Korte lijntjes

Theologisch is de kerk het lichaam van Christus op aarde, maar vanuit een wat ander perspectief is het een grote vrijwilligersorganisatie. Kijk maar eens hoeveel vrijwilligers bij plaatselijke gemeenten en parochies betrokken zijn. Van ambtsdragers tot koffieschenkers, van clubleiding tot tuinlieden. Het aantal vrijwilligers in een gemeente loopt al snel in de tientallen.

Het vraagt aandacht om al die vrijwilligers betrokken te houden. Mensen willen graag gezien worden. Ze willen graag merken dat hun inzet wordt gewaardeerd. Ze stellen het op prijs dat er goed met hen wordt gecommuniceerd, dat je niet in het dorp hoort wat je liever van de kerkenraad had willen vernemen... Het vraagt soms tact om met elkaar om te gaan, maar het is enorm belangrijk dat mensen als vrijwilliger bij gemeente of parochie betrokken blijven, want zonder vrijwilligers ligt de zaak heel snel plat…

Daarom is het wenselijk dat lijntjes in een gemeente kort zijn. Dat je elkaar regelmatig even ziet, of kunt aanspreken bij de koffie. Dat hebben we misschien dubbel gemerkt tijdens deze corona-periode, waarin directe ontmoetingen noodgedwongen minder plaatsvonden. De communicatie loopt dan snel scheef: lange lijnen – korte lontjes...

Ook de landelijke kerk kan niet zonder vrijwilligers. De classis en de synode moeten bemenst worden met ambtsdragers. Een paar jaar terug bracht de PKN het aantal classes, dat zijn regionale kerkvergaderingen, terug van 74 naar 11, een enorme schaalvergroting…

Werkt dat? Of moeten ook hier de lijntjes liever kort zijn? Lange lijnen enthousiasmeren niet, daarom is de classis inmiddels voor velen ‘uit het oog, uit het hart…’