John Wyclif

De morgenster van de Reformatie

Machtsstrijd tussen pausen en vorsten

De veertiende eeuw, de eeuw waarin Wyclif leeft, wordt gekenmerkt door een hevige machtsstrijd  tussen de paus als kerkvorst en de vorsten van de verschillende Europese landen. In 1302 vaardigt paus Bonifatius VIII de encycliek Unam Sanctam uit, waarin het primaat van de geestelijke macht, de kerk, boven de aardse macht, die van de vorsten, gesteld wordt. Hij maakt daarmee een einde aan de lang gehuldigde tweezwaardenleer, waarin uitgegaan is van een nevenschikkende machtsverdeling tussen de kerkelijke en de wereldlijke overheden. De paus zegt zelfs …dat omwille van zijn heil ieder menselijk schepsel onderworpen is aan de opperherder van Rome. De paus treft voorbereidingen de koning van Frankrijk, Filips de Schone, die de machtsaanspraken van de paus zwaar bestrijdt, in de ban te doen en zijn onderdanen van de eed van trouw te ontslaan. De onderlinge ruzie gaat overigens vooral over geld: wie is onder welke voorwaarden gerechtigd belasting te heffen over kerkelijk bezit? Militaire actie volgt. Uiteindelijk trekt Filips de Schone aan het langste eind. De inmiddels  uitgesproken excommunicatie van Filips wordt opgeheven en vanaf 1309 verblijven zeven pausen voor ruim zeventig jaar niet meer in Rome, maar in Avignon en zijn gedwongen bondgenoot in de Franse politiek. Vanwege het slepende conflict tussen Engeland en Frankrijk over de Engelse bezittingen in het huidige Frankrijk wordt de paus van Avignon in Engeland eerder gezien als tegenstander dan als zielenherder. Men verdenkt hem ervan met Engels geld de Franse koning te ondersteunen. Geen wonder dus dat er in Engeland een anti-pauselijke partij ontstaat, die graag van de theologische bezwaren van Wyclif tegen de machtsaanspraken van de paus gebruik maakt om diens invloed in Engeland te beperken. Ondertussen verkrijgt Wyclif hiermee machtige bondgenoten, die voorkomen dat hij tot ketter verklaard en geëxcommuniceerd wordt.

Avignon (Frankrijk), gezicht vanaf de rivieroever op de brug en het pauselijk paleis. De pausen in Avignon stonden onder sterke invloed van de Franse koningen, die oorlogen tegen Engeland voerden. De anti-pauselijke partij in Engeland gebruikte de theologische bezwaren van Wyclif om de machtsaanspraken en invloed van de paus te beperken.

Wikimedia Commons

Lollarden

Het succes van Wyclif is niet alleen politiek te verklaren. In de twaalfde eeuw ontstaat een armoedebeweging in de katholieke kerk, die protest aantekent tegen de levenswijze van vele rijke geestelijken. Tot die beweging behoren de Waldenzen, die in navolging van Petrus Waldus, koopman uit Lyon, hun bezit aan de armen geven en rondtrekken om een evangelische levenswandel te propageren. Omdat ze ook allerlei kerkelijke gebruiken, zoals aflaten en missen voor overledenen, verwerpen, worden ze door de kerk geëxcommuniceerd en zwaar vervolgd. In de dertiende eeuw is in Italië  het armoede-ideaal sterk aanwezig in de beweging van Franciscus van Assisi en zijn minderbroeders. Zij verzetten zich niet tegen leerstellingen van de kerk en worden door de paus als kloosterorde erkend.


In de veertiende eeuw vindt John Wyclif in Engeland een goede voedingsbodem voor zijn kritiek op de kerk. De beweging van zijn aanhangers wordt door de anti-Franse gevoelens en de irritatie over de verkwisting en de vriendjespolitiek aan het pauselijk hof in Avignon alleen maar gevoed. De Lollarden hebben daardoor aanvankelijk zelfs de steun van een deel van de adel en de gegoede burgerij, maar zij verliezen die door aanhoudende boerenopstanden. Uiteindelijk worden ze pas onderdrukt na gevangenneming van hun leider in 1415. Het ondergronds voortlevende lollardisme zal tijdens de Hervorming in Engeland zorgen voor een snelle omwenteling.

Van Wyclif naar Hus

In het jaar dat Wyclif van de universiteit van Oxford verwijderd wordt, trouwt de Engelse koning Richard II met Anna van Bohemen, de zus van de Boheemse koning Wenceslaus. Aanhangers van Wyclif in Oxford moeten net als hij ook een goed heenkomen zoeken en een aantal vindt emplooi aan de in 1348 te Praag gestichte universiteit, waarmee al eerder contacten werden onderhouden. Zij nemen uiteraard de werken en de opvattingen van Wyclif mee. Jan Hus, de rector van de Praagse universiteit, raakt in de ban van die ideeën en vertaalt de Trialogus in het Tsjechisch. Zijn studenten trekken vervolgens het land in, zoals eens de leerlingen van Wyclif in Engeland. Na de veroordeling van Hus op het Concilie van Konstanz en zijn dood op de brandstapel in 1415 weten de Hussieten nog tot 1462 een stevige greep te houden op Bohemen. Een eeuw na de dood van Hus zal Maarten Luther een flink deel van zijn opvattingen en dus ook die van John Wyclif opnieuw uitdragen. De uitvinding van de boekdrukkunst zal de bredere verspreiding van de denkbeelden van Luther in aanzienlijke mate bevorderen.

De Engelse koning Richard II en zijn vrouw Anna van Bohemen, zus van de Boheemse koning Wenceslaus, een kopergravure van de graftombe te zien in Westminster Abbey te Londen. Verschillende aanhangers van Wyclif uit Oxford vonden een goed heenkomen in Praag, waar zij aan de universiteit gingen werken.

Wikimedia Commons

Het proces tegen Wyclif (1377), een grote wandschildering door Ford Madox Brown, te zien in het stadhuis van Manchester.

Wikimedia Commons

Nog een afbeelding hoe ruim twintig jaar na zijn dood Wyclif door het Concilie van Konstanz (1415) tot ketter wordt veroordeeld. Zijn beenderen worden daarna opgegraven om als ketter alsnog te worden verbrand. De as wordt in de rivier uitgestrooid.

Wikimedia Commons

Leidende theologen van de Reformatie. Op deze gravure uit de 17e eeuw is John Wyclif rechts vooraan te zien. Johannes Hus zit links aan de tafel.

Wikimedia Commons