Hadewijch

De middeleeuwse mystica

Hadewijch

Een glasschilderij vervaardigd door Fritz Rodenburg (1926) te zien in Mierlo.

Religieuze vrouwenbeweging

Hadewijch (haar naam betekent tweemaal strijd) leefde rond het midden van de dertiende eeuw (ca.1250), waarschijnlijk in Vlaanderen (Antwerpen). Er is van haar geen betrouwbare biografie bekend, en daarom verwerken we hier wat biografische gegevens in de bespreking van de inhoud en de achtergronden van haar werk.

Ze is waarschijnlijk van welgestelde (adellijke?) familie en heeft in elk geval een prima opleiding gehad. Ze kent Latijn en kerkvaders als Augustinus. Maar ook is ze bekend met de hoofse literatuur in de volkstaal. Ze maakte waarschijnlijk deel uit van de religieuze vrouwenbeweging in de dertiende eeuw, waarin in heel Europa, maar vooral in het toenmalige Brabant, steeds meer vrouwen kozen voor een leven volgens de richtlijnen van het evangelie, zonder in een klooster te gaan.

Geregeld verlieten vrouwen daartoe hun huwelijk, huis en haard (soms zelfs hun kinderen) om zich te wijden aan een leven als begijn. Begijnen legden geen kloostergelofte af, maar leefden vrijwillig kuis en sober. Een begijnengemeenschap was infomeel en niet hiërarchisch, al was er vaak wel een leidster, een oudere begijn. Met allerlei werkzaamheden (handwerk, ziekenzorg, onderwijs) voorzagen de begijnen in hun levensonderhoud. Ook bijdragen van verwanten waren welkom.

Begijnen

Rond 1300 had de stad Luik enkele tientallen begijnhoven, waaronder een paar grote: het oudste (Saint Christophe) telde rond 1250 meer dan duizend bewoonsters….In de dertiende eeuw hadden ook Hollandse steden als Delft, Dordrecht en Haarlem begijnhoven. Kerkelijke leiders waren onder de indruk van de begijnse levenswijze: in 1233 nam paus Gregorius de begijnen in bescherming in zijn bul “Gloriam virginalem”. Hun levenswijze wekte namelijk ook achterdocht en zelfs afkeer op. In de veertiende eeuw maakten schrijvers in kluchten de zelfgekozen kuisheid van begijnen verdacht en zagen anderen hun levenswijze als parasiteren op de maatschappij.

Bij Hadewijch is daarvan in de dertiende eeuw nog geen sprake. Met haar Liederen, Visioenen en Brieven staat ze in de Middelnederlandse literatuur op eenzame hoogte. Als leidster van een groep begijnen moet ze van grote betekenis zijn geweest. Haar visioenen zijn de oudst overgeleverde visioenen in een Europese taal en worden algemeen gewaardeerd als het mooiste wat in dit genre is overgeleverd.

Visioenen

Hadewijch komt uit haar visioenen naar voren als een gedrevene: ze verlangt hartstochtelijk naar eenwording met Christus. In haar visioenen heeft ze hemelse ervaringen en reikt ze tot grote hoogte. Ze ziet zichzelf als een bijzondere uitverkorene. In haar laatste visioen krijgt ze zelfs God te zien, zittend op zijn hemelse troon. Een stem zegt haar dan dat zij alles heeft overwonnen en daarom God ten volle mag kennen…

Bij Hadewijch speelt de strijd om de goddelijke liefde een hoofdrol. En daarin zit zeker ook een erotisch element. In haar zevende visioen beleeft ze hoe Christus tijdens de eucharistie van het altaar afkomt en haar stevig in zijn armen neemt. Ze verliest zich dan totaal in Hem. Op www.literatuurgeschiedenis.org wordt een deel van een van de visioenen voorgelezen; je krijgt daarbij een goede indruk van taal en sfeer van zo’n visioen.

De Visioenen van Hadewijch zijn door tal van auteurs uit het Middelnederlands vertaald. Hier door Dr. J. van Mierlo, een pater jezuïet. Bij Achtergronden zie je nog meer versies.

Dit mozaïek is vervaardigd door Henk Hilterman (1989) en bevindt zich in de katholieke St. Bavokathedraal in Haarlem.

Mystieke liefde

Hadewijch uitte de mystieke liefde ook in pure liefdespoëzie: haar 45 strofische gedichten. Deze zijn in 2009 opnieuw uitgegeven in de Hadewijch-editie van de Historische Uitgeverij te Groningen. Van 19 van de 45 liederen is een melodie gevonden. Op vier meegeleverde CD’s worden alle liederen ten gehore gebracht. De bundel lijkt uiterst zorgvuldig gecomponeerd en de liederen zijn van hoge artistieke kwaliteit.

Ook zijn van Hadewijch 31 brieven bewaard. Ook daarin is de mystieke liefde een belangrijk thema, maar daarnaast zijn het brieven van een geestelijk leidster aan haar zusters in het geloof en de liefde. Opvallend is dat Hadwijch zich in de brieven desondanks niet superieur opstelt, maar meelevend en realistisch, met oog voor haar eigen tekortkomingen.

Betekenis

Met haar leven en werk heeft Hadewijch een bijzondere rol gespeeld in het Middelnederlandse christendom. In dat verband is ook haar Lijst van volmaakten bijzonder te noemen. Het is een opsomming van in totaal 107 namen van diegenen die Hadewijch in een visioen te zien heeft gekregen als intimi van Christus, mensen dus die Hem op de meest volmaakte wijze hebben bemind. De lijst loopt chronologisch van Maria, Johannes de Doper, Johannes de evangelist en Maria Magdalena naar Hadewijchs eigen tijd. In deze eigenzinnige keuze toont Hadewijch zich anti-autoritair en tegendraads: de lijst bevat 21 volmaakten van voor Hadewijchs tijd, 8 overleden tijdgenoten, en maar liefst 73 die volgens Hadewijch nog in leven zijn, waaronder 17 kinderen. In de gehele lijst staat maar één paus en één kerkvader…..