Wat zien ik?
(De Bron, september 2016)
Heel goed, zo'n programma als "Zomer in Gelderland". Daar leer je nog eens wat van, zo word je iets gewaar wat je eigenlijk nog niet wist...
Nee, tegen beter weten in is voor mij die kei in het grasveldje in de bocht van de Guepinlaan niet zomaar een kei... Voor mij blijft het gewoon een appel! Als ik er naar kijk zodat ik de kei op zijn smalst zie, dan is het net een sierlijk gevormde, langwerpige appel, zoals een Golden Delicious of een Pink Lady. En als ik vanuit het zuid-oosten naar de “appel” kijk en onze mooie kerk er achter zie staan, dan denk ik: wat hebben we hier een kei van een kerk!
Dat zit zo: vanuit de pastorie kijken we bijna uit op het kunstwerk dat de splitsing Dokter Guepinlaan/Kerkstraat siert, en voor mijn besef verbeeldt dat niets anders dan een appel. Zo heb ik het altijd gezien, zo noem ik het ook altijd: de appel. Leek me logisch. Mij lijkt dat de schepper van zo’n kunstwerk in zijn werk ook iets tot uiting wil brengen van het karakter, van het eigene van het dorp. En aangezien dat dorp in de Betuwe ligt, waar fruitteelt heel typerend is, heb ik dat kunstwerk vlak bij de kerk altijd als appel geïnterpreteerd. Maar dat schijnt niet te kloppen… Want in zijn gesprek met Angelique Krüger vertelde onze oud-burgervader Klaas Tammes hoe het kunstwerk daar gekomen was. Het gemeentebestuur van Buren kwam ooit tot het besluit om elk van de dorpen van de gemeente met een kunstwerk te verfraaien, en voor Ommeren werd dat een kei, omdat Ommeren een kei van een dorp is. Het zij natuurlijk verre van mij om het beter te weten dan de autoriteiten of de mensen die bij de komst van het kunstwerk betrokken waren, en een “twistappel” wil ik er ook niet van maken. Toch ben ik zo eigenwijs geweest om het nog eens goed te bekijken... Ja, het kroontje en het steeltje ontbreken weliswaar, maar als je uit een bepaalde hoek kijkt heeft deze kei een vorm die verdacht veel op een appel lijkt… Bovendien is hij ook zo glad en gepolijst als de fraaiste A-keus appel... Maar zo gepolijst is Ommeren toch niet? Past bij ons dorp niet veel beter een grote, onregelmatig gevormde zwerfkei? Zo’n steen refereert bovendien ook nog een keer aan de hoge ouderdom van het dorp Ommeren.