Rapport Nederland Europa

http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/090433002.pdf

Voedingssupplementen met kruiden (kruidenpreparaten) hebben een onschuldig imago en worden vaak gebruikt vanwege al dan niet onderbouwde gunstige effecten op de gezondheid. Er zijn veel verschillende kruidenpreparaten te koop, ook via internet. Conform het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten moeten alle kruidenpreparaten veilig zijn. De veiligheid en samenstelling van kruidenpreparaten worden echter niet getoetst voordat ze op de markt worden gebracht. Dit wordt alleen achteraf gedaan, als er aanwijzingen zijn dat een product een gevaar voor de volksgezondheid kan opleveren. Het is vaak lastig om de risico’s van de kruidenpreparaten te beoordelen, omdat er weinig bekend

is over de samenstelling van het preparaat (bijvoorbeeld welk deel van de plant is gebruikt en hoe is het extract gemaakt). In opdracht van de NVWA inventariseert het RIVM momenteel welke mogelijkheden er zijn om de (Nederlandse) wetgeving voor kruidenpreparaten zodanig aan te passen dat deveiligheid en kwaliteit van de producten beter wordt gewaarborgd.

Als eerste stap hiertoe geeft dit briefrapport een overzicht van de huidige wetgeving voor voedingssupplementen met kruiden (kruidenpreparaten). Daarnaast beschrijft dit briefrapport de wetgeving voor andere producten voor menselijk gebruik waar kruiden in verwerkt kunnen worden (levensmiddelenadditieven, levensmiddelenaroma’s, cosmetica en geneesmiddelen). Voor elk wettelijk kader is gekeken naar de eisen voor registratie/notificatie, kwaliteit, veiligheid en etikettering. Hierbij worden de Europese wetgeving en de aanvullende nationale wetgeving in Nederland behandeld. De effectiviteit/werkzaamheid (bijvoorbeeld gezondheidsclaims voor kruidenpreparaten) valt buiten de opdracht en is buiten beschouwing gelaten.

Voor kruidenpreparaten geldt het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten. Er is geen specifieke Europese wetgeving voor kruidenpreparaten. Kruidenpreparaten in supplementvorm vallen onder de wetgeving voor voedingssupplementen: de Europese supplementenrichtlijn en het Nederlandse Warenwetbesluit en de Warenwetregelingen over supplementen. Voor de toevoeging van vitaminen, mineralen en andere stoffen aan levensmiddelen geldt Verordening (EG) 1925/2006. Een ‘andere stof’ is in dit kader gedefinieerd als een stof die geen vitamine of mineraal is, maar wel een nutritief of fysiologisch effect heeft. De toevoeging van (bestanddelen uit) kruiden aan supplementen valt hier ook

onder. Kruidenpreparaten die nieuwe voedselingrediënten bevatten moeten voldoen aan Verordening (EG) 258/97. Daarnaast gelden voor

kruidenpreparaten onder andere de algemene levensmiddelwetgeving en de wetgeving met betrekking tot levensmiddelenetikettering.

De General Food Law (Verordening (EG) 178/2002) bepaalt dat alle levensmiddelen veilig moeten zijn. Het Warenwetbesluit Kruidenpreparaten

bepaalt verder dat bepaalde stoffen of planten niet, of maar in beperkte mate, aanwezig mogen zijn. In tegenstelling tot bijvoorbeeld voedseladditieven en geneesmiddelen is er geen registratie en/of notificatieplicht voor kruidenpreparaten. Hierdoor is niet bekend welke producten er allemaal in Nederland op de markt zijn. Er zijn geen specifieke kwaliteitseisen beschreven in de wetgeving voor kruidenpreparaten. Uitgangsmaterialen en productieprocessen liggen niet vast. Tot slot staan er in het Warenwetbesluit RIVM Briefrapport 090433002

Kruidenpreparaten geen specifieke etiketteringseisen met betrekking tot

veiligheid.