P.J.M. (Piet) Aalberse

Een katholiek politicus die het fundament van de Nederlandse verzorgingsstaat verstevigde

Rerum Novarum in de praktijk

Als in 1891 paus Leo XIII zijn beroemd geworden sociale encycliek Rerum Novarum uitvaardigt, koopt Piet Aalberse als eerstejaars student meteen de tekstuitgave, hij houdt er lezingen over en schrijft sociaal bewogen artikelen. Hij verdedigt het stakingsrecht voor de arbeiders als middel om onrecht te bestrijden. Maar hij vindt het beter de sociale onrust die daarmee gepaard gaat te voorkomen door een goede vakorganisatie, door rechtvaardige arbeidscontracten en door mogelijkheden arbeidsgeschillen voor te leggen aan bemiddelaars. De arbeiders moeten zich dus sterk kunnen maken en daarom is hij ook een groot voorstander van arbeidersverenigingen, die zich primair inspannen voor betere arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden. Aalberse gaat hierbij in tegen de lijn van de bisschoppen en de katholieke werkgevers, die vooral voorstanders zijn van standsorganisaties, die de ‘godsdienstig-zedelijke verheffing’ van de arbeidende stand tot eerste doel hebben en waarvan ook werkgevers lid kunnen zijn. Zijn visie leidt tot veel discussie, maar zelden tot botsingen. Aalberse weet met zijn beminnelijkheid en heldere betoogtrant vele tegenstanders en aarzelaars te overtuigen – ook buiten het katholieke kamp - en daarvan heeft hij tijdens zijn ministerschap ook veel profijt.

Paus Leo XIII (1810-1903) heeft als opsteller van de encycliek Rerum Novarum een duidelijk stempel gedrukt op de katholieke sociale leer.

Geen revolutie, maar evolutie

Het eind van de Eerste Wereldoorlog gaat in november 1918 in Duitsland gepaard met revolutionaire ontwikkelingen. De sociaaldemocraten nemen de regeringsmacht over en roepen de republiek uit; keizer Wilhelm II vlucht naar Nederland. Troelstra, de socialistenleider in ons land, houdt op 10 november in Rotterdam een rede, waarin hij verklaart: “De arbeidersklasse in Nederland grijpt thans de politieke macht”. Dat is krasse taal, maar er gebeurt daarna vrijwel niets. De overgrote meerderheid van het Nederlands volk voelt niets voor revolutie en op het Malieveld in Den Haag wordt koningin Wilhelmina door een grote massa toegejuicht. De ministers van de nieuwe kabinet - Ruijs de Beerenbrouck lopen vóór het rijtuig van de vorstin uit en delen in de aanhankelijkheid aan de vorstin. Geen slechte positie voor een nieuw kabinet. De sociale wetten van Aalberse zijn daarna vrij gladjes door de Kamer te loodsen. Volgens de S.D.A.P. een resultaat van hun revolutiepoging: revolutie alsnog geslaagd! Dat klopt niet met de werkelijkheid. Aalberse heeft vóór zijn beëdiging tot minister van Arbeid (25 september) al zijn 18 puntenprogramma opgesteld: ze staan al in zijn dagboek genoteerd op 9 augustus, ruim vóór de novembermaand. Het wetgevingsprogramma van Aalberse is dus niet tot stand gekomen dankzij de socialistische revolutiepoging, maar de parlementaire behandeling daarvan is er waarschijnlijk wel door versneld.

Demonstratie op het Malieveld in Den Haag na de mislukte revolutiepoging door socialistenleider Troelstra als blijk van steun aan het koningshuis. Koningin Wilhelmina en haar dochter prinses Juliana worden door het volk toegejuicht (18 november 1918).

Haags Gemeentearchief / Wikimedia Commons

Standbeeld voor bescheiden man

Aalberse schenkt in de eerste jaren van zijn ministerschap ook veel aandacht aan de woningbouw. Uit onderzoek in 1919 blijkt dat er 57.550 woningen te weinig zijn. Vandaar dat gekozen wordt voor een krachtige impuls. De regering besluit op ruime schaal voorschotten te verstrekken, waardoor woningcorporaties hun plannen kunnen versnellen. Zo staat in het jubileumboek ‘75 Jaar eensgezind bouwen aan Poeldijk 1914-1989’: In februari 1920 krijgt de vereniging bericht dat zij een voorschot ontvangt uit ’s Rijks kas voor de bouw van 41 arbeiderswoningen. In het voorjaar van 1921 zijn die woningen met elk een eigen toilet (!) al gereed: een geweldige uitbreiding voor het kleine dorp in het Westland. Het huizenbezit van de Woningbouwvereniging Eensgezindheid te Poeldijk stijgt in één klap van 28 tot 69.


In Amsterdam besluit de R.K. Woningbouwvereniging “Het Oosten” in 1937 tot oprichting van een borstbeeld van Prof. Mr. P.J.M. Aalberse uit waardering voor het feit dat hij tijdens zijn ministerschap 542 miljoen gulden heeft besteed aan de verbetering van de volkshuisvesting. Op 25 juni 1938 wordt het beeld onthuld door een van de dochters van Aalberse en wethouder De Miranda houdt een lofrede. Aalberse zelf is wegens verblijf in Genève verhinderd de plechtigheid bij te wonen. Biograaf J.P. Gribling merkt fijntjes op dat hij zijn verblijf daar voor de Internationale Arbeidsconferentie met opzet verlengd had om dit uiterlijk eerbetoon te ontlopen.

Tuindorp Oostzaan Amsterdam

Op de hoek van deze straat in Tuindorp-Oostzaan (Amsterdam) staat een borstbeeld van P.J.M. Aalberse als eerbetoon voor zijn verdiensten voor de volkshuisvesting.

Het borstbeeld bij het monument van Aalberse in Tuindorp-Oostzaan (Amsterdam).

Wikimedia Commons

'Het een of het ander', een politieke prent door Albert Hahn.

Links: een spotprent door Patricq Kroon (ca. 1918-1925). Met de hand geschreven opschrift: 'De schone veren van Minister Aalberse / De Werkgever: Slik ! Excellentie ! ... En hij slikte tot stikkens toe’

Een vertegenwoordiger van de werkgevers duwt een slang 'arbeids-wetgeving' in de keel van minister Aalberse van Arbeid. 

Over Aalberse worden bepaald niet vleiende politieke prenten getekend door Albert Hahn (rechts). Mr. Chronos Aalberse (Chronos is een Griekse god die zijn eigen kinderen opeet). Onderschrift: 'Als de Coalitie (hier: samenwerkende christelijke partijen) het eischt, eet ik met graagte mijn eigen kinderen op!'