John Henry Newman

De anglicaanse pastor die kardinaal werd

Oxfordbeweging

In het midden van de negentiende eeuw groeit de Oxfordbeweging uit tot een van de belangrijkste geestelijke revivalbewegingen ooit. John Henry Newman behoort daarin tot één van de centrale figuren. In de al veel langer bestaande tegenstellingen binnen de anglicaanse kerk komt hij tot een nieuwe keuze. Steeds meer raakt hij ervan overtuigd dat de Church of England in een ononderbroken opvolging van de Kerk van de apostelen moet staan. Dat betekent voor hem: van een calvinistische naar een katholieke oriëntatie.

In de visie van de aanhangers van de Oxfordbeweging dient de Engelse kerk geen staatskerk meer te zijn en daarmee ook de banden met het Britse establishment te verbreken. Geen kerkorganisatie gedomineerd door een geestelijkheid afkomstig uit de kringen van adel, industriëlen en hogere burgerij, maar een kerk die in de lijn van de vroege christenkerk er is voor de gewone gelovige en die opkomt voor armen en onderdrukten. Tevens zou de anglicaanse kerk minder kerk van het Woord en meer kerk van rituelen moeten worden. Met een uitgezuiverde invulling van het pausschap zou – volgens verschillende aanhangers van de beweging - de Kerk van Engeland zelfs weer onder de paraplu van de Kerk van Rome gebracht kunnen worden. Voor Newman hoeft dat uiteindelijk niet lang afgewacht te worden: hij kiest nu al voor de katholieke kerk als de kerk die het best de apostolische traditie heeft voortgezet. Met hem zetten enkele honderden intellectuelen dezelfde stap.

John Henry Newman (middelste figuur) maakte aanvankelijk deel uit van de Oxfordbeweging, een van de belangrijkste geestelijke revivalbewegingen binnen de anglicaanse kerk.

Een blauw bord op de gevel van dit huis in de buurt van Londen geeft aan dat Newman hier zijn jonge jaren heeft doorgebracht.

Wikimedia Commons

Botsingen in katholiek Engeland

Niet alleen door de toetreding van een groep uit de Oxfordbeweging, maar vooral door immigratie van katholieke Ierse landarbeiders die als mijnwerkers en fabrieksarbeiders in Engeland gaan werken, groeit de katholieke kerk van Engeland in het midden van de negentiende eeuw fors. Nieuwe kerken moeten gebouwd en veel nieuwe priesters moeten aangesteld worden. Engeland kan daarom geen missiegebied blijven, maar dient een eigen katholieke kerkorganisatie te krijgen. In 1850 besluit paus Pius IX tot het herstel van de katholieke hiërarchie in Engeland: twaalf bisdommen worden gevormd, organisatorisch verenigd onder het aartsbisdom van Westminster in Londen. Een storm van protest steekt op tegen deze paapse agressie. Maar de demonstraties en straatrellen helpen niets. De nieuwe aartsbisschop Wiseman wordt vrijwel onmiddellijk verheven tot kardinaal. Het aantal kloosters groeit zelfs spectaculair.




De snelle bloei van de katholieke kerk in Engeland gaat gepaard met groeistuipen, waar Newman de wrange vruchten van plukt. Het opzetten van een katholieke universiteit in Dublin is vooral ook bedoeld om te voorzien in een groot aantal nieuwe priesters voor Engeland. Newman, gevraagd om het rectoraat in handen te nemen, heeft de illusie dat deze universiteit het ‘Oxford van de katholieken van Groot-Brittannië’ kan worden. Maar de conservatieve bisschoppen wensen een theologieopleiding in seminariesfeer en zijn wars van academische, wetenschappelijke vrijheid. Zij wensen geen universiteit waar lekenhoogleraren belangrijke posten bezetten. Geen wonder dat het gaat botsen en Newman ontslag neemt.


Ook rondom het vooruitstrevende katholieke tijdschrift The Rambler, het blad van de ontwikkelde bekeerlingen, gaat het mis. Newman wordt gevraagd de leiding van de redactie op zich te nemen om daarmee de aanvallen op de bekrompenheid van de leiding in de katholieke kerk van Engeland te matigen. Maar het leidt er toe dat Newman zelf ook zwart gemaakt wordt, tot en met een aanklacht bij de Congregatie voor de Geloofsleer in Rome toe, en uiteindelijk geen manoeuvreerruimte heeft. Teleurgesteld trekt hij zich terug en zet hij zich aan het schrijven van de eerder vermelde Apologia pro vita sua, het werk dat leidt tot zijn rehabilitatie. Het illustreert zijn intense zoektocht naar de wortels van zijn geloof en levert het overtuigende bewijs van zijn oprechtheid in zowel de overgang naar het katholicisme als zijn inzet voor de kerk daarna.

Geweten boven gezag

In de eeuw waarin wereldlijke en kerkelijke gezagsdragers hun autoriteit nogal uitdrukkelijk wensen te verdedigen tegen democratiseringsbewegingen is Newman de bescheiden man die geweten boven gezag stelt. Hij vindt dat jongeren een brede scholing moeten krijgen om tot afgewogen, eigen oordelen te komen en niet slechts op gezag van gezagsdragers iets voor waar moeten aannemen.

Newman is wars van klerikalisme en komt op voor de inbreng van goed ontwikkelde leken in de kerk. De geloofswaarheid is volgens hem een zaak van de gehele geloofsgemeenschap en niet alleen van kerkelijke gezagdragers. Hij vindt vervolgens ook dat bisschoppen collegiaal moeten samenwerken en is ongelukkig met het dogma van de pauselijke onfeilbaarheid, zoals geformuleerd in het Eerste Vaticaanse Concilie (1870). En ook hier staat voor hem als een huis: geweten boven gezag!

Hij, de tamelijk gesloten, geleerde priester, is een open, naar waarheid zoekende geest in een in kerkelijk opzicht behoorlijk conservatieve tijd. Dat maakte hem tijdens zijn leven tot een controversieel figuur, maar zorgt er nu nog voor dat zijn vele geschriften als inspirerend ervaren worden.

In de Britse plaats Littlemore bevindt zich een museum over het leven en werk van John Henry Newman.

Wikimedia Commons

Newman was een dankbaar onderwerp voor caricatuurtekenaars. Hier zien we (rechts) een afbeelding, gemaakt door Leslie Ward, voor het blad Vanity Fair (1877).


(Links) John Henry Newman op de foto met zijn goede vriend Ambrose St. John (overleden in 1875).

Wikimedia Commons