De brandweer van Hengelo had een open dag en onze schoonzoon wilde daar met onze kleinzoon naar toe. Hij stuurde een appje ‘of opa soms mee wilde,’ en ja, dat wilde opa wel, want wanneer kom je nu zo’n brandweerkazerne binnen?
Op veel jongetjes heeft de brandweer grote aantrekkingskracht... Wie van ons, mannenbroeders, droomde er als kind niet van in een brandweerauto rond te rijden? Wordt dat verlangen gevoed door het stoere brandweerwerk, of zit in velen van ons toch een pyromaan verborgen? De jongensdroom om brandweerman te worden wordt gedeeld door veel mannen, onafhankelijk hun opleiding of beroepskeuze.
Met de predikanten uit de Achterhoek, de ‘ring Winterswijk’ heette dat toen, maakten we jaarlijks een uitstapje. Zo gingen we een keer naar het brandweermuseum in Borculo, en toen we vervolgens in een antieke brandweerwagen door het stadje werden gereden was dat voor menig collega de vervulling van een diepe kinderdroom…
Je zou zeggen dat predikant zijn toch heel iets anders is dan brandweerman… Toch zijn er dunkt me overeenkomsten. Ook dominee moet de competentie hebben om brandjes te blussen, want in de gemeente wordt wel eens gestookt… ‘Hete hoofden, koude harten,’ helaas komt het ook in de kerk voor…
Belangrijker echter dan vuurtjes blussen is de vlam brandend te houden. Liefst een beetje ‘gecontroleerd,’ immers ook in het geloof moeten de dingen in goede orde gaan, dat wist Paulus al. Maar het geloofsvuur moet wel blijven branden, anders dooft de kerk uit… Dat vuur moeten we met elkaar flink blijven oprakelen!