Castanea sativa / Tamme kastanje

De Tamme kastanje, Castanea sativa Mill., hoort met Beuken en Eiken tot de Napjesdragersfamilie of de Fagaceae. Je vindt de Tamme kastanje in loofbossen, vooral in de heuvelachtige gebieden. Oorspronkelijk komt de Tamme kastanje uit Zuid-Europa. Volgens een lang bestaande legende zouden de Romeinen de soort meegenomen hebben tot ten noorden van de Alpen.

De bladeren van de Tamme kastanje staan verspreid in twee rijen in één vlak aan de takken. Ze zijn enkelvoudig, veernervig, lancetvormig en spits tot toegespitst. De grootste breedte is onder het midden. De rand is toegespitst of scherp getand. Ze zijn leerachtig, dun, van boven glanzend donkergroen, maar van onderen bleekgroen. De schors van de tot 30 m hoge bomen vertoont lengtegroeven die op scheuren lijken.

De bloeiwijzen zijn katjesdragende rechtopstaande, lange scheuten dicht bezet met toefjes mannelijke bloemetjes met witte meeldraden, die een zoetig weeïge geur verspreiden. Ze staan rechtop in de oksels van de bladeren. De vrouwelijke bloemen vormen onder in deze rechtopstaande scheuten een of twee kluwens binnen een napje. Tijdens de bloei gaan de bloeiwijzen steeds meer hangen. De napjes groeien na kruisbestuiving uit tot een stekelige bolster, waarbij de twee of drie vruchtbeginsels zich ontwikkelen tot een noot, de bekende eetbare kastanjes. De Tamme kastanje produceert ontzettend veel pollen en nectar. Pollen en nectar worden veel verzameld door bijen, kevers en vliegen. In juni als de boom bloeit is hij van veel belang voor nectar en pollen verzamelende bijen. Maar de productie van pollen is zo groot dat de helmknoppen ook heel veel pollen aan de lucht afgeven en in dat opzicht is de Tamme kastanje ook als windbestuiver te betitelen. Voor diegenen die gevoelig zijn voor het licht allergene pollen van de Tamme kastanje is hij een van de soorten die bijdragen aan het optreden van hooikoortsachtige verschijnselen in de maand juni.

Opmerkelijk is dat het strooisel van de Tamme kastanje veel beter verteert dan dat van de nauw verwante Beuk en Eik.

Castanea medicinaal

Medicinaal behoort Castanea zeker niet tot de tophonderd van de geneeskruiden Toch vind je de kastanje, het blad of de schors wel vermeld in de oude literatuur. Galenus schreef het kastanjemeel met honing voor tegen bloedspuwen. Ook Matthiolus vermelde de schors tegen bloedspuwen en buikloop. Waarschijnlijk is het de samentrekkende en bloedstelpende werking van de looistoffen die de werking veroorzaakt.

Dodonaeus adviseert het kastanjemeel samen met gerstemeel als papcompres op de 'gezwollen borsten der vrouwen'. Neemt Castanien-meel, Gersten-meel van elcks sooveel genoegh is, maeckt hier van met azijn een papken, ’t welck ghy op de gezwollen Borsten leggen zult.  Wat gezwollen borsten zijn kan ik me wel voorstellen, maar of dat een ziekte is, daar wil ik me niet over uitspreken.

Hedendaags zijn het vooral de knoppen van de Castanea sativa die in de gemmotherapie als glycerinemaceraat gebruikt worden. De knoppen worden in maart geoogst en met ethanol, glycerine en water gemacereerd. Deze preparaten hebben een sterke werking op de lymfecirculatie. Ze zorgen voor een drainage van het lymfesysteem in de benen. Te gebruiken bij : spataderen, veneuze stuwingen en cellulitis.

Edible Uses                                        

Edible Parts: Seed.

Edible Uses: Coffee;  Sweetener.

Seed - raw or cooked[2, 4, 5, 9, 12, 34]. A somewhat astringent taste raw, it improves considerably when cooked and is delicious baked with a floury texture and a flavour rather like sweet potatoes[K]. The seed is rich in carbohydrates, it can be dried, then ground and used as a flour in breads, puddings, as a thickener in soups etc [7, 63, 132, 183]. The roasted seed can be used as a coffee substitute[183]. A sugar can be extracted from the seed[183].

Medicinal Uses: Antidiarrhoeal;  Antiinflammatory;  Astringent;  Bach;  Expectorant.

Although more commonly thought of as a food crop, sweet chestnut leaves and bark are a good source of tannins and these have an astringent action useful in the treatment of bleeding, diarrhoea etc. The leaves and bark are anti-inflammatory, astringent, expectorant and tonic[4, 7, 165]. They are harvested in June or July and can be used fresh or dried[4]. An infusion has been used in the treatment of fevers and ague, but are mainly employed for their efficacy in treating convulsive coughs such as whooping cough and in other irritable conditions of the respiratory system[4, 7]. The leaves can also be used in the treatment of rheumatism, to ease lower back pains and to relieve stiff muscles and joints[254]. A decoction is a useful gargle for treating sore throats[254]. The plant is used in Bach flower remedies - the keywords for prescribing it are 'Extreme mental anguish', Hopelessness' and 'Despair'[209].

Other Uses: Basketry;  Fuel;  Hair;  Starch;  Tannin;  Wood.

Tannin is obtained from the bark[46, 223]. The wood, leaves and seed husks also contain tannin[223]. The husks contain 10 - 13% tannin[223]. On a 10% moisture basis, the bark contains 6.8% tannin and the wood 13.4%[223]. The meal of the seed has been used as a source of starch and also for whitening linen cloth[4]. A hair shampoo is made from the leaves and the skins of the fruits[7]. It imparts a golden gleam to the hair[7]. Wood - hard, strong, light. The young growing wood is very durable, though older wood becomes brittle and liable to crack[4]. It is used for carpentry, turnery, props, basketry, fence posts etc[4, 6, 7, 23, 46, 100]. A very good fuel[6].

References                                        


Castanea sativa Mill., also known as “sweet chestnut”, is a species of the Fagaceae family common to south Europe and Asia (mainly in China). Chestnut is comprised of fruit, integument (inner shell), pericarp (outer shell) and bur. The high economic value of chestnut is due to their nutritional composition being largely appreciated in Mediterranean countries [1,2]. High amounts of by-products are generated by chestnut processing chains, mainly shell and bur. The waste residues obtained from food, forest or agricultural industries are nowadays considered attractive, since they are inexpensive and their re-use provides huge environmental benefits.

Recently, some studies have reported the potentialities of C. sativa by-products, such as leaf, shell and bur, disclosing its richness in antioxidant constituents. The content of phenolic compounds and the antioxidant activity are associated with beneficial health effects such as anticarcinogenic, anti-inflammatory, cardioprotective and neuroprotective activities [1,3,4,5,6,7,8,9]. Phenolic acids (ellagic and gallic acid), flavonoids (rutin, quercetin and apigenin) and tannins were the main phenolic compounds reported [5,10]. Nevertheless, C. sativa bur had no described application and usually remains in the woodland after fruit harvesting, promoting the insect larvae proliferation [5]. The valorisation of this waste represents a new challenge for the chestnut chain in order to encourage the research of novel applications, focusing on sustainable approaches and obtaining new valuable products [2,11]. Taking into consideration the potentialities shown by the bur, it is expected that this by-product, after specific pre-treatments, could be a source of added value natural compounds with high interest to pharmaceutical, food and cosmetic industries [3,5,12].

Regarding the studies about the applicability of these by-products, chestnut leaf has been used for the prevention of diabetes and DNA injuries [13], antibacterial activity [14] and protection from skin-oxidative stress [9,15]. The shell could be used as a heavy metal adsorbent [16] and phenol substitute in adhesive formulations [17]. However, to the best of our knowledge, no reports on the use of this by-product for cosmetic formulations are available.

One of the major targets for oxidative stress is skin, since this organ is permanently exposed to external aggressions such as ultraviolet radiation (UV) and atmospheric pollution. Indeed, skin diseases, such as psoriasis, atopic dermatitis and cancer have been related with cutaneous oxidative stress, photoaging and photocarcinogenesis [18,19,20]. Direct evidences that UV radiation contributes to the production of reactive species in skin have been reported [21], justifying the use of antioxidants in skin-care products. Besides that, in recent years, consumers have shown a clear preference for natural products, particularly natural antioxidants. Thus, agro-industrial by-products, described as good sources of phenolic compounds, have been exploited to find new natural antioxidants with the purpose to replace synthetics one, which have been associated with more toxic side effects [4,22]. The abundance of phenolic compounds is generally related to a high antioxidant activity, providing in vivo protection against free radical damage and decreasing the risk of oxidative stress-related diseases such as degenerative diseases [23]. Oxidative stress occurs when there is an overproduction of reactive oxygen species (ROS), reactive nitrogen species (RNS) and reactive sulphur species (RSS) that interact and injure the structure and function of proteins, DNA and RNA molecules, lipids and sugars [24,25]. In particular, phenolic acids are mostly responsible for the prevention of oxidative processes [26], while flavonoids are able to activate antioxidant enzymes [27]. Likewise, C. sativa kernels have high amounts of phenols in their composition, particularly gallic acid and ellagic acid [28].

The aim of this study was to formulate hydrogels with C. sativa hydroalcoholic extracts in different concentrations (F2, F3 and F4) and to compare their behaviour with a formulation without extract (F1). The bioactive compounds were quantified by the determination of total phenolic content (TPC) and total flavonoids content (TFC) while the antioxidant activity was evaluated by DPPH radical-scavenging ability and ferric reducing antioxidant power (FRAP) assays. Also, all formulations were characterized regarding microbiological quality and technological properties (namely, colour, pH, moisture, rheology and texture).

Nowadays, the cosmetic industry is a field on the rise, increasing the demand for novel ingredients, preferably from natural sources. For this reason, the use of C. sativa bur as a source of phytochemicals with beneficial health effects in skin-care formulations contributes to the advance of this industry and consequently to the environmental and economic sustainability. The valorisation impact of this by-product could be huge, taking into account the broad geographic distribution of this crop. Also, this study gives, for the first time, a comprehensive evaluation of the applicability of chestnut bur extract in skin-care formulations.

In this work, different percentages of bur hydro-alcoholic extracts were incorporated in a hydrogel base. There is a proportional ratio between the concentration of extract in the hydrogel and its TPC, TFC and antioxidant activity; thereafter F4 presented the highest values. However, its pH is basic and not compatible with skin pH. Considering all the results, F3 was selected as the best one for cosmetic purposes based on the high values of TPC, TFC and antioxidant activity, and the technological properties which are suitable for skin application and, consequently, enhance the consumer acceptance. Regarding gel composition, the preservative proved to be efficient in preventing the growth of microorganisms. However, the composition of hydrogels could be improved to increase consumer compliance. For example, the appearance might be upgraded by addition of an opacifier such as titanium dioxide. Also, triethanolamine could be replaced by citric acid which is a natural ingredient used in the adjustment of acid/base balance.

Further investigations are needed to assess the safety of gels including in vitro studies, such as cell viability and cytotoxicity in different skin cell lines, as well as skin and ocular irritability tests. Likewise, in vivo studies, such as patch tests and sensitization studies, must be carried out.

References


Anticancer Activity  Uit http://etnobotanica.us/wp-content/uploads/2011/12/Plant-Monograph-Book-4.2013.pdf

C. sativa also displays strong anticancer activity against at least three human cancer lines. In one study, the ethyl acetate bark extract of sweet chestnut was applied to LoVo colon cancer cells, PC3 prostate cancer cells, and U373 glioblastoma cancer cells. The C. sativa extract eliminated 50% of the cancerous cells at 25 µg/mL for the colon cancer, 31 µg/mL for the prostate cancer cells, and 24 µg/mL for the glioblastoma cells (Frederich et al., 2009). Earlier studies showed that the cytotoxic activity was due to polysaccharides, but analysis of this extract showed little polysaccharides present (Frederich et al., 2009). Thus, Castanea sativa is an excellent in vitro anticancer agent for multiple cancer types  and deserves further study in animal models to determine its mechanism of action. Frederich, M., Marcowycz, A., Cieckiewicz, E., Megalizzi, V., Angenot, L., & Kiss, R. (2009). In vitro anticancer potential of tree extracts from the Walloon Region forest. Planta Med, 75(15), 1634-1637. 

C. sativa has numerous medicinal uses, some of which have been in use for thousands of years whereas others have only recently been discovered. Capable of preventing oxidative stress, inhibiting bacterial quorum sensing, eliminating bacteria and parasites, protecting the heart, stopping cancer and relaxing muscles, sweet chestnut shows tremendous potential as both a medicinal food and as a source of novel  medicines. Due to its high concentration of phenolic compounds, including hydrolysable tannins and condensed tannins, C. sativa displays extraordinary antioxidant capabilities that establish its importance as a medicinal food that promotes general health by preventing causes of disease. 

Numerous other properties, such as its anticancer, cardioprotective and antibacterial activities, warrant further study and show promise in the development of pharmaceuticals using chestnut compounds to improve human health and treat illnesses. Considering the wide breadth of traditional uses that have not been validated, there may be other medicinal applications of C. sativa found in future studies. Sweet chestnut’s excellent taste and health benefits deserve a place in the diet of all seeking to maintain and improve their health, and its potent ability to treat several diseases could dramatically improve our well being and recovery from disease.


Gemmotherapie chataignier 

Description courte : Draineur du système veineux, anti congestif, combat la stase veineuse, anti œdémateux, anti cellulite, 

Propriétés thérapeutiques : Son action se situe essentiellement pour favoriser le bon fonctionnement veineux et lymphatique. Le bourgeon de châtaignier permet de lutter contre la stase veineuse évitant ainsi les phénomènes congestifs et les varices. Efficace en présence d’ulcère variqueux il élimine les érythèmes péri-ulcéreux.  Grace à ses propriétés anti œdémateuses, il agit efficacement sur la cellulite. 


Kastanjesoep

Kastanjes zijn heel gezond en helpen ons tegen algemene vermoeidheid en zwakte. Nu ze volop te vinden zijn is het dus het moment om ze te gebruiken in de keuken. Je kan ze poffen, je kan er puree van maken, ze verwerken in een cake maar je kan er ook heerlijke soep van maken.

Wat heb je nodig? (voor 4 personen)

500 gram verse tamme kastanjes

Was de kastanjes en maak in elke noot een insnijding. Kook ze in ruim water een 20 tal minuten tot ze gaar zijn. Giet ze af, laat ze afkoelen en verwijder daarna de schilletjes. Schil de aardappelen en de wortel en snijd ze in stukjes, alsook de schoongemaakte selder. Stoof de groentjes een paar minuten in wat olijfolie. Voeg daarna de kastanjes en het water toe. Kruid met peper en zout en laat alles koken tot de groenten gaar zijn. Mix de soep met een staafmixer en breng daarna eventueel nog op smaak indien nodig. Voeg net voor het opdienen wat lichte room toe en werk af met wat gebakken broodkorstjes.


Poffen en koken van kastanjes

Naast lekker rauw uit het vuistje opknabbelen worden ze erg veel gepoft en gepureerd. Zeker in de decembermaand wordt er veel gedaan in de keuken met tamme kastanjes. Tamme kastanjes zijn ook erg populair op de BBQ en aan een stokje geregen boven een open vuur of haardvuur ( poffen)

Je kunt ze ook poffen in de oven: verwarm de oven voor op 220 graden en bekleed een bakpkaat met bakpapier. Zet een kruis in de bovenkant van de tamme kastanje met een scherp mesje. Pof de kastanjes ongeveer 10 minuten in de oven tot ze open springen. Laat goed afkoelen, en pel ze vervolgens. In de pan kan ook: Laat een klontje kokosolie smelten in de pan en doe de kastanjes erbij. Laat de tamme kastanjes op een middelhoog vuur 20 minuten poffen, schep ze regelmatig even om.

Koken en pureren is een goede tweede meest populaire bereiding met tamme kastanjes. Vul een pan met water en breng dit aan de kook. Doe de kastanjes in de pan, zorg dat ze goed onder water staan, ze nemen nogal wat vocht op. Kook ze zacht, zoals je ze wenst. De kooktijd voor stevige tamme kastanjes is ongeveer 30 minuten, wil je puree maken, laat de kastanjes dan ongeveer 45 minuten koken. Let wel op dat ze van onderen niet gaan aanbranden.


Tamme kastanje pasta

Je kunt ook van gekookte tamme kastanjes boterhampasta maken. Pureer de gekookte tamme kastanjes in de keukenmachine samen met een klontje zachte kokosolie ( laat niet geheel smelten) en voeg er eventueel, voor een zoete spread een theelepel suiker, honing of andere zoetstoffen aan toe. Een hartige spread krijg je met gedroogde verse kruiden, zoals kerrie, ras el Hanout of za’tar. Pureer dit in de keukenmachine tot een smeuïge massa. Zorg er goed voor, dat de gekookte kastanjes goed zijn uitgelekt en laat ze liefst enige tijd goed afkoelen. 


Gebruik vroeger. Geschiedenis

Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Onze gewone kastanjes zijn zeer droog en wat tezamen trekkend van aard, anders in warmte en koude middelmatig gesteld, ze hebben nochtans er enige winderigheid bij en daarom ziet men dat als ze op het vuur of in de as gelegd worden met een gekraak of geluid weg springen, tenzij dat men hun schil of huid snijdt of pikt om die besloten winden die daarin zijn ruimte en doorgang te geven. Omdat ze winden maken daarom verwekken ze tot onkuisheid.

De kastanjes zijn de edelste van alle eikels en onder alle wilde vruchten, zegt Galenus. Van de rouwe gedroogde kastanjes nadat ze gestoten, gepoederd of tot meel gebracht zijn mag ook wel brood gebakken worden, zoals sommige verzekeren, maar dit brood is zeer breekbaar en vermorzelbaar en is moeilijk om te verteren en zinkt bijster traag naar beneden. Dan zulk brood zou goed mogen wezen en behulpzaam diegene die enige buikloop of rode loop hebben.

De afgevallen bladeren van de kastanjeboom, opgenomen eer het regent dienen om de beesten er op te leggen en ze worden ook goede mest en dienen om de kussens te vullen.

De kastanjebomen hebben hard hout en goed om latten en wagens van te maken daar de wijngaarden op liggen en de duigen, repen, bruggen, goten, stijlen en diergelijke werken, dan voor brand of om er kolen van te maken dienen ze niet.’

De kastanjes uit het vuur halen is een uitdrukking die ontleend is aan de fabel. Een aap die kastanjes uit het vuur wilde halen was bang zich te branden en gebruikte hiervoor de poot van een daarbij liggende slapende hond. Zie Vondel:

“De simme kastanien uyt den viere track

Met des hondts poot, daer neffens slapende

So doen som profijt, met ‘t meeste ghemack

Met eens anders perijckel; daer op gapende

Godt is de schalkaers oock wel betrappende”.

Die kastanien aus dem Feuer holen, Tirer les marrons du feu, to pull the chestnuts out of the fire.

Kastanjes werden wel in het vuur gelegd met de namen van de aanbidders erop. Bleven ze rustig liggen was dit een teken van trouw, diegenen die opsprongen of knapten, waren ontrouw. Kastanjes waren een soort huwelijksorakel in Engeland. Naar dit geluid maakte Shakespeare Taming of the shrew 2,208:

"Do you tell me of a woman's tongue

That gives not half so great a blow to hear

As will a chestnut in a farmer' s fire?".

Symbool van "doe me recht".

Kastanjes zijn niet voor iedereen aangenaam en sommige mensen krijgen ademnood van kastanjes. Ze worden in Parijs verkocht als gepofte kastanjes op de hoek van de straat. In Frankrijk en Italië werd de vrucht wel gebruikt als een vervanger voor brood. In Corsica maakten ze er koeken van die polenta genoemd werden. Het meel gold als versterkend voor landlieden, beter nog dan bonen. Volgens de ouden geeft het een stevig voedsel dat de vrouwen goed van humeur maakte.

Geroosterd of gekookt is het een delicatesse en zou dan stimulerende krachten bezitten. Van Beverwijk; "Zij hinderen het hooft en verwekken de geile minnegloed, oordelen ook met anderen dat ze door hun winderigheid veel eerder een wellust prikkel zijn. Het schijnt dat ze zo vast bebolwerkt zijn, (de vrucht) dat men ermee zo geprikkeld en gestoken wordt voor men aan de vrucht komt wat Petrus Gravina met de dood bekocht heeft. Een zinnebeeld, zo men zegt, hoe sommigen geprikkeld en gestoken door Venus prikkels zijn omgekomen voor ze de vrucht, waar naar zij snakten, gesmaakt hadden".

Culpeper meldt de chestnut onder Jupiter en daarom moeten zijn noten goed bloed geven en een goede voeding voor de body. Teveel eten maken het bloed dik en veroorzaakt hoofdpijn.

Door de H. Hildegard werden de bladeren tegen hoesten en de vruchten tegen hoofdpijn, hart-, lever-, milt- en maagkwalen gebruikt. Overeenstemmend met de inschatting van de kastanje als heilplant tijdens de middeleeuwen stond ook het vele voorkomen van de boom in de tijd van Albertus Magnus. Een verder gebruik was van zijn vruchten tegen slangenbeten en hondsdolheid.

Een papje ervan met gerstemeel en azijn werd wel opgelegd om de hardheid van de borsten tegen te gaan. Met zout gestampt en met honig vermengd werd het gebruikt tegen de beet van een dolle hond. Een afkooksel van de vrucht en bast werd gebruikt tegen diarree.

Verder is er weinig ophef over de kastanje. Men zegt alleen dat God de tamme kastanje schiep en de duivel de paardenkastanje. Een compliment voor de boom.

Het hout geldt als zeer duurzaam en benadert eikenhout. Het spinthout is smal en vuilwit van kleur. Het kernhout is grijsgeel en verkleurt langzaam aan van licht- tot donkerbruin. Het wordt gebruikt voor palen in wijngaarden en als duigen voor wijnvaten waardoor de smaak en het bouquet van de wijn goed blijven. In Z. Europa was het beroemd om de olie- en wijnvaten die ervan gemaakt werden. Men zegt dat er een goede verstandhouding is tussen kastanjes en wijn. Is het een goed wijnjaar, dan is het ook een goed kastanje jaar. Ze hebben dan ook alle twee warmte nodig. Het hout is niet geschikt voor haardvuur want als de brand erin gaat knettert en spat het. Wel werden er waterbuizen van gemaakt en andere waterdichte voorwerpen. Is zeer geschikt om er spoorbielzen van te maken en is zowel onder- als bovengronds zeer duurzaam. Het hout is weinig buigzaam en moeilijk te bewerken. Wordt gebruikt om er meubels van te maken, in de wagenmakerij, muziekinstrumenten als piano's en voor houtsnijwerk. Als geriefhout wordt het om de 8-12 jaar omgezaagd en kan dienen voor erfafscheiding.