Ignatius van Loyola

Van vechtlustige ridder tot strijder 'ter meerdere eer en glorie van God'

In de tijd dat Ignatius werd geboren, verkeerde zijn geboorteland Spanje in een belangrijke fase van zijn geschiedenis. Het land kende een eeuwenlange strijd tegen Moorse overheersing, die in 1492 met de val van Granada, het laatste Moorse bolwerk op het Iberisch schiereiland, werd beslecht. Als gevolg van de ontdekkingen van o.a. Columbus op andere continenten, eveneens vanaf 1492, groeide het land uit tot een wereldmacht. De zestiende eeuw zou voor Spanje een bloeiperiode worden. Het land kende verschillende vooraanstaande universiteiten. Op het gebied van letterkunde en schilderkunst bereikte het ongekende hoogten. Politiek en militair was het een grootmacht in Europa. Het leek voor Ignatius een logische ontwikkeling om carrière te maken in een van de sterkste legers in Europa.

Deze kerk in Venetië heeft op de voorgevel 'Ad Majorem Dei Gloriam' staan, de lievelingsspreuk van Ignatius. In vertaling: 'Tot meerdere eer van God'.

Wikimedia Commons

Gezelschap of compagnie?

Ignatius’ militaire achtergrond heeft vast een rol gespeeld bij het geven van een naam aan zijn gemeenschap, de ‘Compańia de Jesús’. In het Spaans heeft dit woord een dubbele betekenis: gezelschap of sociëteit, maar het kan ook militaire betekenis hebben (compagnie). Ignatius sprak zelf over het ‘strijden voor God, over de krijgsdienst voor Jezus Christus’. Hij koos als vertaling voor ‘compańia’ wel voor ‘societas’ en daarmee maakte hij duidelijk dat het wat hem betreft om een religieuze gemeenschap van mensen gaat.

Bij de oprichting van de orde in 1540 werd er naar gestreefd de leden in het uitoefenen van hun evangeliserende taak een zo groot mogelijke bewegingsvrijheid te geven. In tegenstelling tot de gebruikelijke kloosterorden waren Jezuïeten minder sterk gebonden aan de liturgische gebeden in de loop van de dag. Bovendien waren zij niet aan een klooster op één plaats gebonden. Ogenschijnlijk leek Ignatius weinig belang te hechten aan gebeden die op bepaalde uren werden verricht. Het paste wel in zijn visie dat er ook andere manieren konden zijn, zoals bijv. studeren, om God te dienen. Zijn spiritualiteit houdt in dat je probeert God te zoeken en te vinden in alle dingen. Ignatius’ principe werd later het motto van de orde: Ad maiorem Dei gloriam (‘Tot meerdere eer en glorie van God’).

Een orde van de Contra-Reformatie?

Omdat de Jezuïeten als stoottroepen van de paus werden ingezet, ontstond al gauw het beeld dat de orde tegen de Reformatie was opgericht. In de tijd van de Contra-Reformatie vormden zij natuurlijk een machtige stuwkracht voor het groeiende katholieke zelfbewustzijn. Verschillende Jezuïeten, zoals de Nederlander Petrus Canisius, speelden een prominente rol tijdens het Concilie van Trente (1545-1563), dat door tal van besluiten een aantal misstanden in de katholieke kerk wilde aanpakken. Er moet echter niet worden vergeten dat aan het begin van de 16e eeuw sprake was van een vernieuwingsbeweging binnen de katholieke kerk in Spanje. Aartsbisschop en kardinaal Cisneros spande zich om geestelijken een betere opleiding te geven en hen aan te sporen aan hun verplichtingen streng de hand te houden. Het is ook de tijd waarin Teresa van Avila en Johannes van het Kruis zorgden voor een vernieuwing in het religieuze contemplatieve leven. Ook een mystieke beweging als de Moderne Devotie moet Ignatius hebben aangeraakt. Een boek van Desiderius Erasmus zoals ‘Handboek van de christenstrijder’ moet hem zeker hebben aangesproken en beïnvloed.

Onze Lieve Vrouw van de Karmel met Teresa van Avila (links) en Johannes van het Kruis (San Juan de la Cruz), geschilderd door Juan Rodriquez Juárez (1675-1728)

Google Art Project/Wikimedia Commons

In de Sant' Ignaziokerk in Rome bevindt zich deze geweldige plafondschildering: de apotheose van de H. Ignatius, vervaardigd door Andrea Pozzo (1642-1709). Het is een typisch voorbeeld van een trompe l'oeuil: er is de suggestie van een enorme diepte in de schildering die op een plat vlak is gemaakt.

Wikimedia Commons

Later

Wij zagen al hoe succesvol de Sociëteit van Jezus binnen de katholieke kerk in de 16e en 17e eeuw was. Vanaf de 18e eeuw groeide echter het verzet tegen de machtspositie van de orde in zowel de kerk als ook in de samenleving. Franse koningen en ook geestelijken zetten de paus onder druk om de orde te verbieden. Paus Clemens XIV gaf toe aan die druk en hief de orde in 1773 op. In 1814 werd zij door paus Pius VII weer hersteld. Jan Philip Roothaan, een in Amsterdam geboren priester, heeft zich als generaal-overste (1829=1853) ingespannen voor een nieuwe opbouw van de orde. Hij wordt daarom de ‘tweede stichter van de orde’ genoemd.

Met de aanstelling van de Argentijnse kardinaal Jorge Mario Bergoglio tot paus Franciscus in 2013 is het de eerste keer in de geschiedenis dat een lid uit de Sociëteit van Jezus tot hoogste kerkelijke leider is aangesteld. Nu eens geen ‘zwarte paus’, maar een echte paus uit de gelederen van de Sociëteit van Jezus.

Paus Franciscus. Hij is de eerste paus die afkomstig is uit de kringen van de Jezuïeten.

Wikimedia Commons