstkanker

Onevenwichtigheid in oestrogeen signaleringsroutes en voortplantende niveaus van oestrogenen spelen een belangrijke rol bij de groei en voortplanting van borstkanker [ 83 ]. Behandelingen voor borstkanker zijn geassocieerd met het richten op de oestrogeenreceptor (ER) -signaleringsroute. Fyto-oestrogenen zijn een subklasse van fytochemicaliën met een gemeenschappelijke structuur voor het oestrogeen van zoogdieren, waardoor ze kunnen binden aan oestrogeenreceptoren. Verschillende experimentele studies hebben de efficiëntie van honing onderzocht bij het moduleren van de ER-signaalroute [ 84​ ]. Een andere studie heeft aangetoond dat honing bifasische activiteit heeft in MCF-7-cellen. Deze bifasische activiteit van honing wordt vertegenwoordigd door een anti-oestrogeen effect bij lagere concentraties en een oestrogeen effect bij hogere concentraties, dat wordt veroorzaakt wanneer fyto-oestrogenen zich binden aan oestrogeenreceptoren [ 85 ]. Bovendien is gemeld dat quercetine apoptotische effecten induceert via ER α - en ER β-afhankelijke mechanismen. Aan de andere kant werden cytotoxische activiteiten van Tualang-honing in menselijke borstkankercellen aangetoond door verhoogde afgifte van lactaatdehydrogenase (LDH) en illustreerden verder de cytotoxische eigenschappen van honing. De studie toonde ook aan dat honing alleen cytotoxische effecten heeft op de borstkankerlijn en niet op niet-kwaadaardige borstcellen. Daarom geeft dit aan dat Tualang-honing zeer specifieke en selectieve cytotoxische effecten vertoont op borstkankercellijnen en een goed potentieel heeft als chemotherapeutisch middel [ 86 ].

4.13.2. Leverkanker

De meest voorkomende vorm van leverkanker is hepatocellulair carcinoom (HCC). De antitumorale effecten van honing op leverkankercellen zijn onderzocht in verschillende experimentele studies. Behandeling van HepG2-cellen met honing minimaliseerde de hoeveelheid stikstofmonoxide (NO) in de cellen en verlaagde het aantal HepG2-cellen aanzienlijk. Dit verhoogde het algehele antioxidantprofiel van de cellen. De overleving van HepG2-cellen wordt bevorderd door reactieve zuurstofsoorten (ROS), en adequate niveaus van ROS veroorzaken celproliferatie en differentiatie. Het verlagen van de hoeveelheid NO als gevolg van honingbehandeling ondersteunde deze studie. Zo remden verminderde ROS en verbeterde antioxidatieve werkzaamheid de proliferatie van kankercellen en verlaagden ze het aantal HepG2-cellen [ 84​ ]. Een andere studie uitgevoerd door Abdel Aziz et al. onderzocht de effecten van honing op HepG2-cellijnen. Het rapport toonde aan dat honing cytotoxische, antimetastatische en antiangiogene effecten had op HepG2-cellen op basis van verschillende concentraties [ 87 ].

4.13.3. Colorectale kanker

De meeste colorectale kankers beginnen als een poliep, die meestal begint aan de binnenkant van de dikke darm of het rectum en naar het midden groeit. Sommige poliepen zijn niet gevaarlijk, maar sommige zullen uiteindelijk uitgroeien tot adenomen en uiteindelijk kanker kunnen veroorzaken. Een studie [ 88 ] die de chemopreventieve effecten van Gelam en Nenas monoflorale honing tegen darmkankercellijnen onderzocht, toonde aan dat de honing de proliferatie van darmkankercellen remde. Door waterstofperoxide geïnduceerde ontsteking in de darmkankercellen werd gebruikt om het effect van honing te onderzoeken. De resultaten toonden aan dat honing ontstekingen in de kankercellen remde [ 88​ ]. Een andere studie werd gedaan om de apoptotische effecten van ruwe honing op cellijnen van darmkanker te onderzoeken. De studie bevestigde het antiproliferatieve effect van honing in deze cellen. Bovendien werd bij hoge fenolische concentraties (zoals die van quercetine en flavonoïden) een significante antiproliferatieve werking tegen karteldarmkankercellen waargenomen [ 89 ].

De moleculaire mechanismen die resulteren in de antiproliferatieve en kanker bestrijdende effecten van honing omvatten celcyclusstilstand, activering van de mitochondriale route, inductie van mitochondriale buitenmembraan permeabilisatie, inductie van apoptose, modulatie van oxidatieve stress, vermindering van ontsteking, modulatie van insulinesignalering en remming van angiogenese in kankercellen. Bovendien vertoont honing potentiële effecten op kankercellen door eiwitten, genen en cytokinen te moduleren die kanker bevorderen.

Hieronder volgt een wetenschappelijke verhandeling over de inwerking van honing op kankercellen!

Van verschillende componenten van honing zoals chrysine, quercetine en kaempferol is aangetoond dat ze de celcyclus stoppen in verschillende fasen, zoals G0/G1, G1 en G2/M in menselijke melanomen, nier-, baarmoederhals-, hepatoom-, colon- en slokdarm adenocarcinoomcellen lijnen. De mitochondriale route brengt een reeks interacties met zich mee tussen stimuli zoals voedingsstoffen, fysieke stress, oxidatieve stress en schade tijdens belangrijke kankerbehandelingen, waaronder chemotherapie en radiotherapie. Deze stimuli zorgen ervoor dat verschillende eiwitten die zich in de intermembrane ruimte (IMS) van de mitochondriën bevinden, zoals cytochroom c, vrijkomen, wat uiteindelijk culmineert in de dood van de cel. Flavonoïden in honing zijn effectief bij het activeren van de mitochondriale route en het afgeven van eiwitten met potentiële cytotoxiciteit. Inductie van mitochondriale permeabilisatie van de buitenmembraan (MOMP) is het meest voorkomende antikankermechanisme, dat de lekkage van eiwitten uit het IMS veroorzaakt en onvermijdelijk resulteert in celdood. Honing induceert MOMP in kankercellijnen door het mitochondriale membraanpotentieel te verlagen. Honing is ook gedocumenteerd voor het versterken van het apoptotische effect van tamoxifen door versterkte depolarisatie van het mitochondriale membraan. Van flavonoïde bestanddelen van honing, zoals quercetine, is aangetoond dat ze MOMP veroorzaken en tot kankerceldood leiden. Honing is ook gedocumenteerd voor het versterken van het apoptotische effect van tamoxifen door versterkte depolarisatie van het mitochondriale membraan. Van flavonoïde bestanddelen van honing, zoals quercetine, is aangetoond dat ze MOMP veroorzaken en tot kankerceldood leiden [84 ].

Apoptose is een geprogrammeerde celdood die de celgroei controleert en beschadigde cellen uit het systeem verwijdert. Dit proces omvat ook MOMP en resulteert in de ontlading van IMS-proapoptotische eiwitten zoals cytochroom c om caspase-cascades te activeren, wat resulteert in verdere verstoring van mitochondriën en uiteindelijk resulteert in kankerceldood. De invloed van honing op enzymen, genen en transcriptiefactoren die overeenkomen met apoptose is onderzocht. Poly (ADP-ribose) polymerasen (PARP) zijn cruciale enzymen die betrokken zijn bij apoptose en DNA-reparatie. Remming van PARP-activiteit zorgt ervoor dat de cellen niet in staat zijn om beschadigd DNA te repareren en de G2- en M-fasen van de celcyclus te doorlopen. De celcyclus wordt dus gestopt. Omdat DNA-reparatie wordt aangetast door niet-functionerende PARP, worden de cellen geclassificeerd als beschadigd, en dientengevolge,

Remming van PARP-activiteit door flavonoïden in honing is een mogelijke strategie voor het bestrijden van kankers met defect herstel van DNA-schade. Bcl-2 en Bax zijn respectievelijk anti-apoptotische en pro-apoptotische eiwitten. Bcl-2 komt over het algemeen tot overexpressie bij kanker. Tumorsuppressor p53 is een transcriptiefactor die gewoonlijk wordt geïnactiveerd bij verschillende soorten tumoren. Het moduleert de transcriptie van genen die betrokken zijn bij apoptose [ 84 , 90 ]. Honing versterkt de opregulatie van Bax en de neerwaartse regulering van Bcl-2. Bovendien activeert het caspasen 3 en 9 en induceert het p53, waardoor het kanker remt.

Lage niveaus van ROS versterken de celproliferatie, terwijl hoge niveaus leiden tot oxidatieve schade die bijdraagt ​​aan verschillende soorten kanker. Regulatie van redoxhomeostase is essentieel voor normale celgroei en -proliferatie. In dit opzicht is honing een invloedrijke antioxidant en opruimer van vrije radicalen. Het remmende effect van honing op de groei en proliferatie van kanker is te wijten aan het vermogen om oxidatieve stress te moduleren. Honing vertoont antikanker eigenschappen via antioxiderende of pro-oxiderende mechanismen die selectief afhankelijk zijn van de toestand van oxidatieve stress in de kankercellen. Als kankergroei snel gaat onder hoge ROS-niveaus, werkt honing als een antioxidant om de groei van kankercellen te voorkomen door oxidatieve stress te minimaliseren en de ROS op te ruimen. Aan de andere kant, onder lage ROS-niveaus, het kan ook werken als een pro-oxidant en bevordert de groei van kankercellen door verdere generatie van ROS en het maximaliseren van oxidatieve stress. De effecten van honing op de dood van kankercellen zijn dus verschillend onder verschillende omstandigheden [ 84 ].

Ontsteking is een factor die bijdraagt ​​aan de ontregeling van fysiologische processen, wat leidt tot verschillende maligniteiten en kankers. Mitogeen-geactiveerde proteïnekinase (MAPK) en nucleaire factor kappa B (NF- κ B) zijn de twee belangrijkste routes die verantwoordelijk zijn voor ontstekingsreacties in cellen. Activering van MAPK en NF- κ B activeert pro-inflammatoire genen en genereert inflammatoire eiwitten of cytokines. Deze omvatten cyclo-oxygenase-2 (COX-2), C-reactief proteïne (CRP), lipoxygenase-2 (LOX-2), interleukinen (IL-1 β, IL-6) en TNF- α. Deze componenten spelen een cruciale rol bij zowel angiogenese als ontstekingsreacties die overeenkomen met kanker. IL-1 β, IL-6 en TNF- αzijn cytokinen die de proliferatie van kankercellen teweegbrengen door het ontstekingsfenotype in de micro-omgeving van de tumor te behouden. Anderzijds leveren cyclo-oxygenase-2 (COX-2) en induceerbare stikstofoxidesynthase (iNOS) essentiële endogene factoren op die verantwoordelijk zijn voor de progressie van de tumor. De werking van iNOS kan inductief of remmend zijn, afhankelijk van het type tumor.

Biologische reacties die ontstekingen vergemakkelijken, kunnen het ontstaan ​​van tumoren bevorderen, aangezien ernstige ontsteking de belangrijkste factor is voor de ontwikkeling van kankercellen. Het behandelen en verzachten van ontstekingen helpt om de configuratie van kwaadaardige en goedaardige tumoren te onderdrukken. Honing helpt de bevordering en tumorvorming en progressie van kanker te verminderen door de expressie van MAPK en NF- κ B in kankercellen te verminderen. MAPK-cascades zijn de belangrijkste signaalroutes bij de regulering van celproliferatie, overleving en differentiatie. NF- κ B is een transcriptiefactor die essentieel is bij de regulatie van immuunresponsen, ontstekingen en oncogenese. NF- κ B-translocatie naar de kern en verminderde I κ B αafbraak helpt bij het reguleren van de expressie van genen die betrokken zijn bij apoptose en proliferatie en die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van kanker. Van flavonoïden die in honing worden aangetroffen, is aangetoond dat ze apoptose induceren en de afgifte van IL-1 β, IL-6, TNF- α, iNOS en COX-2 voorkomen [ 84 ].

Tumoren, maligniteiten en kankers worden meestal versterkt door obesitas en insulineresistente diabetes mellitus type 2. PI3K/Akt is een belangrijke route bij insulinesignalering. De PI3K/Akt-route wordt ook herkend in het moduleren van substraten die verband houden met celgroei, overleving en progressie. Verhoogde niveaus van MAPK, NF- κ B en insulinereceptorsubstraat 1 (IRS-1) samen met verlaagde niveaus van Akt-expressie zijn actief in verband gebracht met de ontwikkeling van insulineresistentie. Honingcomponenten zoals quercetine versterken insulineresistentie door de expressie van Akt te verhogen en tegelijkertijd de expressie van IRS, MAPK en NF- κ B te verminderen. Modulatie van insulinesignalering door honing leidt tot antikanker activiteiten [ 84 ].

Honing heeft debridement-effecten door de epithelisatie te stimuleren en stimuleert de ontwikkeling van granulatieweefsel door het angiogene effect op het vaatstelsel. Honing stimuleert selectief angiogenese in niet-kankerweefsels door de productie van waterstofperoxide en remt angiogenese in kankerweefsels. Honing heeft anti-angiogene effecten die de wondgenezingsreactie voorkomen, de levensvatbaarheid van kankercellen verminderen en de incidentie van metastase verminderen door de activiteiten van gelatinase en protease te remmen. Honing voorkomt de ontwikkeling van kanker door de drie belangrijkste stadia van de vorming van kanker, bekend als initiatie, proliferatie en progressie, te blokkeren [ 84 ].

Bronnen:

1. PC Molan, "De rol van honing bij het behandelen van wonden", Journal of Wound Care, vol. 8, nee. 8, blz. 415-418, 1999. 2. P.V. Rao, K.T. Krishnan, N. Salleh en S.H. Gan, "Biologische en therapeutische effecten van honing geproduceerd door honingbijen en angelloze bijen: een vergelijkend overzicht", Revista Brasileira de Farmacognosia, vol. 26, nee. 5, blz. 657-664, 2016.

3. PM Fratellone, F. Tsimis en G. Fratellone, "Apitherapieproducten voor medicinaal gebruik", Journal of Alternative and Complementary Medicine , vol. 22, nee. 2, blz. 1020-1022, 2016. 

4. A. Ajibola, "Fysisch-chemische en fysiologische waarden van honing en het belang ervan als functionele voeding", International Journal of Food Sciences and Nutrition , vol. 2, nee. 6, blz. 1-9, 2015.

5. JM Alvarez-Suarez, S. Tulipani, S. Romandini, E. Bertoli en M. Battino, "Bijdrage van honing aan voeding en menselijke gezondheid: een overzicht", Mediterranean Journal of Nutrition and Metabolism , vol. 3, nee. 1, blz. 15-23, 2010. 

37. P.C. Molan, "Het bewijs dat het gebruik van honing als wondverband ondersteunt", The International Journal of Lower Extremity Wounds , vol. 5, nee. 1, blz. 40-54, 2006. 

38. C.T. Esmon, "Overspraak tussen ontsteking en trombose", Maturitas , vol. 47, nee. 4, blz. 305-314, 2004. 

39. H. Vermeulen, D. Ubbink, A. Goossens, R. De Vos en D. Legemate, "Systematische review van verbanden en topische middelen voor de genezing van chirurgische wonden met secundaire intentie", British Journal of Surgery , vol. 92, nee. 6, blz. 665-672, 2005.

40. M. Subrahmanyam, "Een prospectieve gerandomiseerde klinische en histologische studie van oppervlakkige genezing van brandwonden met honing en zilversulfadiazine", Burns , vol. 24, nee. 2, blz. 157-161, 1998. 41. R. Cooper en D. Gray, The Control of Wound Malodour with Honey-Based Wound Dressings and Ointments , Wounds UK, Aberdeen, 2005.

42. R. White en P. Molan, "Een samenvatting van gepubliceerd klinisch onderzoek naar honing bij wondbehandeling", in Honey: A modern wondmanagementproduct, pp. 130–143, Wounds UK, Aberdeen. 

43. P. Molan, "Waarom honing effectief is als medicijn: 2. De wetenschappelijke verklaring van de effecten", Bee World , vol. 82, nee. 1, blz. 22-40, 2001. 

44. S. Aminu, A. Hassan en U. Babayo, "Another use of honey", Tropical Doctor , vol. 30, nee. 4, blz. 250-251, 2000.

45. NS Al-Waili, "Topische toepassing van een mengsel van natuurlijke honing, bijenwas en olijfolie voor atopische dermatitis of psoriasis: gedeeltelijk gecontroleerde, enkelblinde studie", Complementary Therapies in Medicine , vol. 11, nee. 4, blz. 226-234, 2003. 46. V. Falanga, "Wondgenezing en de aantasting daarvan in de diabetische voet", The Lancet , vol. 366, nee. 9498, blz. 1736-1743, 2005.

47. C. Dunford en R. Hanano, "Aanvaardbaarheid voor patiënten van een honingverband voor niet-genezende veneuze beenulcera", Journal of Wound Care , vol. 13, nee. 5, blz. 193-198, 2004.

48. H. Mohamed, MA Salma, B. Al Lenjawi et al., "Verbetering van de primaire genezing na amputatie van een straal bij een diabetespatiënt: werkzaamheid van natuurlijke honing", Journal of Diabetic Foot Complications , vol. 6, nee. 1, blz. 13-18, 2014.

49. A. Ajibola, JP Chamunorwa en KH Erlwanger, "Nutraceutische waarden van natuurlijke honing en zijn bijdrage aan de menselijke gezondheid en rijkdom", Nutrition & Metabolism , vol. 9, nee. 1, p. 61, 2012.

50. T. Adebolu, "Effect van natuurlijke honing op lokale isolaten van diarree veroorzakende bacteriën in het zuidwesten van Nigeria", African Journal of Biotechnology , vol. 4, nee. 10, p. 1172, 2005. 

51. M.A. Abeshu en B. Geleta, "Medicinaal gebruik van honing", Biology and Medicine , vol. 8, nee. 2, blz. 1-7, 2016. Geleta/publication/293638941_Medicinal_Uses_of_Honey/links/56b9f22b08ae7e3a0fa097c6/Medicinal-Uses-of-Honey.pdf

52. S. Kajiwara, H. Gandhi en Z. Ustunol, "Effect van honing op de groei van en zuurproductie door menselijke intestinale Bifidobacterium spp.: een in vitro vergelijking met commerciële oligosacchariden en inuline," Journal of Food Protection® , vol. 65, nee. 1, blz. 214-218, 2002. 

53. T. Shamala, Y. Shri Jyothi en P. Saibaba, "Stimulerend effect van honing op de vermenigvuldiging van melkzuurbacteriën onder in vitro en in vivo omstandigheden", Letters in Applied Microbiology , vol. 30, nee. 6, blz. 453-455, 2000.

54. H.R. Cardarelli, FC Buriti, IA Castro en SM Saad, "Inuline en oligofructose verbeteren de sensorische kwaliteit en verhogen het aantal probiotica in potentieel synbiotische petit-suisse-kaas", LWT-Food Science and Technology , vol. 41, nee. 6, blz. 1037-1046, 2008. 

55. C. Anyanechi en B. Saheeb, "Honing en wonddehiscentie: een studie van chirurgische wonden in het mandibulaire bed", Nigerian Journal of Clinical Practice , vol. 18, nee. 2, blz. 251-255, 2015. 

56. S. Eick, G. Schäfer, J. Kwiecinski, J. Atrott, T. Henle en W. Pfister, "Honing - een potentieel middel tegen Porphyromonas gingivalis: een in vitro studie", BMC Oral Health , vol. 14, nee. 1, p. 24, 2014.

57. D.S. Halim, ES Mahanani, R. Saini, M. Omar, N. Rubiantee bt Ibrahi, en MK Alam, "Een vergelijkende studie naar de effectiviteit van lokale honing en salicylaatgel voor de behandeling van kleine terugkerende afteuze stomatitis," International Medical Journal , vol. 20, nee. 6, blz. 770-772, 2013. 

58. J.J. Song, P. Twumasi-Ankrah en R. Salcido, "Systematische review en meta-analyse van het gebruik van honing ter bescherming tegen de effecten van door straling geïnduceerde orale mucositis," Advances in Skin & Wound Care , vol. 25, nee. 1, blz. 23-28, 2012. 

59. N. Sterer en M. Rosenberg, Breath Odors: Origin, Diagnosis, and Management , Springer Science & Business Media, 2011.

60. H. Shiga, A. Jo, K. Terao, M. Nakano, T. Oshima en N. Maeda, "Vermindering van halitose door inname van Manuka-honing", Algemene Sessie van IADR Barcelona , vol. 14, 2010. 

61. D.E. Bessen, "Weefseltropismen in groep A Streptococcus: welke virulentiefactoren onderscheiden faryngitis van impetigo-stammen?" Current Opinion in Infectious Diseases , vol. 29, nee. 3, blz. 295–303, 2016. 62. R.K. Gupta en S. Stangaciu, "Apitherapie: holistische genezing door honingbijen en bijenproducten in landen met een slechte gezondheidszorg", in Beekeeping for Poverty Alleviation and Livelihood Security , pp. 413-446, Springer, 2014.

63. S. Patel en S. Cichello, "Manuka-honing: een opkomend natuurlijk voedsel met medicinaal gebruik", Natural Products and Bioprospecting , vol. 3, nee. 4, blz. 121-128, 2013.  

64. M.N. Shadkam, H. Mozaffari-Khosravi en MR Mozayan, "Een vergelijking van het effect van honing, dextromethorfan en difenhydramine op nachtelijke hoest en slaapkwaliteit bij kinderen en hun ouders", The Journal of Alternative and Complementary Medicine , vol. 16, nee. 7, blz. 787-793, 2010. 

65. K.N. Memon, K. Shaikh, BS Pandhiani en G. Usman, “Hoe herkennen en behandelen moeders thuis longontsteking bij hun kinderen? Een studie in vakbondsraad Jhudo, district Mirpurkhas, " Journal of Liaquat University of Medical & Health Sciences , vol. 12, nee. 03, p. 208, 2013. 

66. F. Abdellah en LA Abderrahim, "8 honing voor gastro-intestinaal", in Honey in Traditional and Modern Medicine , p. 159, CRC Press, Boca raton, Florida, VS, 2013. 

67. E. Header, A.E.-M. Hashish, N. ElSawy, A. Al-Kushi en M. El-Boshy, "Gastroprotectieve effecten van voedingshoning tegen door acetylsalicylaat geïnduceerde experimentele  maagzweer bij albinoratten", Life Science Journal , vol. 13, nee. 1, 2016.

68. A. Lychkova, V. Kasyanenko, en A. Puzikov, "Gastroprotective effect van honing en bijenpollen", Experimental & Clinical Gastroenterology , vol. 9, p. 72, 2014. 

69. E. Halligan, J. Edgeworth, K. Bisnauthsing et al., "Multiplex moleculaire testen voor de behandeling van infectieuze gastro-enteritis in een ziekenhuisomgeving: een vergelijkende diagnostische en klinische utiliteitsstudie", Clinical Microbiology and Infection , vol. 20, nee. 8, blz.O460-O467, 2014. 

70. M.A. Abdulrhman, MA Mekawy, MM Awadalla en AH Mohamed, "Bijenhoning toegevoegd aan de orale rehydratatieoplossing bij de behandeling van gastro-enteritis bij zuigelingen en kinderen", Journal of Medicinal Food , vol. 13, nee. 3, blz. 605-609, 2010. 

71. L.J. Brandt, CM Prather, EM Quigley, LR Schiller, P. Schoenfeld en NJ Talley, "Systematische review over het beheer van chronische constipatie in Noord-Amerika", The American Journal of Gastroenterology , vol. 100, nee. S1, blz. S5-S21, 2005.

72. B. Andualem, "Synergetisch antimicrobieel effect van Tenegn-honing ( Trigona iridipennis ) en knoflook tegen standaard en klinisch pathogene bacteriële isolaten," International Journal of Microbiology Research , vol. 4, nee. 1, blz. 16-22, 2013.

73. S. Zhang, T. Jiao, Y. Chen, N. Gao, L. Zhang, en M. Jiang, "Methylglyoxal induceert systemische symptomen van prikkelbare darmsyndroom", PLoS One , vol. 9, nee. 8, artikel e105307, 2014. 

74. Y. Wang, D. Li, N. Cheng et al., "Antioxiderende en hepatoprotectieve activiteit van Vitex-honing tegen door paracetamol veroorzaakte leverschade bij muizen", Food & Function , vol. 6, nee. 7, blz. 2339-2349, 2015.

75. O. Erejuwa, S. Sulaiman, M. Wahab, K. Sirajudeen, MM Salleh en S. Gurtu, "Antioxidant-bescherming van Maleisische Tualang-honing in de pancreas van normale en door streptozotocine geïnduceerde diabetische ratten", Annales d'endocrinologie , Elsevier, 2010. 

76. O.O. Erejuwa, SA Sulaiman, M. Wahab, K. Sirajudeen, M. Salleh en S. Gurtu, "Glibenclamide of metformine gecombineerd met honing verbetert de glykemische controle bij door streptozotocine geïnduceerde diabetische ratten", International Journal of Biological Sciences , vol. 7, nee. 2, blz. 244-252, 2011. 

77. M.K. Rakha, ZI Nabil en AA Hussein, "Cardioactieve en vasoactieve effecten van natuurlijke wilde honing tegen cardiale afwijkingen veroorzaakt door hyperadrenerge activiteit", Journal of Medicinal Food , vol. 11, nee. 1, blz. 91-98, 2008.

78. R. Afroz, E. Tanvir, N. Karim et al., "Sundarban-honing biedt bescherming tegen door isoproterenol geïnduceerd myocardinfarct bij Wistar-ratten", BioMed Research International , vol. 2016, artikel-ID 6437641, 10 pagina's, 2016.

79. M. Khalil, S. Sulaiman en L. Boukraa, "Antioxiderende eigenschappen van honing en zijn rol bij het voorkomen van gezondheidsstoornissen", The Open Nutraceuticals Journal , vol. 3, no. 1, blz. 6-16, 2010.

80. A. Ajibola, "Groei en metabolische respons van zogende ratten gevoed met natuurlijke honingsupplementen ", Ommega Internations , vol. 3, no . 1, blz. 1-8, 2016.

81. J.B. Daleprane, V. da Silva Freitas, A. Pacheco et al., "Anti-atherogene en anti-angiogene activiteiten van polyfenolen uit propolis", The Journal of Nutritional Biochemistry , vol. 23, no. 6, blz. 557-566, 2012.

82. S. Bogdanov, T. Jurendic, R. Sieber en P. Gallmann, "Honing voor voeding en gezondheid: een overzicht", Journal of the American College of Nutrition , vol. 27, nee. 6, blz. 677-689, 2008. 

83. D. Germain, "Oestrogeencarcinogenese bij borstkanker", Endocrinology and Metabolism Clinics of North America , vol. 40, nee. 3, blz. 473-484, 2011. 

84. O.O. Erejuwa, SA Sulaiman, en MSA Wahab, "Effecten van honing en zijn werkingsmechanismen op de ontwikkeling en progressie van kanker", Molecules , vol. 19, nee. 2, blz. 2497-2522, 2014. 

85. A.V. Tsiapara, M. Jaakkola, I. Chinou et al., "Bioactiviteit van Griekse honingextracten op cellen van borstkanker (MCF-7), prostaatkanker (PC-3) en endometriumkanker (Ishikawa): profielanalyse van extracten," Food Chemistry , vol. 116, nee. 3, blz. 702-708, 2009. 

86. A.N. Fauzi, MN Norazmi en NS Yaacob, "Tualang-honing induceert apoptose en verstoort het mitochondriale membraanpotentieel van menselijke borst- en baarmoederhalskankercellijnen", Food and Chemical Toxicology , vol. 49, nee. 4, blz. 871-878, 2011. 

87. A. Abdel Aziz, H. Rady, M. Amer en H. Kiwan, "Effect van sommige honingbijenextracten op de proliferatie, proteolytische en gelatinolytische activiteiten van de hepatocellulaire carcinoom Hepg2-cellijn," Australian Journal of Basic and Applied Sciences , vol. 3, nee. 3, blz. 2754-2769, 2009.

88. C.T.P. Wen, SZ Hussein, S. Abdullah, NA Karim, S. Makpol en YAM Yusof, "Gelam- en Nenas-honing remmen de proliferatie van HT 29-darmkankercellen door DNA-schade en apoptose te induceren en tegelijkertijd ontstekingen te onderdrukken", Asian Pacific Journal of Cancer Preventie , vol. 13, nee. 4, blz. 1605-1610, 2012.

89. S. Jaganathan en M. Mandal, "Honingbestanddelen en het apoptotische effect ervan in karteldarmkankercellen", Journal of Apiproduct and Apimedical Science , vol. 1, nee. 2, blz. 29-36, 2009. 

90. S. Ahmed en NH Othman, "Honing als een potentieel natuurlijk middel tegen kanker: een overzicht van zijn mechanismen", Evidence-Based Complementary and Alternative Medicine , vol. 2013, artikel-ID 829070, 7 pagina's, 2013.