Het samen redden...

Samen konden ze het nét redden, moeder van negentig en dochter van een stukje in de vijftig. Dini had het syndroom van Down. Ze werkte een poosje in een textielfabriek, maar na de teloorgang van de textiel in Twente was ze altijd bij moeder thuis gebleven. Samen redden ze het wel…

Moeder besefte dat de meeste jaren achter haar lagen. En alleen thuisblijven, nee, dat zou Dini niet lukken. Ze was enig kind, de familie was klein, eigenlijk alleen een nicht op leeftijd, die de zorg nooit volledig zou kunnen overnemen. Dus Dini werd ingeschreven voor een plekje in een gezinsvervangend huis.

Moeder vond dat eigenlijk een schande. Ze wilde voor haar buren niet weten dat Dini een avond per week naar het gezinsvervangend huis ging om te wennen. Dat moest een beetje stiekem, hoewel de hele buurt het natuurlijk wist... En ja, samen redden ze het net, dus was het zaak dat Dini thuis bleef…

Op een dag belde de begrafenisondernemer: moeder was overleden. Samen met haar nicht bespraken Dini en ik moeders uitvaart. ‘Nu ben je zeker wel verdrietig?’ vroeg ik. Dat beaamde Dini, met een sip gezicht... Maar snel klaarde dat op! Vol overtuiging, heel opgewekt, zei Dini: ‘Nu ben ik wel zélf de baas…’

Inmiddels is ook Dini al vele jaren bij God… De herinnering aan deze moeder en dochter bepaalt me bij het wezen van de kerk. Dat zijn mensen die het alleen niet redden, maar elkaar op hun geloofsweg hard nodig hebben… Alleen sámen redden we het, in de kerk...