Kardinaal (Bernardus) Alfrink

De behoedzame kardinaal-aartsbisschop van een polariserende kerkprovincie

Kantelend tijdperk

Bernardus Alfrink krijgt de aartsbisschoppelijke verantwoordelijkheden op zijn schouders in de loop van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Het Rijke Roomse Leven, de tijd van grote saamhorigheid binnen het katholieke volksdeel van Nederland, lijkt dan op zijn hoogtepunt te zijn. De viering in 1953 ter gelegenheid van het eeuwfeest van het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853 markeert dat moment. Stadion Galgenwaard in Utrecht is vol van vlaggen, wimpels en wierookgeur en de bisschoppen vormen het middelpunt. Er wordt opgeroepen één te blijven onder de bisschoppelijke leiding en een gesloten front te blijven vormen naar buiten. Die oproep is niet zonder zin: de eerste barsten in de katholieke eenheid zijn al zichtbaar. De Katholieke Volkspartij weet al niet meer alle katholieken te verenigen. De werkgemeenschap van katholieken in de Partij van de Arbeid manifesteert zich inmiddels. Een jaar later zal het Bisschoppelijk Mandement De katholiek in het openbare leven van deze tijd richtlijnen bevatten die onder het kerkvolk vraagtekens oproepen. Waarom moet het lidmaatschap van de PvdA ernstig ontraden worden en het lidmaatschap van NVV en het luisteren naar de VARA verboden? Is het wel aan de kerk daarover uitspraken te doen? Gaan de kerkelijke ge- en verboden niet veel te ver? Waarom ook wekelijks naar de verplichte zondagsviering gaan? In Amsterdam en Rotterdam is in de jaren vijftig de deelname daaraan al tot onder de vijftig procent van de gelovigen gedaald. Het gesloten katholicisme met zijn ouderwetse bombastische rituelen komt steeds meer onder kritiek.

100 jaar Kromstaf aankomst Kardinaal Legaat Stadion H. Mis

De viering van 100 jaar Kromstaf, een eeuwfeest ter herdenking van het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie werd in het stadion Galgenwaard in Utrecht uitbundig gevierd.

Nationaal Archief

Polarisatie

De bejaarde paus Johannes XXIII begrijpt de tekenen van de tijd sneller dan Alfrink. Het bijeenroepen van het Tweede Vaticaanse Concilie heeft tot doel de kerk bij de mensen te brengen en niet de mensen bij de kerk, zoals het Bisschoppelijk Mandement eerder beoogde. De terughoudende en autoritair ingestelde bisschop Alfrink krijgt juist door zijn ervaringen binnen het conciliaire proces meer oog voor de eisen van de tijd. Hij inspireert de priesters in ons land de leken meer te betrekken bij allerlei kerkelijke activiteiten. Dat wordt snel opgepakt en dat lokt ook weer vele veranderingen uit. Er komen parochieraden en dekenale raden van leken en priesters; in de kerken worden de altaren naar de gelovigen gekeerd en als in een tweede beeldenstorm verdwijnen heiligenbeelden en muurschilderingen; in de liturgie wordt het Latijn verdrongen door het Nederlands. 

Een ontmoeting van kardinaal Alfrink met paus Paulus VI. De foto is gemaakt tijdens de eerste jaren van deze paus, die in 1963 de populaire Johannes XXIII (zie foto op achtergrond) opvolgde. In de latere jaren zal de onderlinge verstandhouding tussen de kardinaal en de paus aanzienlijk bekoelen.

Dit alles voltrekt zich in een hoger tempo dan het Pastoraal Concilie kan bijbenen. En als zich dan ook nog eens een meerderheid gaat uitspreken voor ontkoppeling van priesterschap en celibaat wordt de stemming grimmig. De enthousiaste vernieuwers raken teleurgesteld omdat de veranderingen slechts halfslachtig worden doorgevoerd en voor hen die het allemaal te snel gaat is ingrijpen van Rome nu geboden. En dat ingrijpen komt. De tekst van de in opdracht van het Nederlands episcopaat uitgegeven Nieuwe Katechismus (1966) wordt geamendeerd. En verder brengt de benoeming van een reeks conservatieve bisschoppen de katholieke kerk van Nederland in een nieuwe fase. Het vernieuwingsproces stokt; bisschoppen staan tegenover elkaar; lekenorganisaties als de progressieve Acht-Mei-beweging en het conservatieve Contact Rooms-Katholieken staan elkaar zo ongeveer naar het leven. Het gemiddeld aantal wekelijkse kerkgangers daalt van 65% in 1966 naar 19% in 1985. Het aantal priesterstudenten daalt van bijna 700 in 1960 naar ongeveer 130 in 1985. Dramatische getallen, die illustreren hoe de katholieke kerk in Nederland in een generatie een ander aanzien krijgt.

Kardinaal Alfrink tijdens de opening van het Landelijk pastoraal overleg in Noordwijkerhout op 30 augustus 1974.

Nationaal Archief / Wikimedia Commons

Standvastig en behoedzaam

Voor kardinaal Alfrink gaan de zeeën niet snel te hoog. In de eerste jaren van zijn bisschopsambt is hij nog vooral de professorale geestelijk leider, die met gedrevenheid en autoriteit leiding geeft aan zijn kerk. Door de ervaringen van de concilies in Rome en Noordwijkerhout toont hij zich steeds meer open voor aanpassingen in de kerk. Maar steeds opnieuw wordt hij verrast door het tempo waarin en de toon waarop velen in zijn kerk – en vooral ook heel veel jonge priesters – die vernieuwingen opeisen. Alfrink blijft standvastig en behoedzaam bemiddelen om tegengestelde belangen en visies te verzoenen, maar uiteindelijk wordt dat door weinigen in dank aanvaard. Hij raakt wel geïsoleerd, maar niet gefrustreerd. Hij blijft overtuigd van zijn inzet, maar ook hij merkt dat met de tijdgeest niet te spotten is.

Op 5 oktober 1979 opent Kardinaal Alfrink een school voor basisonderwijs in Haarlem naar hem genoemd.

Wikimedia Commons

Het bisschopswapen van Bernardus kardinaal Alfrink.

Hij koos als wapenspreuk Evangelizare divitias Christi (uit Efeziërs 3:8: Christus' rijkdommen verkondigen).

Tijdens een viering in de St. Catharinakathedraal in Utrecht werd in mei 1976 afscheid genomen van kardinaal Alfrink, die tevens zijn 25-jarig jubileum als bisschop vierde. Links staat zijn opvolger kardinaal Willebrands.

ANP - Ton Schutz