ZOUT & LICHT

(Samen no. 23, 11 feb, 2011)

Afgelopen zondag stond Mattheüs 5: 13 – 16 op het leesrooster, woorden van Jezus over het zout der aarde en het licht der wereld. Woorden, die je, dunkt me, ook zó mag uitleggen, dat het de opdracht van de kerk (of de kerkelijke gemeente) is, om aantoonbaar in de samenleving present te zijn.

Voordat we nu in allerlei activiteiten losbarsten, is het misschien goed om je wel te realiseren wat het doel van dit alles is, namelijk dat de mensen “uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken.” (vs. 16) Het spotlicht moet niet op de gemeente, maar in en door de gemeente mag iets oplichten van God.

Voor mijn gevoel betekent dat, dat de kerk erg kritisch moet zijn op de manier waarop ze zich in de samenleving presenteert. Het mag nooit om marketing gaan, om de kerk te “verkopen”, alsof de organisatie het belangrijkste doel is. De berichten over de Amsterdamse PKN, die een stand op een huwelijksbeurs had, heb ik eerlijk gezegd hoofdschuddend gelezen... Ik denk dat je inderdaad als kerk royaal huwelijken moet inzegenen, en mensen die daar om vragen, ook al hebben ze nauwelijks iets met de kerk, niet moet teleurstellen. Maar om nu bewust reclame hiervoor te maken, en jezelf tussen de bruidsjurken, kostuums, bruidstaarten, trouwkaarten en weddingplanners als óók een mogelijkheid aan te bieden – ik vind dat gek. Ik vraag me af of je dan nog beseft wat het wezen van “kerk” is...

De essentie van “kerk” wordt alleen geraakt in een gemeenschap die de oude woorden wikt en weegt. Daar ligt de accu, daar ligt de krachtbron. Daar wordt beseft dat in die woorden een geheimenis wordt verbeeld. Een geheimenis van grote kracht, omdat het uiteindelijk niet minder dan een nieuwe hemel en een nieuwe aarde schept. Niet door ons activisme komt het Godsrijk, maar door een weerloos Woord...

Dat maakt geloven ook zo moeilijk. Praatjes vullen geen gaatjes, in ons besef kan een verhaal gewoonweg “alles” vertellen, zonder dat er feitelijkheid achter zit... Toch moeten we het beeld van Kerst voor ogen houden: God komt als een volstrekt weerloos kind.

Zo'n pasgeborene kan alleen maar blijven leven als volwassenen haar of hem met zorg omringen. En zorg alleen is dunkt me niet genoeg, een kind moet ook worden omringd met liefde. 

Er is geen enkele manier waarop zo'n kindje zorg en liefde kan afdwingen...

Het kind doet door ons aan te kijken, het doet door te lachen of te huilen een appèl op de mensen om zich heen. Dat appèl kun je beantwoorden, maar ook negeren... Uiteindelijk is het pasgeboren kind kwetsbaar en volkomen afhankelijk.

Het geeft te denken, dat God juist zó komt... Dat is wat anders, dan dat potsierlijke “marketing-denken” van de PKN... Het bepaalt ons bij de kern van geloven. Dat is dan, volgens mij, het broze woord verzorgen en beminnen. Het woord dat niets kan afdwingen, maar alleen een appèl kan doen. De paradox is dat je zelf dat appèl dat op je gedaan wordt niet kunt afdwingen. Het moet je gegeven worden, pas dan kun jij op jouw beurt in alle vrijheid “ja” zeggen, en het aanvaarden. Dat is het geheim dat de kerk heeft verstaan als roeping en verkiezing. 

Ik vrees dat je dat niet vindt in een marketing-strategie of op een beurs, maar uitsluitend in de ruimte van het Woord. Inkeren in de stilte, en je op het niveau van je ziel laten aanspreken door het Woord, kon de kerk wel eens meer opleveren dan hijgerig en krampachtig aansluiten bij de tijdgeest...