ANDERMANS VEREN

Professor van den Belt, hoogleraar in Groningen, heeft een steen in de vijver gegooid. Op een conferentie voor predikanten en godsdienstleerkrachten vertelde hij dat niet ieder dominee op een eerlijke, ambachtelijke wijze aan zijn preek komt. Er schijnen collega's te zijn die het internet afstruinen naar preken, die daar inderdaad rijkelijk te vinden zijn, en vervolgens met zo'n preek, of met delen ervan, op de kansel verschijnen.

Foei! Een heel zware Hersteld Hervormde dominee reageerde met de woorden “dat een dief niet op de kansel hoort.” Nee, inderdaad broeder, tollenaars en zondaars wel, maar laten we ons van dieven vooral verre houden.

Ondertussen gebeuren deze dingen natuurlijk wel degelijk. Uit één van mijn vorige gemeenten hoorde ik het verhaal hoe een predikant een prachtige preek over bomen had gehouden. De gemeente was diep onder de indruk. Tot iemand wat ging grasduinen op het internet. De preek bleek er woordelijk op de staan. Tja, dan kukel je als dominee figuurlijk gezien natuurlijk wel met een noodvaart van de preekstoel af en is je voetstuk helemaal verdwenen...Een bevriende collega leed ook eens aan gebrek aan inspiratie. De Geest wilde niet waaien... Ook deze collega greep naar het internet en knutselde zo een preek in elkaar, bijna woordelijk overgenomen. De gemeente reageerde enthousiast: “tjonge dominee, dít was nog eens een mooie preek...” Dodelijk voor het zelfvertrouwen dus...

Internet maakt het mogelijk informatie op allerlei terreinen te verzamelen, en dan kunnen mensen gaan pronken met andermans veren. Uit gemakzucht, of omdat ze op één of andere manier te geblokkeerd zijn om zelf tot iets te komen. Het is trouwens van alle tijden dat dominees wel eens iets “lenen”. Jaren geleden, voor de opkomst van de computer hoorde ik het mopje al over een kandidaat die ergens gepreekt had. Na de dienst stormde een gemeentelid de consistorie binnen, met een prekenbundel in de hand. “Gestolen, je hebt heel die preek gestolen,” beet hij de kandidaat toe.

Maar die was niet voor één gat te vangen: “Gestolen? Hoezo gestolen? Geef hier dat boek!” Hij zocht de preek op en hield die triomfantelijk het gemeentelid voor. “Kijk dan, alle letters staan er nog, er ontbreekt niet één... Hoezo dan gestolen?”

Het klopt natuurlijk niet om met andermans werk aan de haal te gaan, helder! Plagiaat is niet alleen een wetenschappelijke zonde. Toch praten we elkaar in het geloof juist wel na. Bouwen we op onze voorgangers. Blijven we met hun teksten in gesprek. We vinden in de kerk het zwarte garen niet wekelijks uit. Maar staan in een traditie die we moeten koesteren. Dominees kunnen alleen maar preken als ze weten wat hun voorgangers hebben gezegd!