Een kuchje...

Ieder nadeel heb z’n voordeel,’ om een bekende filosoof(†) uit Betondorp te citeren. Met deze wijsheid zijn zelfs in corona-tijd nog lichtpuntjes te ontwaren... Zo’n opstekertje ontdekte ik in de kerkdienst.

Stel u eens voor hoe het er daar vóór corona aan toe ging... Ja, we konden gaan zitten waar we wilden, de kerk tot de laatste plaats met kerkgangers volstouwen, uit volle borst meezingen, het was allemaal heerlijk onbevangen. Maar wat was het gebruikelijke geluid na ieder ‘amen’? Juist, een brede golf gehoest en gekuch. ‘Amen’ was voor veel kerkgangers het signaal om eens goed uit te halen, en met flinke kracht alle slijm uit keel en longen weg te werken. Op ‘amen’ volgden vele decibellen geblaf...

Dat is nu anders! ‘Ja,’ zegt u, ‘maar er zitten ook veel minder mensen in de kerk...’ Zeker, maar er wordt niet evenredig mínder gekucht, nee, het is werkelijk stíl... Mensen dúrven gewoon niet meer te hoesten.

Als ik deze observatie deel met anderen, herkennen ze het meteen... Iedereen kan gelijk een situatie bedenken waarin hij of zij alles op alles moest zetten om een kuchje binnenboord te houden, of een loopneus te camoufleren. Want stel je voor: men zal denken dat je minstens corona hebt, en je desondanks buitenshuis begeeft, foei! Wie een kuch of nies niet kon onderdrukken voelt zich een melaatse, een paria, die door zijn medemens met argwaan wordt bekeken.

Natuurlijk: leve de hygiene! Maar ik zal blij zijn als we weer onbekommerd kunnen hoesten en proesten, omdat we van covid-19 zijn verlost.