Ria (Maria Brigitta Catharina) de Bruijn wordt op 2 november 1938 in Driebergen geboren. Zij is de oudste dochter in een katholiek gezin van zeven kinderen. Haar vader is hoofdonderwijzer aan de katholieke lagere school; zij zit later bij hem in de klas. Aan een meisjesschool in Amersfoort volgt zij het gymnasium zowel in de alpha- (talen) als de beta- (exacte vakken)richting en behaalt in 1955 glansrijk het diploma. Van 1955 tot 1961 studeert zij klassieke letteren aan de Universiteit Utrecht. Haar doctoraalscriptie heeft als titel De vrouw in de Griekse tragedie. Ook zij maakt de stap naar het onderwijs. Vanaf 1962 werkt zij als eerste lerares klassieke talen op een jongensschool, een katholiek lyceum in Overveen.
Intussen ontmoet zij Karel Beckers, leraar en vormingswerker. Met hem trouwt ze in Kerkrade In 1965. Zij neemt, zoals toen gebruikelijk, de achternaam van haar man aan. In het gezin van Ria en Karel worden een zoon en een dochter geboren; een derde kind, een meisje, wordt geadopteerd. Het gezin vestigt zich in Oegstgeest. In 1970 maakt de katholieke Ria de overstap naar het openbaar Stedelijk Gymnasium in Leiden.
Keuze voor de PPR
In die jaren kiest zij uit idealisme en tegelijk zorg over het milieu voor de politiek. Het echtpaar Beckers vindt politiek onderdak bij de net opgerichte Politieke Partij Radikalen (PPR), een linkse afsplitsing van de Katholieke Volkspartij (KVP) waarbij ook ARP’ers zich aansluiten. Al snel klimt zij op in de partij: in 1973 wordt zij opgenomen in het bestuur, een jaar later wordt zij partijvoorzitter. Daarvoor geeft zij zelfs haar baan als lerares klassieke talen op. Gedreven door hetzelfde idealisme en om de carrière van zijn vrouw mogelijk te maken besluit Karel een groot deel van zijn baan op te geven om zijn vrouw te ondersteunen.
Hoewel zij nog geen lid van de Tweede Kamer is, neemt zij In het verkiezingsjaar 1977 het lijsttrekkerschap over van de in PPR-kringen populaire Bas de Gaay Fortman. Ria is dan de eerste vrouwelijke lijsttrekker in Nederland. Dat valt toevallig samen met de campagne ‘Stem eens op een vrouw!’, een actie gericht op kiezers van alle partijen om meer voorkeurstemmen voor vrouwen te krijgen. Daar zullen zal Ria en de PPR geen vruchten van plukken. Van de zeven zetels die de PPR vier jaar eerder onder De Gaay Fortman heeft veroverd, gaan er in 1977 vier verloren. Een beetje wrang is dat bij dezelfde verkiezingen de PvdA onder premier Joop den Uyl, coalitiepartner in de voorgaande jaren, haar grootste overwinning uit de geschiedenis behaalt. Ria wordt de eerste vrouwelijke fractievoorzitter in de Tweede Kamer, maar het zetelverlies zal door haar in de daarop volgende twaalf jaar nooit meer worden goedgemaakt.
Verkiezingsposter van de PPR bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1977
Oppositie en kruisraketten
In de daarop volgende jaren is zij een van de voornaamste woordvoerders van de oppositie tegen de kabinetten geleid door CDA’er Van Agt (1977-1982), maar vooral die tegen de kabinetten tussen 1982 en 1994, geleid door Ruud Lubbers (CDA). Haar zorg voor gerechtigheid, vrede en solidariteit en vooral de politieke vertaling daarvan leidt in de Kamer tot menig fel debat met premier Ruud Lubbers, gezien zijn katholieke achtergrond eigenlijk een geestverwant. Ria roept hem - Lubbers ervaart het als irritant - in allerlei kwesties op haar eigen wijze voortdurend ter verantwoording.
‘Klein links’ (PPR-PSP-CPN) lijkt in het begin van de jaren tachtig buiten de Tweede Kamer een groot succes te behalen. De drie partijen maken deel uit van het Komitee Kruisraketten Nee, dat zich verzet tegen de plaatsing door de NAVO van zogenoemde kruisvluchtwapens in Nederland. Er worden twee grote demonstraties georganiseerd in respectievelijk Amsterdam (1981: 400 000 deelnemers) en Den Haag (1983: 500 000 deelnemers), waarmee wordt gepoogd het kabinet op andere gedachten te brengen. Het verhindert niet dat het kabinet-Lubbers na lang aarzelen in 1985 toch akkoord gaat met de plaatsing. In de praktijk zal hiervan niets terecht komen, aangezien de VS met de Sovjet-Unie een akkoord over kernwapens sluiten.
Op 29 oktober 1983 werd de grootste protestbetoging ooit in Nederland gehouden. Het Komitee Kruisraketten Nee organiseerde de demonstratie die tegen de plaatsing van 48 kruisraketten in Woensdrecht was en tegen de plaatsing van kernwapens in Europa. Aan de vredesdemonstratie deden 550.000 deelnemers mee.
Geweten van de politiek
De opeenvolgende Tweede Kamerverkiezingen leveren steeds een bescheiden resultaat voor de PPR (1981 drie zetels, 1982 twee zetels, 1986 twee zetels). Ria blijkt niet zo’n stemmentrekker en dat heeft veel te maken met haar optreden: een onwrikbaar geloof in wat goed en niet goed is, rechtlijnig en vol afkeer van theaterpolitiek. In de Tweede Kamer valt zij op door gedreven manier van debatteren, waarmee ook nogal eens de spot wordt gedreven. De snik in haar stem draagt bij aan het imago van een politica die zich door onrecht laat emotioneren. Pogingen om haar in de media voor het voetlicht te krijgen mislukken vrijwel allemaal. Ria moet er diep in haar hart ook eigenlijk niets van hebben.
Klein-links wordt GroenLinks
Het blijkt hoe het klein-zijn van een partij ook zijn nadelen heeft. Ondanks de gunstige peilingen vooraf zijn de uitslagen van de Tweede Kamerverkiezingen in 1986 vooral voor de andere kleine linkse partijen rampzalig. Het blijkt dat heel wat linksgeoriënteerde kiezers op het laatste moment toch stemmen op de Partij van de Arbeid, de grootste partij van links. De noodzaak om de krachten bij klein-links te bundelen doet zich meer dan ooit voor. Aan de basis, zoals bij de verkiezingen van gemeenteraden en Provinciale Staten, zijn de partijen al gewend aan lijstverbindingen.
Het toenaderingsproces raakt in een stroomversnelling en leidt uiteindelijk tot concrete samenwerking. Zelfs het onbespreekbare woord fusie wordt niet geschuwd. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1989 presenteren de drie partijen met als vierde partner de Evangelische Volks Partij (EVP) een gezamenlijke GroenLinks-lijst, waarvan Ria de lijsttrekker wordt. Het resultaat van de verkiezingen, zes zetels, valt gezien de hoge verwachtingen echter tegen. Eigenlijk wil Ria dan de politiek verlaten, maar uit loyaliteit aan het nieuwe GroenLinks voelt zij zich verplicht als fractievoorzitter in de Kamer te blijven. Ook dan valt het politieke klimaat in en rond het Binnenhof voor ‘de akela van GroenLinks’ nog niet mee. Zij denkt er zelfs over om bij de in haar ogen saaie Algemene Beschouwingen niet deel te nemen aan het parlementaire debat. De fractie vreest dat het contraproductief zal werken en weet haar hiervan te weerhouden.
In 1993, in de aanloop van nieuwe Tweede Kamerverkiezingen, besluit zij na zestien jaar fractievoorzitterschap de politiek te verlaten om meer tijd aan haar privéleven te kunnen besteden. Ria en haar man wonen dat een tijdje op een woonboerderij in Wadenoijen (Betuwe). In interviews laat zij merken teleurgesteld te zijn over de teloorgang van het progressieve idealisme in Nederland.
Ria Beckers spreekt op het PPR-congres op 17 juni 1989 in Amsterdam. Achter haar spandoeken van de PPR en Groen Links.
Nationaal Archief / Wikimedia CommonsRia Beckers is gekozen tot lijsttrekker voor Groen Links. Rechts: partijvoorzitter Bram van Ojik.
Nationaal Archief / Wikimedia CommonsNa de politiek
Toch is Ria na haar politieke carrière bepaald niet non-actief. Zij blijft zich inzetten voor het milieu en wordt o.a. voorzitter van de Stichting Natuur en Milieu. Ook wordt zij voorzitter van Biologica (tegenwoordig Bionext), een organisatie op het gebied van biologische landbouw en voeding. In het tuindersbedrijf van haar man bij de woonboerderij worden onbespoten hoogstamfruitbomen geteeld en schapen gehouden. Daarover ontstaan wat wrijvingen met de agrarische streekgenoten in de omgeving, die vasthouden aan makkelijker te oogsten laagstambomen. Ook heeft zij de nodige kritiek op de aanleg van de Betuweroute: samen met Karel schrijft zij een opiniestuk met daarin een pleidooi voor een alternatief via bijvoorbeeld het uitgebreide rivierenstelsel.
In 1995 ontstaat een nijpende situatie: vanwege het dreigende overstromingsgevaar van de Waal moeten zij en haar man net als vele streekgenoten geëvacueerd worden. Het is voor haar duidelijk dat de schuld van de kritieke situatie niet bij milieuactivisten maar bij het jarenlange bezuinigingsbeleid van de overheid gezocht moet worden. Toch ontvangt het echtpaar menige dreigbrief. Maar een actie tegen het echtpaar Beckers, opgezet door enkele Centrumpartijlieden, accepteren dorpsgenoten echter ook niet: ‘Jullie moeten met je rotpoten van die rot-Beckers afblijven!’ Ria is verder lid van de Raad van Toezicht van de Universiteit Wageningen. Ook heeft zij zitting in de commissie-Oosting, die de vuurwerkramp in Enschede (2000) onderzoekt.
Vanaf 2003 wordt het duidelijk dat Ria lijdt aan een levensbedreigende ziekte. Een langdurig ziekbed volgt dat zal leiden tot haar overlijden thuis op de boerderij in Wadenoijen op 22 maart 2006. Op 29 maart wordt in de Domkerk in Utrecht onder grote publieke belangstelling een herdenkingsdienst gehouden waarin wordt voorgegaan door de oud-bisschop van Rotterdam, Philippe Bär. Daarna is zij begraven op de Algemene Begraafplaats in Wadenoijen.
De Ria Beckersbrug in Amsterdam-West.
Deze vaste brug met blauwe leuningen had oorspronkelijk geen naam. Op 24 december 2018 willigde de gemeenteraad van Amsterdam een verzoek in de brug naar de politicus Ria Beckers te vernoemen. De brug vormt een verbinding tussen de Cornelis Outshoornstraat en de J.M. den Uylstraat.
Wikimedia Commons