Edith Stein

De geleerde non die vanwege haar joodse afkomst in Auschwitz werd vermoord

Wroclaw

De Poolse stad Wroclaw wordt in het midden van de 18e eeuw bezet door de Pruisen. De stad blijft onder de naam Breslau deel uitmaken van Duits grondgebied tot het einde van de Tweede Wereldoorlog. Rond 1900 heeft deze handels- en industriestad een inwoneraantal van een half miljoen mensen, van wie ongeveer 20.000 joden. Het is de in grootte tweede joodse gemeente van het Duitse Rijk. In de stad is het Judisch-Theologisches Seminar gevestigd, een beroemde opleidingsschool voor rabbijnen. De joodse inwoners kunnen ingedeeld worden in drie groepen: de modern ingestelde liberalen, die zoveel mogelijk willen integreren in de samenleving; de socialistisch ingestelde zionisten, die dromen van het stichten van een eigen joodse staat in Palestina; en ten slotte de conservatieve orthodoxen, die zich concentreren op het behoud van de oude joodse cultuur en leefregels. In deze laatste groep wordt Edith Stein geboren.

Teresia van Avila

In de puberteit breekt Edith met het Jodendom, maar niet met haar familie. Ze blijft een goede band met haar moeder onderhouden. De uiterst intelligente Edith gaat als overtuigd atheïst op zoek naar wat werkelijk waar en niet waar is. Deze zoektocht brengt haar bij professor Edmund Husserl in Göttingen, die de grondlegger is van de fenomenologie. De aanhangers van deze filosofische stroming proberen zo onbevooroordeeld mogelijk alles om zich heen te zien en te begrijpen. Ze gaan dus juist niet uit van een vast geloof, maar beschrijven de wereld zoals die zich voordoet. Dat levert ook Edith Stein veel informatie op, maar bevredigt haar niet. Uiteindelijk vindt ze in de beschrijvingen van de godservaringen van 16e eeuwse kloosterzuster Teresa van Avila een nieuw ankerpunt. Ze komt tot een nieuw geloof; ze laat zich katholiek dopen en zal ook zelf in een karmelietessenklooster intreden.

De Ostring in Breslau rond 1900. De stad maakt dan deel uit van het Duitse keizerrijk.

Wikimedia Commons

Extase van de H. Teresia, beeldengroep vervaardigd door Bernini, ca. 1650. Te zien in de Santa Maria della Vittoria, Rome.

Niet veilig in Echt

Edith Stein blijft als filosofe actief. Ze probeert in verschillende geschriften het katholieke geloofsdenken en de fenomenologie tot harmonie te brengen. Haar belangrijkste boek op dit gebied is Endliches und ewiges Sein, dat in 1936 voltooid is en vanwege strijdigheid met de nationaal-socialistische ideologie in Duitsland niet gepubliceerd mag worden. Als joodse in een katholiek klooster wordt ze in toenemende mate een gevaar voor het hele klooster. Vandaar dat ze na de Reichskristallnacht in 1938 uitwijkt naar het veiliger zusterklooster in het Limburgse Echt. Maar ook daar blijkt ze niet veilig te zijn. Na het openbare protest van de Nederlandse bisschoppen tegen de Jodenvervolging wordt ze met haar zus door de Gestapo opgepakt en via Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd om vergast te worden.

Heiligverklaring

In 1998 wordt Edith Stein door paus Johannes Paulus II heilig verklaard. Hij bepaalt daarbij ook dat de katholieke kerk voortaan op haar sterfdag – 9 augustus – de Jodenvervolging uit de Tweede wereldoorlog zal gedenken. Beide beslissingen worden in joodse kring bekritiseerd. Daar heerst de overtuiging dat de katholieke kerk in de oorlog te weinig heeft gedaan om de joden te redden en een bekeerde Jodin heilig verklaren wordt gezien als klap in het gezicht van de joodse gemeenschap. Ze is immers gestorven als Jodin en niet vanwege haar katholieke geloof. Hoe dan ook heeft Edith Stein als katholiek filosofe grote indruk gemaakt door haar geschriften en door haar inzet als kloosterzuster.

Monument voor Edith Stein bij het karmelietessenklooster in Echt. Paus Johannes Paulus II heeft haar uitgeroepen tot medepatrones van Europa.

Wikimedia Commons

Beeld van Edith Stein aan de gevel van de Rathausturm in Keulen (geplaatst in 1992). Het is vervaardigd door Paul Nagel (1925-2016).

Wikimedia Commons