Gemmotherapie: Aesculus hippocastanum (Paardenkastanje) heeft een versterkende werking op de vaatwanden. Voorkomt ontstekingen van de spataderen en werkt bevorderend op reeds ontstoken vaatwanden.Aangewezen bij: Aambeien. Spataderen. Anaalkloven. Kneuzingen.
Witte paardenkastanje (Aesculus hippocastanum)
Stevige boom tot de kleine familie van de Paardenkastanjes behorend.
In april-mei valt de bloei te bewonderen.
Alle soorten vruchtbare grond zijn geschikt. Veel aangeplant als sierboom in park en laan.
Uit de Balkan afkomstige boomsoort en voor de Duitse keizer Maximiliaan II in 1565 geplant. Er bestaan eveneens Amerikaanse soorten en ook enkele in Azië.
Naam
De toevoeging “hippocastanum” is letterlijk “paarden-kastanje”. Mogelijk introductie in Europa als Turks paardenvoer. Het bladlitteken lijkt op een hoefijzer met spijkergaten. De betekenis van “Aesculus” is onduidelijk en gold vóór Linnaeus echter de wintereik.
De Rode kweekvorm heeft “carnea” als soortnaam gekregen, hetgeen “vlezig” beduidt en afgeleid is van “caro”(=”vlees”). De bloemkleur is de aanleiding voor de soortnaam.
Kenmerk
Dikke (tot 3 cm) kleverige bruine knop aan het eind van de stevige dikke omhoog gekrulde twijg. Komt al vroeg in het voorjaar tot uitbotten; ook binnenshuis. Na het uiteen wijken van de knopschubben komt een wollige scheut met bladeren tevoorschijn. De grote rechtop staande kaarsvormige samengestelde bloeiwijzen komen daarna tot ontplooiing. De witte kroonblaadjes hebben een geel honingmerk dat later naar rood verkleurt. De bloem bevat nectar.
Het blad is 5-7-tallig handvormig gedeeld en heeft een lange dikke steel. In de herfst is er al vroeg geel en bruin verkleuring. Het blad valt dan met steel en al in zijn geheel af en breekt pas daarna uiteen.
De stekelige 3-kleppige doosvrucht bevat meestal 1 gladde glanzende ronde kastanjebruine stevige vrucht met een lichte doffe vlek (reebok-oog = buckeye). De bolster met vrucht valt af en breekt daarbij meestal.
De dichte breed uitgespreide boomkroon laat weinig licht door. Takken kronkelig. De zware stam vertoont een naar rechts gedraaid afbladderend schorspatroon. Het vrij zachte hout is weinig bruikbaar.De roodbloeiende (A. carnea) kweekvorm blijft kleiner, groeit minder snel en heeft weinig en kleine vruchten in gladde bolsters. De knoppen kleven niet.
Therapeutic actions gemmo
Venous remedy which has anti-inflammatory properties through its action on easing venous congestion. It also eases breathing (possibly due to its action of removing venous congestion)
Clinical indications gemmo
Recommended for broken capillaries, spider veins, telangiectasia, blotched face and peri-ulcerous erythema.
Vericose ulcers, particularly for hemorrhoids, acute hemorrhoidal thrombosis
Acne rosacea
Facilitates breathing and is indicated in emphysema, pulmonary insufficiency, dilation of the bronchus, chronic asthma, shortness of breath, and disturbances of venous flow
References
↑ Ledoux, Frank and Gueniot, Gerard.(2012)Phytembryotherapy: The Embryo of Gemmotherapy, Editions Amyris. Spain.