Alfons Ariëns

De kapelaan die de katholieke arbeiders van Twente organiseert

Industrialisatie in Twente

Tot het midden van de 19e eeuw is de textielproductie in Twente nog voornamelijk een bijverdienste van de arme boeren. Spinnen en weven gebeurt in boerenhutten en de entrepreneurs leveren de grondstoffen en verkopen de geweven stoffen. Tussen 1830 en 1870 worden de Engelse uitvindingen van spinmachines en weefgetouwen, die aangedreven worden door stoomkracht, in de Twentse steden geïntroduceerd. Boerenzonen worden arbeiders en hun vrouwen en kinderen gaan door armoede gedreven ook de fabrieken in. Er wordt twaalf tot veertien uur per dag gewerkt met gevaarlijke machines, die een enorme herrie geven en stoflongen veroorzaken. De bazen verdienen veel en de arbeiders maar schamel en dat kun je heel goed aan hun behuizing zien. Een goede basis voor sociale actie, aangemoedigd door de socialisten van de Sociaal Democratische Bond en hun leider Domela Nieuwenhuis. De eerste door de socialisten geleide staking in Enschede vindt plaats in 1886, hetzelfde jaar dat Alfons Ariëns als jong kapelaan daar aankomt. De staking wordt met geweld beëindigd, maar de arbeidsonrust houdt aan.

Ariëns (tweede van links) als seminarist te Rijsenburg. Foto uit 1878.

Katholiek leven in beeld. Katholiek Documentatie Centrum

Katholieke sociale actie

Ariëns kijkt goed rond in zijn arme parochie. Hij ziet de krotbewoning, de zuigelingensterfte, de chronische ondervoeding, het alcoholisme. Hij ervaart dat de fabrieksarbeid een vorm van loonslavernij is. En hij begrijpt dat je met liefdadigheid wel voor even de armoede weg kan nemen, maar dat je dan de oorzaken daarvan in stand laat. Hij raakt er van overtuigd dat de kerk zich niet moet beperken tot kerkelijke armenzorg. Er is een katholieke sociale actie nodig om geloofwaardig te blijven voor de katholieke armen. De katholieke arbeiders moeten naar zijn mening gestimuleerd worden eigen organisaties in te richten om een gezamenlijke strijd te voeren voor verbetering van hun lot. Hij krijgt voor deze visie steun in de encycliek Rerum Novarum van 15 mei 1891 over de toestand der arbeiders uitgegeven door paus Leo XIII. (Zie voor meer informatie hierover bij het hoofdstuk Achtergronden van beeldfiguur Henri Poels.) De paus zegt het zo: katholieke arbeiders komen voor de keuze te staan ofwel, om lid te worden van verenigingen, die gevaar opleveren voor hun godsdienst, ofwel onder elkaar eigen organisaties te stichten en hun krachten te verenigen op zulk een wijze, dat zij in staat zijn met moed zich te bevrijden van die onrechtvaardige en ondraaglijke tyrannie. Dus tegenover het gevaar van het overlopen naar socialistische organisaties staat het alternatief van eigen vakorganisaties onder eigen leiding. Juist in januari van datzelfde jaar heeft Ariëns dan al (na een eerdere katholieke arbeidersvereniging in 1888) de R.K. Twentsche Fabrieksarbeidersbond St. Severus opgericht, helemaal in lijn met wat de paus voorstaat.

Het eerste bestuur van de R.K. Arbeidersvereniging in Enschede. Alfons Ariëns zit in het midden

Katholiek leven in beeld. Katholiek Documentatie Centrum

Moeizame strijd

De bemoeienis van Alfons Ariëns met het lot van de katholieke textielarbeiders in Twente is van alle kanten omstreden. De werkgevers verwijten hem hun personeel opstandig te maken en de werkgelegenheid in gevaar te brengen. De socialisten zien hem als stakingsbreker, die uiteindelijk toch steeds weer toegeeft aan werkgevers, omdat hij met hen tot compromissen komt. Vele kapelaans en pastoors vinden zijn activistisch optreden niet passend voor een priester. En de hoge kerkelijke leiders in Nederland vinden katholieke vakorganisaties zonder voldoende kerkelijke leiding gevaarlijk. Zij willen in plaats van vakorganisatie liever standsorganisaties, waarin hoger en lager opgeleide katholieken binnen dezelfde bedrijfstak samenwerken en dan nog onder de paraplu van bisschoppelijk gezag. Zij leggen er de nadruk op dat de paus in Rerum Novarum geen organisatiemodel voorschrijft en benadrukken dat hij de godsdienstige en zedelijke vorming van de leden voorop plaatst. Hierbij passen geen stakingsactiviteiten of het opstarten van een concurrerend bedrijf met ontslagen personeelsleden, zoals Ariëns doet. Hij wordt uiteindelijk ook niet in zijn functie gelaten. Zijn benoeming tot pastoor in Steenderen wordt dan ook door velen als een verbanning gezien.

Portret van Alfons Ariëns.

Erfenis

Ariëns bestrijdt de door de socialisten gepropageerde klassenstrijd met verve. Hij wil de klassen elk een eigen stem geven, waardoor er juist het evenwicht ontstaat dat nodig is voor een klassenvrede, nu meestal arbeidsrust genoemd. Zijn model ligt aan de basis van ons poldermodel. Wat hij uit compassie met de textielarbeiders begint, is mede door zijn blijvende stimulansen na zijn vertrek uit Twente breed nagevolgd en effectief gebleken, niet alleen binnen katholiek verband.

Het is terecht dat hij hierdoor een bekende naam gebleven is. In Enschede is een Ariënsgedachteniskerk gebouwd en er zijn scholen naar hem genoemd. De stad heeft ook een Ariënsplein met een Ariënsmonument.  Daarnaast is er landelijk een jaarlijkse Ariënslezing en wordt een driejaarlijkse Ariënsprijs voor het beste diaconale project uitgereikt.

Dr. Alfons Ariëns herdenking ter gelegenheid van zijn honderdste geboortedag (29 april 1960). In het midden kardinaal B. Alfrink, geflankeerd door historicus Dr. L.J. Rogier (links) en KAB-voorzitter en tevens KVP-Eerste Kamerlid J.A. Middelhuis.

Nationaal Archief / Wikimedia Commons

De Ariëns Gedachteniskerk in Enschede. Is gebouwd in 1954 naar een ontwerp van Joh. Sluymer. De kerk is in 2016 gesloten en overgenomen door een meubelzaak.

Cultureel Erfgoed Enschede