Cornelia Arnolda Johanna ten Boom wordt op 15 april 1892 te Amsterdam geboren als jongste dochter in een gezin met vijf kinderen. Haar vader heeft een horlogerie in de joodse wijk van Amsterdam. Als haar grootvader, een Haarlemse horlogemaker, een half jaar na Corries geboorte overlijdt, verhuist het gezin naar Barteljorisstraat 19, waar vader Casper de zaak van zijn vader overneemt. Hij wordt een van de beste horlogemakers van Europa en publiceert over zijn vak in binnen- en buitenland.
Leven uit geloof
Het gezin Ten Boom is diepgelovig en zet zich vanuit het geloof in voor anderen. Zo wonen er drie tantes, zussen van moeder, bij in. Al op vijfjarige leeftijd geeft Corrie naar eigen zeggen haar hart aan Jezus. “Hij kwam gewoon en verliet mij nooit meer,” zegt ze daar zelf over. Na de lagere school gaat Corrie naar de huishoudschool. Door zelfstudie leert ze ook Engels, Duits, Frans en zelfs wat Grieks en Hebreeuws, de talen van de Bijbel. De Bijbel is het belangrijkste boek in het gezin.
In 1910 gaat Corrie naar een bijbelschool voor een praktisch-theologische opleiding. Ze leidt een christelijke meisjesclub, de Driehoeksmeisjes, onderdeel van de padvinderij in Haarlem, en geeft catechisatie aan verstandelijk beperkte kinderen. Ze heeft een passie voor evangelisatie en bezoekt door heel Europa congressen van christelijke organisaties. In de liefde is Corrie niet gelukkig: haar vriend laat haar in de steek om naar wens van zijn ouders een rijk meisje te trouwen…
Vader Casper ten Boom heeft zijn horlogerie in de Barteljorisstraat 19 in Haarlem. In de andere vertrekken is het gezin woonachtig.
Wikimedia CommonsOpvanghuis
Als haar moeder en de tantes na de Eerste Wereldoorlog zijn overleden en haar broer Willem en zus Nollie zijn getrouwd, stelt men het huis open voor een aantal kinderen: vluchtelingenkinderen, wezen en kinderen van zendelingen. Die kunnen blijven zolang het nodig is. Op een bepaald moment verzorgen vader Casper, zus Betsie en Corrie er zeven! In 1924 is ze, na een opleiding in Zwitserland, de eerste gediplomeerde vrouwelijke horlogemaker in Nederland. Ze assisteert haar vader in de vermaarde horlogerie.
Het gezin Ten Boom, gefotografeerd met enkele onderduikers in hun woning
Stichting Corrie ten BoomhuisWO II
In de Tweede Wereldoorlog raakt Corrie via haar broer Willem betrokken bij de ondergrondse, vooral wat het helpen van Joden betreft. Het huis wordt een doorgangshuis voor velen die uit handen van de bezetter willen blijven. Iedereen in nood die aanklopt, krijgt tijdelijk onderdak. In haar slaapkamer wordt een extra muur gemetseld, waardoor een schuilplaats ontstaat voor onderduikers, toegankelijk via een luik in de linnenkast. Met “haar jongens” (vrienden uit de illegaliteit) regelt Corrie onderduikadressen, voedselbonnen en valse persoonsbewijzen.
Op 28 februari 1944 worden vader Casper, zus Betsie en Corrie zelf samen met een dertigtal (!) onderduikers opgepakt en in Scheveningen opgesloten in het Oranjehotel, de strafgevangenis. Haar 84-jarige vader overlijdt daar al op 9 maart. Op 6 juni 1944, D-day, komen Betsie en Corrie in kamp Vught terecht en vandaar worden ze begin september naar het vrouwenkamp Ravensbrűck getransporteerd. Betsie overlijdt daar op 14 december; Corrie wordt twee weken later totaal onverwacht vrijgelaten, naar later blijkt door een administratieve fout.
Tekening door Roger Klaassen van het huis van de familie Ten Boom in Haarlem tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toelichting op zijn website in het Engels en Nederlands.
Na de oorlog
Na de oorlog heropent Corrie de horlogerie. Ze publiceert haar oorlogsherinneringen in een aantal boeken en met hulp van een weldoenster richt ze in Bloemendaal een revalidatiecentrum voor getraumatiseerde oorlogsslachtoffers in, Schapenduinen. Later wordt een groter pand, Zonneduin, aangekocht voor hetzelfde doel. Vanaf eind 1946 reist ze naar Duitsland, waar negen miljoen vluchtelingen onderdak nodig hebben. In 1949 opent ze in Darmstadt op het terrein van een voormalig concentratiekamp een opvang voor vluchtelingen.
Grafsteen van vader Casper ten Boom die op 84-jarige leeftijd in het Oranjehotel in Scheveningen is overleden (9 maart 1944).
Wikimedia CommonsLeven voor het evangelie
Ze stopt dan met de horlogerie en verkoopt het huis. Ze wijdt de rest van haar leven aan zending en evangelisatie. Ze schrijft christelijke boeken en verschijnt op radio en tv om de liefde van Jezus te prediken, die haar door de oorlog heeft geleid. Zowel nationaal als internationaal wordt ze een bekend figuur. Ze wordt door koningin Juliana in 1962 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau en mag in 1968 in de tuin van Yad Vashem te Jeruzalem een boom planten aan de laan der Rechtvaardigen onder de volkeren. Met Anne van der Bijl (Open doors) smokkelt ze bijbels naar communistische landen; ze werkt samen met de Amerikaanse evangelist Billy Graham. In 1977 verhuist ze naar Californië. Ze is dan al 85 jaar oud. Ze krijgt enkele herseninfarcten en verliest haar spraakvermogen. Sinds 1980 is ze bedlegerig. Op 15 april 1983, haar 91ste verjaardag, overlijdt ze.
Corrie ten Boom tijdens een van haar christelijk geïnspireerde toespraken.
Stichting Corrie ten Boomhuis, HaarlemCorrie ten Boom op latere leeftijd
YouTube