Het valt me op dat een aantal gemeenten de fysieke collecte nog steeds niet in ere heeft hersteld. Tijdens de corona-pandemie moesten onze gaven digitaal worden ingezameld, of in elk geval met zo min mogelijke handcontact. Vandaag kun je je echter afvragen wat er tegen het gebruik van collectezakken is.
Als ik ergens ben waar niet fysiek op de vertrouwde plek in de dienst gecollecteerd wordt, heb ik het er altijd even over met de ambtsdragers. ‘Waarom collecteren jullie niet met zak, schaal of mandje? Gaven inzamelen is onderdeel van de liturgie, het is meer dan alleen geld binnen hengelen… Bovendien: leren kinderen zo nog wat geven is? Of kijken die op hun ouders smartphone mee?’
Argument om de inzameling van de gaven bij de uitgang te situeren, – daar staan dan mandjes om het geld te deponeren, is dat de dienst zo sneller gaat. De tijd dat de zakjes rondgaan kun je van de totale tijdsduur aftrekken. Maar moet een kerkdienst per definitie zo kort mogelijk duren? De tijd waarin de zak rond gaat en het orgel speelt is ook tijd van overdenken, mediteren en het ervaren van gemeenschap. Een kerkdienst is meer dan een preek, ieder element in de eredienst heeft een eigen functie, beseffen we dat nog?
Maar in gesprek met een kerkrentmeester van een gemeente waar de hele collecte gedigitaliseerd was kwam de aap uit de mouw: digitaal levert meer op... Koopman versus dominee… In de zak komt voornamelijk kleingeld. Maar vijftig eurocent via de app vinden gevers zelf ook een schijntje…