Ik kwam wel bij een man wiens broer aan het eind van de oorlog door Duitsers was doodgeschoten. De broer had in het verzet gezeten, en was enkele dagen voor de bevrijding vermoord. Tientallen jaren later deed dat nog steeds veel pijn in de familie. Zo’n verlies is moeilijk te aanvaarden, en werkt misschien zelfs wel in latere generaties door. Maar het meest pijnlijk vond ik dat de man zei: ‘Als mijn broer zien kon hoe het nu geworden is, dan besefte hij dat hij voor niets is gestorven...’
Tachtig jaar geleden werd de bevrijding gevierd. Niet alleen met dolle feestvreugde, maar ook bezinnend: wat is ons overkomen, hoe kunnen we zorgen voor dit-nooit-meer? Is van die houding nog iets over? Of zijn we in de ban van een ‘vrijheidsprincipe’ dat ‘vrijheid’ definieert als alles-mag-en-alles-kan. Gooi er maar uit wat je vindt, trap iedereen die er anders over denkt flink op de ziel, of overgiet ze met bagger… Willem Barnard berijmde het prachtig in Psalm 78: ‘Mijn God, hoe snel vergeet men zijn bevrijding. / Blijdschap valt licht ten offer aan ontwijding…’
Tachtig jaar bevrijding, en een totaal incapabele vrouw, de titel ‘minister’ onwaardig, probeert te voorkomen dat vijf COA-medewerkers, die in hun vrije tijd vluchtelingen hielpen, een koninklijke onderscheiding krijgen… Tachtig jaar bevrijding, en op veel plekken van deze wereld, Nederland incluis, regeert de leugen, walsen politici over de waarheid heen, en verheffen hun dubieuze meningen tot feit…
Kwam het soms zover omdat we zijn losgeraakt van het bevrijdend evangelie?