Abraham Kuyper

De organisator van de kleine luyden

Liberale politieke en economische ideeën

In 1848 (grondwetswijziging van Thorbecke) is de macht van de koning ingeperkt. De ministers zijn verantwoordelijk voor alle bestuursbesluiten. Zij kunnen door het parlement ter verantwoording worden geroepen. De liberaal Thorbecke wilde de vrijemarkteconomie laten bepalen wat goed is voor consument en producent. En omdat er alleen kiesrecht was voor welgestelden, werd dat niet echt als een probleem gezien. Armoede werd gezien als een goddelijk gegeven; armenhulp was liefdadigheid.

Conservatieven wilden alles bij het oude laten. Tradities werden erg belangrijk gevonden. Liberalen vonden dat de staat zich moest beperken in het regelen van maatschappelijke, politieke en economische vraagstukken: “Ieder voor zich en God voor ons allen”. Maar aan het eind van de 19e eeuw kon je de liberalen onderverdelen in “progressieven” en “behoudenden”. Uit de progressieve groepering kwam later een deel van de socialisten voort.

Anti-revolutionaire ideeën

Met zijn anti-revolutionaire ideeën (tegen de idealen van de Franse Revolutie, waarbij de autonome mens alles zelf denkt te kunnen bepalen) vond Kuyper dat er op allerlei maatschappelijke terreinen te weinig rekening werd gehouden met het christelijk geloof. Volgens hem moet het geloof in God invloed hebben op het gezin, de kerk, de school, het bedrijf, de wetenschap etc. Vandaar zijn drive om dat te stimuleren via een krant, een politieke partij, een universiteit, een gereformeerde kerk, een christelijke werknemersorganisatie.

Liberale politieke en economische ideeën

In 1848 (grondwetswijziging van Thorbecke) is de macht van de koning ingeperkt. De ministers zijn verantwoordelijk voor alle bestuursbesluiten. Zij kunnen door het parlement ter verantwoording worden geroepen. De liberaal Thorbecke wilde de vrijemarkteconomie laten bepalen wat goed is voor consument en producent. En omdat er alleen kiesrecht was voor welgestelden, werd dat niet echt als een probleem gezien. Armoede werd gezien als een goddelijk gegeven; armenhulp was liefdadigheid.

Conservatieven wilden alles bij het oude laten. Tradities werden erg belangrijk gevonden. Liberalen vonden dat de staat zich moest beperken in het regelen van maatschappelijke, politieke en economische vraagstukken: “Ieder voor zich en God voor ons allen”. Maar aan het eind van de 19e eeuw kon je de liberalen onderverdelen in “progressieven” en “behoudenden”. Uit de progressieve groepering kwam later een deel van de socialisten voort.

Anti-revolutionaire ideeën

Met zijn anti-revolutionaire ideeën (tegen de idealen van de Franse Revolutie, waarbij de autonome mens alles zelf denkt te kunnen bepalen) vond Kuyper dat er op allerlei maatschappelijke terreinen te weinig rekening werd gehouden met het christelijk geloof. Volgens hem moet het geloof in God invloed hebben op het gezin, de kerk, de school, het bedrijf, de wetenschap etc. Vandaar zijn drive om dat te stimuleren via een krant, een politieke partij, een universiteit, een gereformeerde kerk, een christelijke werknemersorganisatie.

Bijzondere scholen

Officieel was er vrijheid van onderwijs. Bijzondere scholen kregen echter geen subsidie. Kuyper stimuleerde de oprichting van “Scholen met den Bijbel”, waar christelijk onderwijs werd gegeven. Aanvankelijk was dat soort onderwijs voor rekening van de ouders of de kerk. Alleen openbare scholen werden door de overheid betaald. Pas in 1917 werd het bijzonder onderwijs gelijkgesteld aan het openbare, wat de financiën betreft. Als “compensatie” accepteerden de confessionele partijen het algemeen mannen- en vrouwenkiesrecht…

De tandem in de politiek. Kuyper als leider van de anti-revolutionairen werkte in de schoolstrijd nauw samen met Schaepman, de politieke leider van de katholieken.

Betekenis

Abraham Kuyper was onze eerste “minister-president”. Nu leidt de premier het ministerie van Algemene Zaken, maar begin 20ste eeuw waren er alleen vakministers. In het reglement van orde van de ministerraad werd geregeld dat Kuyper voortaan de ministerraad zou voorzitten. Daarnaast was hij minister van Binnenlandse zaken.

Kuyper heeft op veel terreinen een belangrijke rol gespeeld in Nederland. Niet alleen “had” hij een dagblad (De Standaard) en een weekblad (De Heraut), zowel in de kerk, het onderwijs, de landelijke politiek en niet te vergeten de emancipatie van de gewone gereformeerde bevolking is hij van grote betekenis geweest.

Abraham Kuyper is een dankbaar onderwerp voor spotprenttekenaars geweest. Hier zien wij een bekende politieke prent van de hand van Albert Hahn jr.

Gedeukt, geknauwd, gehavend, - maar nog altijd de Geweldige. Politieke prent door Albert Hahn jr. in De Notenkraker, december 1911.