Helder Cámara

Een ‘rode bisschop’ met inzet voor gerechtigheid en vrede

In de jaren na 1945 was het duidelijk geworden dat Latijns-Amerika zich had ontwikkeld tot een subcontinent met grote sociale en economische tegenstellingen. Grootgrondbezitters en buitenlandse ondernemingen bezaten er veel invloed. De landbouw ontwikkelde zich meer en meer op de export van producten. Voor het voeden van de eigen bevolking was de landbouwproductie onvoldoende. Ten gevolge van ontbossing en schaalvergroting op het platteland kozen veel kleine boeren met hun gezinnen ervoor om naar de steden te trekken. In de steden ontstonden vele krottenwijken of favela’s. De verdeling van de welvaart was volkomen scheef gegroeid. De grote angst van de bovenlaag en hoge kerkelijke autoriteiten was dat het communisme bij zeker de onderlaag van de bevolking zou aanslaan. Zeker het conservatieve deel van de kerk had het daarom niet zo op hervormingsbewegingen. In tal van Latijns-Amerikaanse staten kwamen in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw militaire dictaturen aan de macht, al of niet op de achtergrond gesteund door de Verenigde Staten, die dikwijls grote politieke en economische belangen in de zuidelijke helft van het werelddeel bezaten. De nieuwe machthebbers weigerden iets aan hervorming van de aloude machtsstructuren te doen.

Deze foto toont de enorme tegenstelling tussen een favela op de voorgrond en de rijke wijken op de achtergrond, hier bij Rio de Janeiro.

Wikimedia Commons

Geweldloos verzet

De extreme maatschappelijke ongelijkheid vormde de achtergrond van de beslissing van Cámara te kiezen voor een leven in dienst van de armen. Hij was in die tijd binnen de kerk niet de enige die tot zo’n keuze kwam. Onder jonge Latijns-Amerikaanse theologen en priesters kreeg de bevrijdingstheologie veel aanhang. Deze theologie week sterk af van die uit Europa en Noord-Amerika door de problematiek van de armen in de samenleving als uitgangspunt te nemen. De bevrijdingstheologen gingen uit van een radicale interpretatie van het evangelie, die zij combineerden met een marxistische maatschappij-analyse. Sommigen van hen, zoals de priester Camilo Torres, namen zelfs de wapens op tegen volksonderdrukkers. Cámara sympathiseerde wel met de bevrijdingstheologie, maar rekende zichzelf niet tot deze beweging. Vanuit het Vaticaan zouden de bevrijdingstheologen later stevig onder vuur komen te liggen.

In zijn acties tegen armoede en onrechtvaardigheid koos Cámara voor het geweldloze, lijdelijk verzet, waarbij Gandhi in het toenmalige Brits-Indië en Martin Luther King in de Verenigde Staten zijn voorbeelden waren. De spreuk van Gandhi die hem bijzonder aansprak was: ‘De aarde heeft genoeg voor ieders behoefte (need), maar niet genoeg voor ieders begeerte (greed)’. Zijn keuze voor een geweldloze, sociale revolutie heeft in tal van redevoeringen verantwoord. In 1968 deed hij dat aldus:

‘Ik respecteer degenen die zich in geweten verplicht voelen om geweld te gebruiken; niet het gemakkelijke geweld van de salon-guerrilleros, maar van degenen die hun eerlijkheid bewijzen met het offer van hun leven. Het komt mij voor dat Camilo Torres en Ché Guevara evenveel respect verdienen als Martin Luther King. Ik beschuldig degenen die het geweld misbruiken, al diegenen van rechts en links die de rechtvaardigheid geweld aandoen en de vrede verhinderen. (…) Wij staan aan de kant van het niet-gewelddadige, wat helemaal geen zwakke en passieve keus is. Het is: meer geloven in de kracht van de waarheid, de rechtvaardigheid en de liefde dan de kracht van oorlogen, wapens en de haat’.

Gandhi en King stierven voortijdig door moordenaarshand. Dat is Cámara bespaard gebleven, hoewel het meer dan eens niet veel heeft gescheeld. In 1999 stierf hij op hoge leeftijd een natuurlijke dood. Hij besefte heel goed dat zijn inzet niet altijd even gemakkelijk werd begrepen. Hij klaagde weleens dat men hem een ‘heilige’ noemde, als hij de armen te eten gaf, maar een ‘communist’ als hij vroeg waarom die mensen niks te eten hadden.

Camara congres ontwikkelingswerk Duitsland

Cámara (in het midden) woont een congres over ontwikkelingssamenwerking in Duitsland bij, waar hij een van de gastsprekers is.

Betekenis

De benedictijn Marcelo Barros is tegenwoordig een van de boegbeelden van de Zuid-Amerikaanse bevrijdingstheologie. Hij was een aantal jaren de rechterhand van Cámara en is ook door hem tot priester gewijd. Hij toont zich een ware navolger van Cámara door eveneens kritiek op de politiek niet te schuwen. Daarbij komt nog een nieuwe dimensie: zijn afkomst uit het Braziliaanse regenwoud heeft hem geïnspireerd een band te leggen tussen ecologie en het evangelie. Een band tussen het zo noodzakelijke licht in de natuur en het evangelie waarin Jezus wordt omschreven als het ‘licht van de wereld’. De keuze van de nieuwe president Lula (eigenlijke naam: Luiz Inácio da Silva) in 2002, de eerste president in Brazilië van eenvoudige afkomst en met een vakbondsverleden, ontlokte aan Barros in een interview met een Belgische krant de uitspraak: ‘Zonder de bevrijdingstheologie en zonder Dom Helder Camara had Brazilië nooit een arbeider-president als Lula gekregen'. Lula da Silva is aan het einde van zijn tweede termijn in 2011 afgetreden. Vanaf 2016 is hij in politieke moeilijkheden gekomen in verband met een corruptieschandaal in het staatsoliebedrijf Petrobras. Hij werd na een dubieus proces tot gevangenisstraf veroordeeld. In hoger beroep werd hij overigens vrijgesproken. Na zijn vrijlating werd hij in 2022 opnieuw gekozen tot president.

Ontmoeting Johannes Paulus II met Cámara

Paus Johannes Paulus II stond als kerkvorst uiterst kritisch ten opzichte van de bevrijdingstheologie. Met Cámara had hij een sterke persoonlijke band.