Generatie Z, de twintigers van tegenwoordig, is religieuzer dan vorige lichtingen jongeren. Er lijkt sprake van een trendbreuk. Was iedere nieuwe generatie tot nu toe minder gelovig dan de voorgaande, bij twintigers van vandaag vind je openheid voor geloof en kerk. Wat dit concreet gaat betekenen is onduidelijk, opmerkelijk is het in ieder geval wel.
Bij deze twintigers is ook iets anders aan de hand: ze zijn conservatiever geworden. Behoudender van opvatting. Daar kun je van alles van vinden, mij verbaast het niet... De aandacht voor woke en gender is erg doorgeschoten, dan keert de wal op een gegeven moment gewoon het schip. Daar heb je noch Trump, noch fundamentalistische christenen, noch demagogische populisten voor nodig, zoiets gaat vanzelf.
Wat brengt jongeren terug bij het geloof? Verbondenheid en houvast, in een samenleving waarin alles op drift is, en het ‘ieder voor zich’ is. Eén van hen verwoordt het zo: “Ik denk dat de kerk de enige instantie is die structuur en houvast biedt in een wereld die steeds sneller verandert.”
Dat pleit voor een kerk die zorgvuldig haar eigenheid bewaart… Die inhoudelijk, liturgisch en maatschappelijk niet met iedere wind meewaait. Gemeenschappen dus met een duidelijke, eigen identiteit. Dat is niet altijd makkelijk... De kerk leeft immers niet in een reservaat, geloof is altijd in gesprek met de cultuur en de wereld om ons heen.
We moeten ons niet rijk rekenen… Maar de rol van een kerk waarin ‘de geesten worden onderscheiden’ en mensen zich welkom en gezien weten, lijkt me nog lang niet uitgespeeld…