Lucas Cranach de Oude

De schilder die lutheraan, maar geen partijganger werd

Lucas Cranach de Oude

Jeugd

Over Lucas Cranach’s jonge jaren is weinig bekend. We weten dat hij in 1472 geboren is in Kronach, een marktstadje in Frankenland, in het noorden van Beieren. Hij zal zich later naar zijn geboortestad Cranach noemen. Er zijn aanwijzingen dat hij eigenlijk Sunder heet, maar zijn vader noemt zich naar zijn beroep Hans Maler, Hans de Schilder. Zijn moeder heet Barbara Hübner en is de dochter van een meester-schoenmaker. Er worden in het gezin negen kinderen geboren, van wie er vier al vroeg overlijden. Lucas is de oudste zoon. Het gezin is niet armlastig; men bewoont een degelijk, stenen huis aan de Rossmarkt in het centrum van het stadje.

Vader is waarschijnlijk in dienst geweest van de bisschop van Bamberg en is ervaren in het vervaardigen van houtsneden, die gebruikt worden als boekillustraties. Lucas heeft zeker bij hem de kneepjes van dat vak geleerd. Rond zijn twintigste werkt hij langdurig aan het hof van Coburg, gelegen in het keurvorstendom Saksen. Het is goed mogelijk dat hij daar voor het eerst de keurvorst, Frederik III, bijgenaamd de Wijze, ontmoet heeft.

Naar Wenen

In 1501 begint Lucas Cranach als een reizend gezel een tocht via Neurenberg, Regensburg en Linz naar Wenen; hij zal pas in 1504 terugkeren. Hij verkeert er in de hoogste kringen van wetenschap en kunst. Hij raakt bevriend met de rector-magnificus van de Universiteit van Wenen, de jonge professor in de retorica en dichtkunst Johannes Cuspinian. Ter gelegenheid van diens huwelijk schildert hij een dubbelportret van hem en zijn jeugdige bruid Anna. 


In het resultaat toont Lucas zijn meesterschap: hij schildert zo levensecht en is in stofuitdrukking, kleurgebruik en landschap zo bedreven, dat hij dan al gerekend kan worden tot de belangrijkste Renaissanceschilders van Noord-Europa. Behalve portretten maakt Lucas in Wenen ook verschillende religieuze werken. Zijn Kruisiging van Christus (1502), Christus aan het Kruis (1503) en Rust op de vlucht naar Egypte (1503) behoren door hun originaliteit en levendigheid tot zijn topwerken. Naast deze olieverfschilderingen vervaardigt hij ook een groot aantal tekeningen en houtsneden.

Rust op de vlucht naar Egypte (1503)

Klik hier voor een grotere afbeelding.

Gemäldegalerie-Berlijn-Wikimedia Commons

In dienst van Frederik III

Na zijn terugkeer uit Wenen trouwt Lucas in 1504 met Barbara Brengbier, afkomstig uit een gegoede familie in Gotha. Ze krijgen samen vijf kinderen, van wie de tweede zoon, ook Lucas (later ‘de Jongere’) genaamd, in zijn vaders voetsporen zal treden. In het jaar van zijn huwelijk ontvangt Cranach de vererende uitnodiging hofschilder te worden van Frederik de Wijze, keurvorst van Saksen. In 1505 verhuist het jonge paar naar Wittenberg, de hoofdstad van het keurvorstendom. Cranach zal daar 45 jaar lang in dienst blijven van drie achtereenvolgende hertogen. Zijn schildersatelier groeit uit tot een goed marcherende werkplaats met 15 gezellen en leerlingen. Hij maakt boekverluchtingen voor uitgaven van de in 1502 gestichte universiteit. Hij portretteert leden van de hertogelijke familie en andere hoogwaardigheidsbekleders. Hij schildert zowel de kardinaal-aartsbisschop van Mainz als de kerkhervormers Luther en Melanchton.



Hij vervaardigt altaarstukken met bijbelse voorstellingen en hij kiest voor klassieke thema’s, waarbij hij veel naakten, o.a. van Venus, Lucretia en de Drie Gratiën maakt. Vooral ook als graficus is hij zeer productief. In 1509 stuurt de keurvorst hem op diplomatieke reis naar de Zuidelijke Nederlanden. Cranach maakt van de gelegenheid gebruik Keizer Maximiliaan en zijn achtjarige kleinzoon, de latere Karel V, te schilderen

Daarnaast wordt Cranach ook apotheker, boekdrukker en handelaar in specerijen, wijn en papier. Hij maakt langdurig deel uit van de gemeenteraad van Wittenberg en wordt tot driemaal toe tot burgemeester gekozen. Geen wonder dat de alom gerespecteerde Lucas Cranach de rijkste burger van de stad wordt. Sinds 1513 bewoont hij een monumentaal hoekhuis op de Marktplatz, schuin tegenover het raadhuis.

Vriendschap met Luther

Vanaf 1512 is de augustijner pater Maarten Luther als professor in de theologie verbonden aan de universiteit van Wittenberg. Cranach en Luther leren elkaar kennen en waarderen. In 1520 tekent Cranach het eerste portret van Luther onder de titel Martin Luther als Mönch en Luther wordt in datzelfde jaar peetvader bij de doop van Cranachs dochter Anna. In 1521 tekent hij Martin Luther mit Doktorhut en in 1522 schildert hij Martin Luther als Junker. Er zullen nog 33 andere Lutherportretten volgen. Cranach is in 1525 getuige bij het huwelijk tussen de uitgetreden monnik Luther en diens vrouw, een ex-non. Hij zal ook de peetvader van hun eerste zoon worden.

Met de vele portretten van Luther en diens naaste medewerker en opvolger Melanchthon wordt Cranach als vanzelf een propagandist van het lutheranisme. Hij gaat ook zelf over naar de nieuwe leer, maar blijft gematigd en behoudt steun en waardering onder hen die katholiek blijven.

Maarten Luther als Augustijner monnik geportretteerd door Lucas Cranach. Dat het een werk van Cranach is, is te zien aan het slangetje onderaan.

British Museum - Wikimedia Commons

Turbulente jaren en dood

Het jaar 1525 is ook het jaar van het overlijden van Frederik de Wijze, de opdrachtgever van Cranach en de beschermheer van Luther. Op zijn sterfbed is hij overgegaan tot het lutheranisme. Vanwege zijn kinderloosheid wordt hij als keurvorst van Saksen opgevolgd door zijn broer, Johan de Standvastige. Wanneer deze in 1532 sterft, volgt diens zoon Johan Frederik (de Grootmoedige) hem op. Zowel vader Johan als zoon Johan Frederik zijn aanhangers van Luther en vormen met 18 andere protestantse vorsten en 31 Rijks- en Hanzesteden de Schmalkaldische Bond. Die voert oppositie tegen de katholieke keizer, Karel V. Al die pogingen van Karel tot verzoening lijden schipbreuk, òf door verzet van fanatieke lutheranen òf door onverzettelijkheid van bisschoppen en katholieke theologen. Uiteindelijk leiden alle spanningen tot oorlog: de Schmalkaldische Oorlog in 1546 en 1547. Deze strijd mondt uit in de Slag bij Mühlberg in Saksen. Het wordt een klinkende overwinning voor het katholieke kamp. Johan Frederik lijdt een gevoelige nederlaag, wordt gevangen genomen en verliest zijn keurvorstendom. Cranach smeekt Karel V op zijn knieën om Johan Frederik in leven te laten. De terdoodveroordeling wordt omgezet in levenslang en Cranach verblijft langdurig bij zijn broodheer, die in ballingschap in Augsburg woont. Hier schildert hij o.a. een portret van Titiaan, die op zijn beurt het beroemde ruiterportret van Karel V schildert als overwinnaar van de Slag bij Mühlberg.


Cranach hoeft van de nieuwe katholieke keurvorst, Maurits van Saksen, geen nieuwe opdrachten te verwachten en hij laat daarom de zaken in Wittenberg nu geheel over aan zijn zoon Lucas (de Jongere). Als Johan Frederik wordt vrijgelaten en in Weimar gaat wonen, volgt Lucas Cranach de Oude hem naar die stad en trekt in bij zijn dochter Barbara en haar man, kanselier Brück. In hun huis overlijdt hij een jaar later, in 1553.

Drie keurvorsten van Saksen v.l.n.r. Johan de Standvastige, Frederik III de Wijze en Johan Frederik de Grootmoedige

Germanisch Nationalmuseum-Neurenberg-Wikimedia Commons