Godfried Bomans

Een veelzijdig katholiek in een roerige eeuw

Godfried Bomans

Godfried Jan Arnold Bomans wordt op 2 maart 1913 geboren in het gezin van Johannes Bernardus Bomans en Arnoldina Josephina Oswalda Reynart. Het gezin telt dan drie kinderen: hij heeft een ouder zusje en broertje; een ander zusje heeft maar een half jaar geleefd. Na Godfried komen nog drie jongens ter wereld. Vader Bomans is na zakelijke tegenslag rechten gaan studeren en vestigt zich in Godfrieds geboortejaar als advocaat in Haarlem. Van 1916-1929 is hij Kamerlid voor de R.K. Staatspartij; van 1917 tot 1923 tevens wethouder in Haarlem.

Godfried volgt vanaf 1920 katholiek lager onderwijs te Haarlem; in mei 1921 overlijdt zijn oudere broertje Herman op 9-jarige leeftijd. Van de oorspronkelijk zeven kinderen zijn er dan nog vijf in leven. Vader Bomans geniet als katholiek politicus inmiddels landelijke bekendheid. Zijn witte das is zijn handelsmerk. Pas als hij in 1923 met steun van de linkse SDAP gedeputeerde van Noord-Holland wordt, wat hij blijft tot zijn dood, verruilt hij de witte das voor een zwarte. Naast zijn politieke succes slaagt Bomans sr. ook in zaken; de kinderen Bomans groeien op in welstand.

De oudste zoon

Als oudste zoon (na het overlijden van Herman) doet Godfried zijn best een uitstekende leerling te zijn. Bij het afscheid van een onderwijzer spreekt hij het dankwoord namens de leerlingen: zijn eerste publieke optreden, dat ook de krant haalt. Ook sticht hij op de lagere school zijn eerste club; er zullen er nog vele volgen. Bij zijn overgang naar het gymnasium (1926) voelt Godfried zich echt de oudste thuis.  In 1929 debuteert hij in de schoolkrant. De school bestaat sinds 1922; het is het lyceum van de Allerheiligste Drieëenheid van de paters Augustijnen te Overveen.

Bloed en liefde

In 1931/32 schrijft hij Bloed en liefde, een toneelstuk met 32 rollen, één voor elke leerling van zijn klas. Alle leraren die in het stuk voorkomen, gaan dood, tot grote hilariteit van het publiek. In Het algemeen litterair maandblad Het Venster debuteert hij in 1932 met Gebed voor Nederland, onder het pseudoniem Bernard Majorick (mijn betere ik/ik ben de betere). Het is een ironisch/sarcastische tekst.

Studie

In 1933 verhuist de familie naar Berkenrode, een imposant landgoed in Heemstede. Godfried doet eindexamen gymnasium en gaat rechten studeren in Amsterdam. Hij gaat meewerken aan het katholieke studentenblad De Dijk. De daarin gepubliceerde schetsen vormen de opmaat tot Pieter Bas (1937). Op reis in Italië met zijn broer Rex maakt het verblijf in het klooster Monte Olivete zo’n indruk op hem, dat hij er wil intreden. Terug in Nederland krijgt hij kaakontsteking; de ziekte doorkruist de kloosterplannen en Godfried besluit toch verder te studeren. Na zijn kandidaats rechten is hij korte tijd redactielid van Propria Cures, het bekende Amsterdamse studentenblad. Maar hij vindt in Amsterdam niet wat hij zoekt…

In 1939 vertrekt hij naar Nijmegen, waar hij wijsbegeerte en psychologie gaat studeren. Te Berg en Dal schrijft hij Erik of het klein insectenboek. Zijn vader overlijdt in 1941 plotseling aan een hartaanval, slechts 55 jaar oud; Erik verschijnt en beleeft in dat jaar 10 drukken. In december speelt Godfried in Nijmegen voor Sint en hij verlooft zich.



Hij gaat in 1943 in Haarlem wonen na zijn studie te hebben opgegeven en trouwt in 1944 met Gertrud Maria Verscheure (Pietsie). Hij wordt redacteur van Elseviers Weekblad. In december 1944 duikt hij onder om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen.

Na de oorlog

Na de oorlog wordt hij kunstredacteur van de Volkskrant en begint hij met de strip Pa Pinkelman. Hij publiceert ook zijn Sprookjes. Bij het 50-jarig bestaan van de abdij Maria Toevlucht te Zundert schrijft Bomans Een halve eeuw Trappistenleven. Tijdens een  ballonvaart met de in die tijd bekende ballonvaarster Nini Boesman op Koninginnedag 1951 komt hij in zee terecht en wordt op het nippertje gered. Hij schrijft in de jaren die volgen voor Elsevier en de Volkskrant en treedt op voor radio en (later) televisie. Met deze optredens krijgt hij nationale bekendheid. In december 1960 wordt dochter Eva geboren, zijn enig kind. Uit een landelijke enquête onder de studerende jeugd (1963) blijkt dat hij daar de meest gelezen schrijver is. In 1967 blijkt hij ook onder scholieren de meest populaire auteur.

Bekend en bemind

Gedurende de jaren ’60 worden zijn optredens op radio en t.v. en door heel het land frequenter. In binnen- en buitenland speelt hij voor Sinterklaas. Voor de televisie maakt hij reizen, waaronder een wereldreis voor de NCRV (1968). Er verschijnen veel bundelingen van stukjes van zijn hand; uiteindelijk komt hij op meer dan zestig titels.

In 1970 wordt Bomans in triplo uitgezonden, een televisiefilm waarin Bomans zijn zus Wally en zijn broer Arnold ontmoet in hun beider kloosters.

In 1971 brengt hij voor AVRO en VARA een week door op het eiland Rottumerplaat. De eenzaamheid daar is een aanslag op zijn gestel. Hij komt er uitgeput vandaan. Hij blijft echter zo goed mogelijk voldoen aan zijn vele verplichtingen. In december wordt zijn laatste interview voor televisie (met Johan Cruijff) uitgezonden. Op 21 december komt hij uitgeput thuis van zijn schaakclub, krijgt in de hal van zijn huis een hartaanval en overlijdt een uur later, op 22 december 1971. Hij wordt op 24 december onder enorme belangstelling op het St.-Adelbertkerkhof te Bloemendaal begraven. 

In 1971 bedenkt Gé Gouwswaard het radioprogramma Alleen op een eiland, Dagboek van een eilandbewoner. Twee bekende Nederlandse schrijvers uit die tijd, Godfried Bomans en Jan Wolkers, verblijven na elkaar een week in eenzaamheid op het onbewoonde waddeneiland Rottumerplaat. Hun enige contact met de bewoonde wereld is een dagelijks gesprek via de marifoon, met radioverslaggever Willem Ruis. De radiouitzendingen rondom het verblijf van de door angstdromen en eenzaamheid gekwelde Bomans, die later dat jaar zou overlijden, en de uitzinnige Wolkers worden legendarisch en verschijnen in 2006 als luisterboek.

W@dgidsenWeb 2.1

Gedenksteen Pieter Bas, Hoge Gouwe 21 te Gouda.

Pieter Bas is een personage verzonnen door de schrijver Godfried Bomans (1936). In zijn boek beschrijft hij de personage als burgemeester van Gouda in de negentiende eeuw. De bewoners van de Hoge Gouwe 21 waren zo dol op het werk van Godfried Bomans, dat ze in 1964 de gevelsteen lieten plaatsen. Bomans was zelf bij de onthulling aanwezig, samen met het zoontje van een vriend - die toevallig (of niet) - ook Pieter Bas heet.

In de buurt - Gouda / Wikimedia Commons