Menno Simonsz

Een geweldloos strijder voor een echt christelijke levenswandel

Menno Simonsz

Menno Simonsz wordt in januari 1496 geboren in het Friese Witmarsum. Over zijn ouderlijk huis en jonge jaren is weinig bekend. Waarschijnlijk waren zijn ouders veehouders. Zijn scholing zou hij gekregen kunnen hebben in een naburig klooster. Na zijn priesteropleiding wordt hij in 1524 te Utrecht tot priester gewijd en aangesteld als kapelaan te Pingjum.


De boerderij in Witmarsum, waar Menno Simonsz is opgegroeid.

Wikimedia Commons

Bijbelstudie

In 1525 begint hij te twijfelen aan de rooms-katholieke transsubstantiatieleer: tijdens de eucharistie worden brood en wijn werkelijk lichaam en bloed van Christus. In die tijd was het voor lagere geestelijken niet gebruikelijk zelf aan Bijbelstudie te doen. Maar Simonsz begint het Nieuwe Testament te lezen en vindt daarin geen steun voor de katholieke leer over brood en wijn. Hij beschouwt de maaltijd van Christus voortaan als een symbolisch gebeuren. Al vroeg heeft hij sympathie voor de ideeën van Luther.

Als hij hoort van de executie van een Friese kleermaker die zichzelf opnieuw heeft laten dopen, vraagt hij zich af of zo’n vonnis wel bijbelse gronden heeft. Simonsz ontdekt dat in het Nieuwe Testament steeds sprake is van doop van volwassenen op basis van de belijdenis van hun geloof. Hij vat sympathie op voor de overtuiging van de wederdopers. Hij blijft echter werkzaam binnen de rooms-katholieke kerk en rechtvaardigt dit voor zichzelf door zich binnen de katholieke kerk te beschouwen als een trouw prediker van het evangelie. In 1532 wordt hij zelfs pastoor in Witmarsum.

Breuk met de kerk

Zijn sympathie voor de serieuze en geweldloze wederdopers brengt hem ertoe vurig te preken tegen de praktijken van de fanatieke wederdopersbeweging van Jan van Leiden in de Duitse stad Münster. Ondanks dat moet hij meemaken hoe in de buurt van Bolsward een klooster door fanatieke wederdopers wordt aangevallen. De meesten van hen worden tijdens de aanval gedood; de rest wordt geëxecuteerd. Onder de doden blijken ook leden van Simonsz’ gemeente te zijn, voor wie hij zich verantwoordelijk voelt. Hij kiest dan radicaal voor trouw aan het evangelie boven trouw aan de leer van de katholieke kerk en daardoor komt het tot een breuk met die kerk. Eind januari 1536 legt hij een publieke verklaring af over zijn nieuwe verbondenheid met Christus. Kort daarna laat hij zich ook opnieuw dopen en verlaat Witmarsum.

Geestelijk leider

Ongeveer een jaar later wordt hij gevraagd als ouderling in de beweging van de wederdopers. Dan wijdt hij zich volledig aan die taak. Hij verkondigt het evangelie en doet pastoraal werk. Zo wordt hij de leider van de geweldloze wederdopers in de Nederlanden en Noord-West Duitsland. Vanwege de vervolging zwerft Menno door Groningen en Oost-Friesland, zonder vaste woon- of verblijfplaats. In het hele Duitse taalgebied organiseert hij zijn geloofsgenoten. In 1539 verschijnt zijn Fundamentenboek, waarin hij de grondbeginselen van de doopsgezinde gemeenten uiteenzet. De gemeente moet volgens Simons zuiver zijn, zonder vlek of rimpel (Efeze 5:27). Hij verwerpt daarbij de doop van kinderen als niet-bijbels. Ook in 1539 treedt hij in het huwelijk met een vrouw uit Witmarsum, Gertrude genaamd.

In het Fundamentenboek gaf Menno Simonsz een uiteenzetting over de grondbeginselen van doopsgezinde gemeenten.

Noord-Holland

Van 1541 tot 1543 verblijft Simonsz voornamelijk in Noord-Holland en Amsterdam. In die tijd publiceert hij een aantal geschriften. Hij pleit daarin voor een zuiver christelijk leven, niet gelijkvormig aan wereldse praktijken, maar als nieuwe mensen, rechtvaardig en heilig. Als uitgestoten ketter loopt hij echter voortdurend gevaar: Karel V vaardigt in december 1542 een streng edict tegen hem uit. Wie hem onderdak verleent, speelt met zijn leven. De beschuldiging van wederdoperij of steun aan die beweging alleen blijkt al voldoende om de doodstraf te krijgen.

Duitsland

In 1543 vertrekt hij naar Duitsland. In Oost-Friesland heerst in die tijd een tamelijk tolerant klimaat, ook ten opzichte van wederdopers. In 1544 wordt hij echter toch verbannen; hij zoekt zijn toevlucht in de buurt van Keulen, waar de aartsbisschop overtuigd is van de noodzaak van kerkreformatie. In betrekkelijke rust werkt Menno Simonsz daar twee jaar. In 1546 komt er namelijk een abrupt einde aan die rust als de zittende aartsbisschop/keurvorst wordt afgezet en het “zuivere” katholicisme wordt heringevoerd. Eind 1546 bevindt Simonsz zich met vrouw en kleine kinderen in Lübeck.


In 1553 duikt Menno op in Wismar (Mecklenburg). De Lutherse reformatie was daar sinds 1542 in gang gezet, maar zolang de Lutherse kerk nog niet volledig gesetteld was, konden de wederdopers op enige tolerantie van de gematigde katholieke autoriteiten rekenen. In Wismar debatteert Simonsz met volgelingen van Zwingli over diverse punten van verschil, zoals de kinderdoop, de eed en gedwongen echtscheiding. Deze debatten zijn niet openbaar. Na de debatten worden de mennonieten uit Wismar verbannen; ze gaan dan weer naar Lübeck. In augustus 1555 wordt in de Hanzesteden Lübeck, Hamburg, Rostock, Stralsund, Wismar en Lüneburg een edict tegen zowel de wederdopers als de sacramentariërs uitgevaardigd. Ook de laatsten ontkenden de werkelijke aanwezigheid van Christus in brood en wijn, maar accepteerden wel de kinderdoop.

Laatste jaren

Vanaf 1554 tot het eind van zijn leven in 1561 leeft Menno Simonsz in Wüstenfelde, een landgoed tussen Hamburg en Lübeck, waar hij onderdak krijgt van de eigenaar. Hij voorziet in zijn eigen levensonderhoud door eenvoudig handwerk te verrichten. Zijn laatste levensjaren worden overschaduwd door het overlijden van zijn vrouw en zoon, alsook door conflicten over de interne tucht binnen de gemeente. Eind januari 1561 overlijdt Menno Simonsz in Wüstenfelde. We weten niet waar hij begraven ligt, ook al omdat Wüstenfelde in de Dertigjarige oorlog volledig is verwoest.

Een gedenkplaat in Bad Oldesloe (Duitsland) herinnert eraan dat Menno Simons zijn laatste levensjaren in het vroegere Wüstenfelde doorbracht.

Gedenkplaat Simons Duitsland

Opera omnia theologica of alle de Godtgeleerde Wercken van Menno Symons. Uitgegeven te Amsterdam in 1681.

Amsterdam Museum / Wikimedia Commons

Een monument in Witmarsum herinnert aan 'Menno's uitgang uit het Pausdom': zijn breuk met de katholieke kerk (1536). Een vollediger beeld van het monument is te zien op de pagina onder Tips voor verdieping en verwerking.