Adrianus VI

De enige Nederlandse paus

Adrianus VI

Het schilderij is van de hand van Jan van Scorel (1495-1552)

Centraal Museum Utrecht

Afkomst en scholing

Adriaan Florisz. Boeyens wordt op 2 maart 1459 geboren in Utrecht. Zijn vader is schrijnwerker en scheeptimmerman en het gezin, met twee oudere broers, woont in het centrum van de stad aan de Oudegracht. Als Adriaan tien jaar is, overlijdt zijn vader. Waarschijnlijk verblijft hij dan inmiddels al enige tijd op het internaat van de Broeders des Gemenen Levens in Zwolle en is hij leerling van de gerenommeerde Latijnse School aldaar. Hier krijgt hij zijn vorming in de opvattingen van de Moderne Devotie, de vroomheidsbeweging gesticht door Geert Grote. Op zijn zeventiende jaar wordt hij in Leuven ingeschreven in het Paedagogium ’t Vercken, een soort College zoals in Oxford en Cambridge, en begint hij zijn academische studie met het volgen van colleges in de artes, de vrije kunsten, waaronder Latijn, logica, welsprekendheid en filosofie. Twee jaar later slaagt hij voor zijn examens en wordt hij magister artium. Adriaan vervolgt zijn opleiding dan met de studie theologie, wordt lid van de Universiteitsraad, geeft les aan de artes-studenten en behaalt in 1490 zijn licentiaatsexamen (te vergelijken met het huidige universitaire masterexamen). In datzelfde jaar wordt hij tot priester gewijd.

Het geboortehuis van Adriaan Boeyens (de latere paus Adrianus VI) te Utrecht.

Wikimedia Commons

Van 1492 tot 1507 was Adriaan Boeyens pastoor extra locum, dat wil zeggen: zonder er te wonen, van Goedereede (thans gelegen op Goeree-Overflakkee). Ter herinnering hieraan staat dichtbij de kerk een sober uitgevoerd beeld met plaquette.

Twitter/J.P. Lokker

Hoogleraar en bestuurder

Aansluitend wordt Adriaan Boeyens benoemd tot hoogleraar in de theologie en vervolgens aangesteld als kanunnik in het kapittel van de Leuvense Sint-Pieterskerk. In 1491 promoveert hij tot doctor in de theologie. Hij geeft colleges, houdt openbare disputaties, schrijft wetenschappelijke werken, o.a. over de sacramenten, met name de biecht. Daarnaast is hij twee keer voor een half jaar rector en vanaf 1498 vicekanselier van de universiteit. Die laatste functie vloeit voort uit zijn verheffing tot deken van het Sint-Pieterskapittel, waarmee hij ook de hoogste geestelijke binnen de stad Leuven wordt. Daarmee groeien ook zijn inkomsten gestaag. Hij verwerft ook nog prebenden, inkomsten uit kerkelijke (ere)functies, in vier verschillende kerken in zijn geboortestad.

Raadsheer

Vanwege zijn goede naam wordt Adriaan Boeyens in 1507 door Maximiliaan I, de keizer van het Duitse Rijk, waartoe ook de Nederlandse gewesten behoren, benoemd tot paedagogus van diens kleinzoon Karel V. Een jaar daarvoor is Karels vader Filips de Schone gestorven en de zevenjarige Karel is toevertrouwd aan zijn tante, regentes Margaretha van Oostenrijk. Adriaan wordt aangetrokken om de intellectuele en godsdienstige vorming van de jongeman te verzorgen. Dat is niet alleen een eervolle functie, het kost ook heel veel tijd, zeker ook omdat Karel meestal aan het hof in Mechelen verblijft. In 1512 benoemt Karel zijn leermeester tot raadsheer, een belangrijke vertrouwensfunctie. In datzelfde jaar schrijft koning Ferdinand van Aragon, Karels opa van moederszijde, in zijn testament dat de Spaanse erfgebieden na zijn dood over zullen gaan naar Ferdinand, de jongere broer van Karel, die in Spanje is opgevoed. Dat kan Karel niet op zich laten zitten. Wanneer hij in 1515 Heer der Nederlanden is geworden, stuurt hij Adriaan Boeyens als speciaal afgezant naar Spanje om heel diplomatiek de erfkwestie tot een oplossing te brengen. Boeyens slaagt daarin en wanneer Ferdinand van Aragon in 1516 overlijdt, wordt Karel koning van Aragon en ook van Castilië, waar Ferdinand het koninklijk gezag had waargenomen voor de zieke Johanna de Waanzinnige, de moeder van Karel V.

Regent

Op voorspraak van Karel V, die zijn behoedzame zaakwaarnemer in Spanje wil belonen, wordt Adriaan in 1516 door de paus aangesteld tot bisschop van Tortosa in Aragon en een jaar later tot kardinaal verheven. Hij krijgt ook nog de functie van grootinquisiteur, met als taak ketters en onoprechte bekeerlingen die heimelijk joodse of Moorse godsdienstige praktijken beoefenen te vervolgen.

Als Karel in september 1517 met zijn hofhouding in Spanje aankomt, leidt Adriaan Boeyens in Valladolid de kerkdienst waarin de nieuwe koning en de Cortes (vertegenwoordigers van steden en edelen) elkaar trouw zweren en huldeblijken worden afgelegd. Twee jaar later wordt Karel V door de keurvorsten van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie verkozen tot Rooms-Koning en toekomstig keizer. Wanneer Karel in 1520 voor de kroning in Aken uit Spanje afreist, benoemt hij Adriaan Boeyens tot zijn regent. Deze krijgt het zwaar te verduren als een bondgenootschap van verschillende steden en hoge edelen, gesteund door Frankrijk, in opstand komt tegen het gezag van Karel, de vreemde noorderling, die zelfs hun taal niet spreekt. De Opstand der Comuneros blijkt heel moeilijk te onderdrukken. Maar met stugge vasthoudendheid en door zelf het voorbeeld van een oprechte bestuurder te zijn, die geen eigen gewin nastreeft, weet Adriaan Boeyens steun te verwerven en de opstandelingen te verslaan.

Ook in Spanje is een beeld van Adriaan Boeyens (Adrianus VI) te vinden. Dit beeld staat in La Ampolla in de provincie Tarragona.

Wikimedia Commons

Paus

Na het onverwachte overlijden van paus Leo X moeten de kardinalen in conclaaf om een opvolger te kiezen, maar niemand krijgt de vereiste tweederde meerderheid. Na tien stemronden geven de Duitsgezinde en de Fransgezinde kardinalen nog steeds niet aan elkaar toe. Dan besluiten ze een niet-aanwezige kardinaal met een goede reputatie te kiezen: Adriaan Florisz. Boeyens, geboren in de verre Nederlanden en al 62 jaar oud. Die verkiezing is op 9 januari 1522 en het duurt nog tot 31 augustus voor de nieuwe paus in de Sint-Pieter gekroond wordt. De overtocht vanuit Spanje naar Italië werd steeds opnieuw uitgesteld, vooral om te wachten op de komst van Karel V, waardoor een veilige overdracht van bestuursbevoegdheden mogelijk zou zijn geweest.

In Rome is men ondertussen steeds angstiger geworden voor die onbekende ‘barbaar’ uit het noorden van Europa. En als de nieuwe paus, Adrianus VI, zijn pontificaat start, blijkt die angst niet onterecht. Door de gulle en prachtlievende renaissancepausen vóór Adrianus VI heeft de schatkist van het Vaticaan de bodem bereikt en moet er flink bezuinigd worden. Sobere vroomheid past goed bij deze nieuwe paus en hij ontslaat het overgrote deel van de pauselijke hofhouding en alle voor het Vaticaan werkende kunstenaars moet hun werk neerleggen. Voorts omringt Adrianus zich met een aantal Nederlandse vertrouwelingen, deels oud-leerlingen, omdat hij geen vertrouwen heeft in de in luxe levende Italiaanse kardinalen, die hoge posten bezetten in de pauselijke bestuursorganen en elkaar de baantjes toeschuiven. Geen wonder dat er ijzige verhoudingen ontstaan.

Adrianus VI heeft in zijn pontificaat twee prioriteiten. De eerste is het smeden van een brede coalitie van Europese landen om gezamenlijk de bedreigingen door aanvallen van het Turkse Rijk af te wenden. De tweede is het opruimen van een groot aantal misstanden in de katholieke kerk, om daarmee ook de verspreiding van het Lutheranisme te stoppen. Beide beleidsdoelstellingen mislukken: Karel V van het Duitse Rijk, Spanje en de Nederlanden en Frans I van Frankrijk blijven onverzoenlijk tegenover elkaar staan en de reorganisatie van de katholieke kerk wordt in Rome aan alle kanten getraineerd. 

Overlijden

Binnen een jaar na zijn kroning tot paus wordt Adrianus zwaar ziek. Een opspelende nierkwaal met koorts is zeer waarschijnlijk de oorzaak. Voor het gerucht dat het hier om vergiftiging gaat, zijn nooit overtuigende bewijzen geleverd. Paus Adrianus heeft nog een ziekbed van ruim vijf weken. Hierin maakt hij gebruik van het lang bestaande voorrecht van een paus om voor zijn dood een kardinaal te benoemen die hem opvolgt op zijn eigen kardinaalstitel. Dat wordt Willem van Enckevoirt, een oud-leerling in Leuven, een zeer betrouwbaar persoonlijk adviseur en een ervaren ‘beroepslobbyist’ – o.a. voor Karel V - in Rome. Kardinaal Van Enckevoirt is ook aanwezig bij het sterven van Adrianus VI op 14 september 1522; hij zal zorg dragen voor diens nalatenschap en hij zal een groots grafmonument laten oprichten in de Santa Maria dell’Anima, de kerk in Rome voor de pelgrims uit het Heilige Roomse Rijk. In dat praalgraf zijn de stoffelijke resten van de uiterst sobere Adrianus VI na tien jaar herbegraven.

Willem van Enckevoirt, oud-leerling en later belangrijk adviseur van paus Adrianus VI. Hij regelde ook de uitvaart van de paus in 1522.

Wikimedia Commons