Keuken

Een classispredikant in de PKN is van mening dat iedere kerk over een keuken moet beschikken. En dan niet zo’n miniem hokje waar net een kop koffie of thee kan worden gemaakt. Nee, een royale keuken, waar complete maaltijden voor groepen mensen bereid kunnen worden. Want er is veel armoede en narigheid, dus een grote groep mensen die wel een (gratis) maaltijd kan gebruiken. Het lijkt een echo van het woord van Jezus tot zijn discipelen: ‘geven jullie hun maar te eten…’ 

De kerk als welzijnsorganisatie, die oppakt wat de overheid laat liggen. Sympathiek, maar er is een valkuil... Want in een land waar voedselbanken noodzakelijk werden schiet het overheidsbeleid simpelweg te kort... Voedsel, kleding, een dak boven je hoofd, dat zijn basisrechten in een humane samenleving. Daar zou overheidsbeleid in moeten voorzien. Met de komst van de sociale voorzieningen is de rol van diaconieën drastisch veranderd...

Er kwam natuurlijk commentaar op het idee van de classispredikant... Iemand betoogde dat het vrijwilligersbestand van de kerken toch al vergrijsd is, het kost nu al moeite om vol te houden wat we doen, moeten die vrijwilligers dan nog méér ondernemen? Ook een principiële vraag werd gesteld: houden we zo armoede juist in stand? 

Misschien heeft de kerk eerder dan een keukenblok een keukentafel nodig… Om daaraan overheid en politiek te ontmoeten, en die bij hun verantwoordelijkheden te bepalen. 

Of heeft alle aandacht voor maatschappelijke actie iets te maken met verlegenheid met onze klassieke boodschap? Willen we zo aantonen dat de kerk nog steeds relevant is?