Rembrandt van Rijn

Een molenaarszoon die Nederlands grootste schilder werd

De tachtigjarige oorlog tussen Spanje en de Nederlanden begon in 1568 met de opstand tegen de maatregelen die de hertog van Alva in opdracht van koning Philips II invoerde. Het betrof een combinatie van politieke repressie, vervolging van protestanten en belastingmaatregelen. Alva moest in 1573 een stap terug doen, en pas met zijn opvolger, de hertog van Parma (1578), leek Spanje tot compromissen bereid. Maar echte concessies bleven uit, en in 1579 sluiten de Noordelijke Nederlanden, de Zeven Provinciën, de Unie van Utrecht.

Polderen

In de gekozen republikeinse regeringsvorm ontwikkelt zich het moderne poldermodel: alle partijen hebben elkaar nodig. De zeven provincies blijven zelfstandig, maar voor bepaalde overkoepelende belangen, zoals defensie, zorgen de Staten-Generaal. De stadhouder, Willem van Oranje, voert het leger aan. De regenten van belangrijke steden, zoals Amsterdam, moeten het eens zijn met belangrijke besluiten. Kortom, een heel systeem van checks and balances tussen provinciale en generale staten, regenten en stadhouder. Tot aan de Franse overheersing (1795) houdt dit systeem stand.

Gouden eeuw

Waren de ouders van Rembrandt geboren tijdens de woelige geboortetijd van de Republiek, zelf ziet hij het levenslicht aan het begin van de Gouden Eeuw. Er is een zekere stabiliteit in de strijd met Spanje: in 1609 wordt een wapenstilstand gesloten die het houdt tot 1621. De handel op Indië wordt succesvol en winstgevend. Na de val van Antwerpen (1585) wordt Amsterdam een welvarende en steeds uitdijende stad. Er ontwikkelt zich een rijke elite van kooplieden en regenten. Het is de perfecte tijd voor een getalenteerd schilder als Rembrandt. In Amsterdam ontmoet hij mensen uit alle windstreken, in wie hij zeer geïnteresseerd is.

Plattegrond van Amsterdam in 1662, gravure door Daniël Stalpaert.

Wikimedia Commons

Jan Lievens (1607-1669), zelfportret, ca. 1650-1655

Wikimedia Commons

Leiden

Nadat Leiden op 3 oktober 1574 is ontzet, krijgt de stad van Willem van Oranje de eerste protestantse universiteit van de Nederlanden. Die groeit uit tot een toonaangevend wetenschappelijk centrum, waaraan grote geleerden verbonden zijn. De Leidse lakenhandel bloeit, mede door toedoen van textielarbeiders uit de Zuidelijke Nederlanden. Leiden ontwikkelt zich tot de op een na grootste stad van de nieuwe Republiek. Helaas begint rond 1625 de economische achteruitgang van de stad. Het is in die tijd (1631) dat Rembrandt zich definitief in Amsterdam vestigt.

Huygens

Hij heeft dan, samen met zijn vriend en vakgenoot Jan Lievens, de aandacht getrokken van Constantijn Huygens, de secretaris van stadhouder Frederik Hendrik. Tussen 1627 en 1633 krijgt Rembrandt minstens veertien opdrachten van het hof in Den Haag: het gaat om schilderijen over het lijden van Christus. En het hof betaalt goed. In 1631 is Rembrandt al zo welgesteld, dat hij duizend gulden kan uitlenen aan de Amsterdamse kunsthandelaar Uylenburgh. Dat is tweemaal het jaarinkomen van een gemiddelde burger in die tijd! In 1633 komt er een kink in de kabel: de relatie met Huygens verkoelt en pas veel later (1646) komen er nog een paar opdrachten van het hof.

Portret van Constantijn Huygens en Suzanne van Baerle door Jacob van Campen, ca. 1635.

Wikimedia Commons

Stadhouder Frederik Hendrik op een schilderij door Gerard van Honthorst (1647)

Wikimedia Commons

De Kruisafname, geschilderd in opdracht van Frederik Hendrik (1632-1633)

Wikimedia Commons

Amsterdam

In de Sint Antoniesbreestraat, nu Jodenbreestraat, waar Rembrandt les kreeg van Pieter Lastman, en waar hij in 1639 zelf gaat wonen, zijn in die tijd veel Nederlandse en Vlaamse kunstenaars en kunsthandelaren gevestigd. De Noord-Nederlandse schilders werken verder in de traditie van hun Zuid-Nederlandse kunstbroeders, onder wie Peter Paul Rubens. Rembrandt raakt ook bekend met de onderwerpen en kwaliteiten van Indiase miniaturen, waarvan hij er een aantal kopieert. Eerst via Lastman, en later via de Utrechtse caravaggisten, komt hij in aanraking met de Italiaanse barokschilder Caravaggio, wiens realisme en clair-obscur hij overneemt en verder vervolmaakt.

Het Rembrandthuis in Amsterdam. Na een periode van inwoning verhuisde het echtpaar Rembrandt en Saskia in 1639 naar de Sint-Antoniesbreestraat, nu Jodenbreestraat. In het pand met de groene luiken bevindt zich thans een museum, dat door veel toeristen wordt bezocht.

Wikimedia Commons

De anatomische les door Dr. Nicolaas Tulp is een van de beroemdste groepsportretten van Rembrandt.

Mauritshuis, Den Haag - Wikimedia Commons

Portretten

Tussen 1632 en 1636 heeft Rembrandt een enorme productie als portretschilder. Met het groepsportret De anatomische les van dr. Nicolaes Tulp heeft hij zijn reputatie als portretschilder overtuigend gevestigd. Veel Amsterdamse notabelen willen zich door hem laten afbeelden. In deze periode schrijft hij zich ook in bij het St.-Lucasgilde. Als het geld binnenstroomt, gaat hij ook royaal uitgeven. Hij koopt allerlei kunstvoorwerpen op veilingen en van verzamelaars, die voor een groot deel terug te vinden zijn in de inventarislijst van zijn faillissement (1656).

Geliefd en gehaat

In 1641 schrijft de Leidse uitgever, geschiedschrijver en stadsbestuurder Jan Jansz. Orlers de eerste biografische schets van Rembrandt. Zijn bekendheid is dan al tot grote hoogten gestegen. In 1642 voltooit hij het werk dat nu nog altijd het bekendste van hem is, De nachtwacht. Dan stagneert het aantal opdrachten. Opdrachtgevers weigeren schilderijen omdat ze er niet tevreden mee zijn. Rembrandt kan moeilijk met de nieuwe situatie omgaan. Soms zoekt hij hulp bij de rechtbank, maar zonder veel succes.

Als in 1648 de Tachtigjarige oorlog wordt beëindigd in de Vrede van Münster, begint de Gouden eeuw de eerste tekenen van stagnatie te vertonen, mede veroorzaakt door de oorlogen met Engeland. Deze ontwikkeling wordt versterkt door het optreden van de Franse koning Lodewijk XIV, die de macht van Frankrijk wil uitbreiden in noordelijke richting. Hij verklaart de Republiek de oorlog in 1672. Rembrandt is drie jaar eerder overleden.

Rembrandt schilderde heel wat taferelen uit de bijbel. Hier zien we Jeremia, die treurt om het verlies van de stad Jeruzalem, een verhaal uit het Oude Testament.

Rijksmuseum Amsterdam - Wikimedia Commons