Karin van den Broeke

Onze synode-preses kijkt in een column in “Woord&Weg” vooruit naar de synodevergadering van september. Dan wordt beslist over de nieuwe classisindeling, de classispredikant en de visitatie nieuwe stijl. Vanuit de basis werd behoorlijk tegen deze plannen geageerd. Preses constateert dat sprake is van ongelijktijdigheid: “Kerk 2025” is volgens haar ontstaan vanwege signalen uit het land, maar het grondvlak is pas gaan praten over deze vragen toen de voorstellen er lagen…

Wat een paternalisme! Had de top al lang in de gaten dat de bakens verzet moesten worden, terwijl het grondvlak zich nog in onwetendheid koesterde? Schei toch uit! Als de top van de kerk vijfentwintig jaar eerder gepeild had wat speelde, was dat megalomane dienstencentrum in Utrecht nooit gekocht. Dan waren geen provinciale dienstencentra opgetuigd, die een paar jaar later weer wegbezuinigd werden. Dan had men het wat tactischer gespeeld, dan alle kaarten op JOP en missionair werk te zetten, die beide de uittocht uit de PKN niet kunnen stoppen. In het bedrijfsleven zou bij dergelijke resultaten het beleid zélf geëvalueerd worden, en niet alleen de organisatie aangepast...

Maar wat me in de column van dominee van den Broeke het meest mishaagt is haar beroep op de heilige Geest. Natuurlijk komt een ambtelijke vergadering onder gebed om de Geest bijeen, maar wanneer ik lees “dat het in dit traject niet gaat om de menselijke wil,” dan zakt mijn broek af. Want zo’n beroep op de Geest maakt critici bij voorbaat monddood…

De Geest schrijft geen kerkorde, dat doen mensen...