Thomas More

De man die zijn geweten volgde en niet zijn koning

Humanist

Thomas More wordt op school tweetalig opgevoed: Latijn en Engels worden voor hem de dagelijkse omgangstalen. Hij correspondeert met zijn kinderen in het Latijn en schrijft de meeste van zijn boeken in die voor hem nog levende taal. Hij is dan ook een echte humanist. De studie van de klassieke talen en geschriften is voor hem een leven lang een geliefde bezigheid. Hij heeft ook vele humanistische vrienden, zoals de geleerde deken van St. Paul's Cathedral, John Colet, en de Nederlander Desiderius Erasmus, die veel bij hem logeert. Op een diplomatieke reis naar de Lage Landen verblijft More een paar maanden bij Pieter Gilles, die gemeentesecretaris is van Antwerpen en bevriend is met Erasmus. Hier begint hij aan zijn boek Utopia, dat hij in het Latijn schrijft. De verteller in dit boek geeft in het eerste deel een scherpe en humorvolle beschrijving van de misstanden van uitbuiting en corruptie in de dan bestaande samenleving en in het tweede deel volgt een analyse van een ideale samenleving op het eiland Utopia. Daar bestaat geen privébezit van geld en goederen. Daar hoeft niemand langer dan zes uur per dag te werken. Daar krijgt iedereen gratis een woning, kleding, eten, onderwijs en verzorging bij ziekte en ouderdom. De regering is er voor de burgers en niet andersom. Wie ondanks alle zorg toch eigenwijs en dwars is, wordt door de vorst met harde hand in het gareel gedwongen en kan zelfs tot dwangarbeid veroordeeld worden. Door veel socialisten en communisten is dit werk later enorm geprezen. De communisten verwijten More alleen de utopische verwachting dat vorsten in staat zouden zijn zo’n droomwereld te realiseren. Zij menen dat alleen via revoluties van onderop een dergelijke samenleving mogelijk is.

Een afbeelding uit More's welbekende boek over het denkbeeldige eiland Utopia.

Thomas More en zijn vriend Desiderius Erasmus bezoeken het hof van koning Hendrik VII. Thomas More biedt een jonge prins - de latere Hendrik VIII - een geschreven document aan. Schildering (detail) in Westminster Hall, 19e eeuw.

Conflict met Hendrik VIII

Prins Hendrik wordt op twaalfjarige leeftijd vanwege het geld en de goede relaties met Spanje gedwongen tot een verloving met de zes jaar oudere Catharina van Aragon. Zij is dan de weduwe van zijn overleden oudste broer Arthur. Het huwelijk is desondanks harmonieus, maar wordt overschaduwd doordat er na de geboorte van een meisje vijf keer een dood kindje wordt geboren. Hendrik wil per se een mannelijke erfgenaam. Als Catharina in de onvruchtbare leeftijd komt, wil Hendrik van haar scheiden en trouwen met Anna Boleyn. Pauselijke goedkeuring lijkt geen probleem, omdat het huwelijk destijds opgedrongen is. Maar het pakt anders uit. Catharina is een tante van keizer Karel V en die laat haar niet zo maar van het Engelse hof wegjagen. De paus is afhankelijk van de steun van Karel V in deze tijd van de Reformatie. Hij wijst het verzoek dus af. Hendrik krijgt wel toestemming van de Engelse bisschoppenconferentie en van het eigen parlement. En ook Thomas More accepteert de goedkeuring, maar niet het vervolg: het losscheuren van de Engelse of Anglicaanse kerk van die van Rome. Hij is er principieel van overtuigd dat niemand in welke omstandigheid dan ook gerechtigd is de christelijke eenheid onder leiding van de paus van Rome, zoals Jezus die volgens hem bedoeld heeft, te doorbreken. Deze principiële gedachte blijft hij trouw en dat zal uiteindelijk zijn dood betekenen.

Blijvende betekenis

Vierhonderd jaar na hun gewelddadige dood worden in 1935 zowel Thomas More als bisschop John Fisher door de katholieke kerk heilig verklaard. Dat verbaast niemand. Verrassender is echter dat in 1980 de Engelse kerk hen ook toevoegt aan haar kalender van heiligen en helden. Ze worden in de anglicaanse kerk sindsdien herdacht op 6 juli, de sterfdag van More. Zij die zich tot in de dood verzet hebben tegen de afsplitsing van Rome, worden nu in de afgesplitste kerk geëerd. De christelijke kerken beseffen inmiddels maar al te goed dat de godsdienstoorlogen van de zestiende en zeventiende eeuw veel verwoesting en menselijk lijden veroorzaakt hebben. Des te meer wordt de aandacht getrokken door die personen die toen gematigde standpunten innamen en niet vanwege lijfsbehoud, macht en materieel gewin hun principes gemakkelijk opzij schoven. Paus Johannes Paulus II heeft Thomas More in het jaar 2000 uitgeroepen tot ‘hemelse patroon van de staatslieden en politici’. Hiermee wordt niet alleen een standvastig staatsman geëerd, maar ook een man van grote eruditie en wijsheid.