Thomas Cranmer

Een zowel invloedrijke als omstreden Engelse hervormer

Twee katholieken in verzet tegen de paus 

In de jaren twintig van de zestiende eeuw worden in Cambridge de geschriften van Luther, die meegesmokkeld worden op Duitse Hanzeschepen, druk bediscussieerd. Eerder al, in de veertiende eeuw, is in Engeland de voedingsbodem voor reformatorische denkbeelden gelegd door de theoloog John Wyclif en diens volgelingen, de Lollarden. Thomas Cranmer bestudeert Luthers geschriften ook, maar onderschrijft ze niet en neemt voor zover we weten niet deel aan het debat. Hij heeft wel bedenkingen met betrekking tot de geldzucht van het roomse bestuursapparaat, maar die zijn in het Engeland van zijn tijd gemeengoed. 


Koning Hendrik VIII moet evenals Cranmer niets hebben van de reformatorische geluiden die uit het Europese vasteland komen overwaaien. Hij schrijft zelfs een boekje over de zeven sacramenten, waarin hij Luther pareert, die ten minste vier van de sacramenten van de kerk verwerpt. Hendrik krijgt van de paus als dank de eretitel ‘Verdediger van het geloof’. Uitgerekend deze twee personen, Cranmer en Hendrik VIII, zullen echter een grote rol spelen bij het losscheuren van de Engelse kerk van die van Rome. De inzet van het conflict is dan ook geen religieus verschil van inzicht, maar een scheiding, die zonder machtspolitieke belangen heel soepel opgelost had kunnen worden.

Thomas Cranmer, theoloog en reformator. Kopergravure uit de 17e eeuw

Wikimedia Commons

Hendrik VIII, portret door Hans Holbein

Wikimedia Commons

Een eigen kerk, maar met welke boodschap en met welke riten? 

Als de Anglicaanse Kerk in 1534 een feit is, moet de organisatie daarvan nog gestalte krijgen, moet de leer geformuleerd en moeten de diensten opnieuw doordacht. Voor Hendrik VIII hoeft er weinig te veranderen. Nu hij het in de kerk voor het zeggen heeft en zijn dynastieke belangen zijn veiliggesteld, is hij tevreden. Voor Cranmer ligt dat anders. Hij is door zijn reizen in Europa en zijn discussies met verschillende hervormers steeds verder afgedreven van de strikte katholieke leerstellingen en praktijken. Dat levert uiteraard onderlinge spanningen op, maar beide hoofdrolspelers zijn bereid te laveren. 

Een voorbeeld hiervan: in 1536 moet Hendrik rekening houden met de familieleden van zijn derde vrouw Jane Seymour, die naar het lutheranisme neigen. In de in dat jaar ingevoerde Tien Artikelen van de Anglicaanse Kerk wordt het lezen van de bijbel in de volkstaal toegestaan, wordt geloof in het vagevuur verworpen (en daardoor ook het voor de geestelijkheid lucratieve lezen van missen voor de overledenen), en is het niet langer voor priesters verboden om te trouwen.



Maar drie jaar later, als Jane Seymour overleden is, worden deze veranderingen weer teruggedraaid in de nieuwe Zes Artikelen voor de Anglicaanse Kerk. En Cranmer buigt weer mee. Niet omdat hij van mening verandert, maar wel omdat hij zijn koning volgt en koste wat kost zoveel mogelijk de eenheid in de Anglicaanse Kerk wil bewaren. 

Het wordt een heel stuk gemakkelijker als Hendrik VIII in 1547 sterft en opgevolgd wordt door zijn zoon Edward VI. Er is dan veel meer overeenstemming van inzichten over geloof en kerk tussen kerkleiding en politiek gezag. Dat geeft Cranmer de gelegenheid af te maken waar hij al zo lang mee bezig is: een totaaloverzicht van lezingen, gebeden en rituelen voor alle diensten in de Anglicaanse kerk gedurende het gehele kerkelijk jaar.

Het Book of Common Prayer 

In 1548 kan het Book of Common Prayer verschijnen, het handboek voor de liturgie van de anglicaanse diensten, waar Cranmer bij elkaar tien jaar aan heeft gewekt. Veel elementen van de katholieke eredienst zijn daarin behouden, maar er is een duidelijk lutherse insteek. De liturgieën van de eucharistie, de doop en ook van de vesperdiensten, de evensongs, worden hierin centraal vastgelegd. De lezingen uit het Oude en Nieuwe Testament door het jaar heen staan er in, de psalmen, de formulieren voor het wijden van bisschoppen, priesters en diakens en de 39 artikelen van het geloof zijn er in opgenomen.  In 1549 verplicht koning Edward VI alle kerken in Engeland om dit boek te gebruiken. En ook in de 21e eeuw wordt dit boek in de kerkdiensten van de Anglicaanse Kerk nog dagelijks gebruikt, uiteraard wel met enige wijzigingen. Zo zijn er later nog wat versoberingen aangebracht, bijvoorbeeld in het gebruik van priestergewaden: de kazuifels zijn afgeschaft.

Natuurlijk zijn er in de tijd van Cranmer en later ook gelovigen die een verdergaande protestantisering van de Engelse Kerk voorstaan. Zij noemen zich de puriteinen, die een uitzuivering van alle roomse elementen willen doorvoeren. Dat lukt hun niet en draagt bij aan het uitbreken van een burgeroorlog in de periode van 1639 tot 1651. De puriteinen verliezen hun strijd en trekken zich terug in schuilkerken. Die situatie is inmiddels al lang voorbij, maar de Anglicaanse Kerk met het door Cranmer ontworpen Book of Common Prayer is nog steeds een nationaal instituut, de staatskerk van Engeland.

Book of Common Prayer uit 1549

Wikimedia Commons