Jesualda Kwanten

Een late roeping als kloosterzuster en beeldhouwster

Jesualda Kwanten

Johanna Gerarda Antonia Kwanten wordt op 5 september 1901 geboren in Gendt, een dorp in de Over-Betuwe ten noordoosten van Nijmegen. Zelf zegt zij later in een interview over haar jeugd: “Het zat er als kind al in: ik was altijd aan het koppen tekenen. Moeder zei vaak tegen mij:  ‘Het is niet beleefd, dat je de mensen zo strak aan gaat zitten kijken.’ Maar ik kon het niet laten.” Na het behalen van haar aktes wordt zij onderwijzeres en daarna hoofd van een lagere school in Roermond.

Naar het klooster

Pas als zij bijna dertig jaar is, treedt zij in bij de congregatie van de Zusters van Liefde, een ongebruikelijk late roeping.  Zij neemt als kloosterzuster de naam ‘Jesualda’ aan. Dat intreden valt bij haar omgeving niet in goede aarde. Haar moeder schijnt gezegd te hebben: ‘In de wereld kun je toch ook gelukkig worden’ en haar huisarts noemt het ‘bespottelijk’ en is niet bereid een medisch attest te verstrekken als Jesualda daar om zou vragen. ‘Ik heb toch doorgezet, want het was een drang die in me zat. Ik wilde voor God een daad stellen’, aldus Jesualda in een later interview.

Het is zeker niet eenvoudig geweest om op latere leeftijd in te treden. Het moet haar best wat moeite hebben gekost om zich de kloosterpraktijken eigen te maken en daarmee het privéleven los te laten. Ook ontkomt zij niet aan het gevaar in een zeker isolement te komen: het leeftijdsverschil met andere novicen – in die tijd meestal meisjes van nog geen twintig jaar - is bijna tien jaar. 

In de congregatie ontdekt men dat Jesualda over een bijzonder tekentalent beschikt. Zij wordt in staat gesteld de Middelbare Akte Tekenen te halen. En dat komt voor de congregatie goed uit, want nu kan zij meteen gaan lesgeven in tekenen en kunstgeschiedenis op de net opgerichte St. Pius Middelbare Meisjesschool in Amsterdam, een school die wordt geleid door zusters van de congregatie (Deze school is in later jaren opgegaan in het St. Nicolaaslyceum). Aan die school zal Jesualda bijna dertig jaar verbonden blijven.

Van tekenen naar beeldhouwen

Na die bijna dertig jaar lesgeven is Jesualda tegen de zestig. Zij kijkt tegen haar aanstaande pensionering aan en denkt na op welke wijze zij een volgende levensfase zal invullen. Zij trekt de stoute schoenen aan en schrijft zich in bij de Rijksacademie van beeldende kunsten in Amsterdam. De directrice is niet scheutig met het geven van vrije uren, daarom volgt Jesualda, naast haar baan op school, tekenlessen in de avonduren. Als oudere zuster in habijt is zij in het  Amsterdamse kunstwereldje een opvallende verschijning. Min of meer bij toeval komt zij op een dag in de werkplaats van de leerling-beeldhouwers terecht.  Een docent stelt haar in de gelegenheid een vrouw uit de Jordaan, die dag als model aanwezig. in klei te boetseren. Het resultaat is voor zowel Jesualda als de docent een grote artistieke verrassing: de docent concludeert dat de kloosterzuster over een heel bijzonder talent beschikt. Het tekenen op de academie maakt plaats voor beeldhouwen, waarop zij zich steeds meer gaat toeleggen. 

Tilburg

De congregatie vindt het goed dat zij vijf jaar eerder dan gepland stopt met het geven van onderwijs en stelt haar in de gelegenheid van Amsterdam naar Tilburg te verhuizen. In het moederhuis aldaar krijgt zij de beschikking over een eigen atelier op de zolderverdieping. Zij kan zich nu volledig op het beeldhouwen concentreren. In haar werk maakt zij heel bewust een keuze voor het uitbeelden van mensen. Haar oeuvre omvat dan vooral portretten van menselijke figuren in gips en brons. Een favoriete bezigheid is het portretteren van kinderen. “Kinderen zijn zo eerlijk en open en komen zo leuk over,” zo merkt zij in een later interview op. Maar ook heel wat gewone mensen vormen het onderwerp van haar werk. Een bekende beeldengroep in de Bossche binnenstad van haar is die van Janus en Bet, twee bekende plaatselijke figuren.

Ook ontwierp zij een penning met daarop een bijbelse afbeelding: David speelt op de harp voor Saul. Zij vervaardigt bronzen beelden van bisschop Joannes Zwijsen (stichter van de congregatie Zusters van Liefde) en priester Titus Brandsma, die zij naar eigen zeggen nog persoonlijk heeft gekend. Een andere priester, die tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt vermoord, is Maximiliaan Kolbe. Voor de gelijknamige kerk in Blerick (inmiddels gesloten) ontwerpt zij een bronzen beeld. 

Borstbeelden ontwerpt zij van de prominente katholieke intellectueel Anton van Duinkerken, schrijver Albert Helman en dichter/schrijver en later monnik Pieter van der Meer de Walcheren. 

Borstbeeld van Titus Brandsma in de vergaderkamer van het Titus Brandsma Instituut te Nijmegen. Deze buste,  van de hand van  Jesualda Kwanten,  is rond 1975 vervaardigd voor de toenmalige bibliotheek van dit instituut .  

De wereld van toneel en theater

In de buurt van het moederhuis in Tilburg bevindt zich dan de net voltooide schouwburg. Dat is voor Jesualda een gelukkig toeval. Geregeld is zij daar te vinden, niet als gewone toeschouwer, maar op een stoeltje opzij van het toneel speciaal voor haar vrijgehouden. Heel onopvallend slaagt zij erin vellen papier vol te tekenen met acteurs en actrices van landelijke bekendheid. Die komen er na verloop van tijd achter dat zij door een voor hen onbekende kloosterzuster geportretteerd worden. Verbazing gaat over in sympathie voor de vrouw in habijt die hen zo nauwkeurig volgt. De eerste grote opdracht komt van de acteur Albert van Dalsum. Aan de hand van haar tekeningen vervaardigt zij een gipsmodel. Zij krijgt het ook voor elkaar dat Van Dalsum in levende lijve voor haar poseert. Het resultaat: een bronzen kop, die een plaats krijgt in de schouwburg.

Later vereeuwigt zij de cabaretier Toon Hermans en de acteurs Guus Hermus, Henk van Ulsen, Hans Tiemeyer en actrice Mary Dresselhuys. A. Viruly. echtgenoot van Mary Dresselhuys en zelf als luchtvaartpionier een bekende Nederlander, een voorwoord op hartelijke toon in een publicatie over de beeldhouwende zuster. 

Onthulling van de bronzen buste van Albert van Dalsum in de foyer van de Stadsschouwbur in Tilburg (1965). Links in habijt de maakster Zr. Jesualda Kwanten.

ANP Historisch Archief

Kop van Mary Dresselhuys, te zien in het Nieuwe de la Martheater in Amsterdam

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

In 1973 betoont de Tilburgse Schouwburg eer aan Toon Hermans in de vorm van een beeld door zuster Jesualda Kwanten (links).

PVE Brabants Dagblad

Koninklijke portretten

Net als bij veel van haar medezusters maakt het habijt als verplicht kledingstuk bij Jesualda plaats voor naar eigen smaak gekozen burgerkleding. Heel vererend is de opdracht om een portret van koningin Juliana te maken. Die is bereid om daarvoor te poseren. Jesualda wordt in de gelegenheid gesteld de koningin op paleis Soestdijk te portretteren. Een bronzen buste krijgt een plaats in het Tilburgse stadhuis en in verschillende gerechtsgebouwen.

Jesualda is al een dame van tachtig jaar als zij door het Tilburgse gemeentebestuur gevraagd wordt een plastiek van koningin Beatrix te maken. Zij wordt door de Rijksvoorlichtingsdienst in de gelegenheid gesteld het werkbezoek van de koningin aan Zwolle van dichtbij mee te maken. ‘Met grote ogen staarde zij minutenlang gebiologeerd naar de vorstin’, zo stond het in een bekend weekblad. Ook Beatrix merkt dit op en spreekt Jesualda hierop aan. Deze vertelt wat het doel van haar observatie is. Een tijdje later blijkt dat ook deze koningin, net als haar moeder, bereid is te poseren. Jesualda wordt in de gelegenheid gesteld op Drakensteyn te komen.


Ook Beatrix doet graag aan beeldhouwen en pottenbakken. Niet verwonderlijk dat de geplande sessie van een halfuur maar liefst anderhalf uur uitloopt. Beatrix toont zich later zeer tevreden over het resultaat; ze laat het Jesualda persoonlijk weten. Na voltooiing komt het beeld niet alleen in het gemeentehuis, maar ook in de rechtbank en de universiteit in Tilburg. In het laatste geval een probleempje: het kroontje kan door balorige studenten als kapstok worden gebruikt. Jesualda ziet vooral dit probleem, maar vindt een oplossing. ‘Beatrix draagt altijd een hoed’, zegt zij en geeft dit beeld in tegenstelling tot de andere beelden een hoed in plaats van een kroon.

Onthulling van een bronzen borstbeeld van koningin Juliana door burgemeester Hoebens in Helenaveen (8 december 1975). Jesualda Kwanten staat niet op de foto.

Wikimedia Commons

Beeldenmuseum

‘Inspiratie is hard werken’;  tot op hoge leeftijd blijft Jesualda in haar werk actief. De laatste tien jaar kan de artistieke zuster het fysiek niet meer opbrengen. Op 26 december 2001 overlijdt zij op de leeftijd van honderd jaar. Haar nalatenschap is op heel wat plekken in de open ruimte te zien. Beelden en ook tekeningen bevinden zich thans in het beeldenmuseum van zuster Jesualda in de voormalige novicenkapel van het Moederhuis aan de Oude Dijk in Tilburg.

Het Moederhuis van de Zuster van Liefde aan de Oudedijk in Tilburg