Broodje aap...

("Samen, 25 februari 2012)

Laatst hoorde ik het weer, dat ijzersterke argument vóór het samengaan van kerken of gemeenten. Iemand bracht naar voren dat het voor jongeren niet te begrijpen is dat plaatselijke kerken, die belijdenis en kerkorde delen, onverenigd naast elkaar bestaan. Gescheidenheid van kerken werpt met name een drempel op voor jongeren: zo'n intern gescheiden geloof kan simpelweg het ware niet zijn.

Lang heb ik in dit argument geloofd. Het ook wel eens naar voren gebracht in stukjes in het kerkblad of pastorale gesprekken. “Natuurlijk, de gescheidenheid van kerken is antireclame voor het geloof...”

Maar inmiddels ben ik daar niet meer zo van overtuigd. Waarschijnlijk heb ik niet goed nagedacht toen ik dit argument omarmde. Ik kwam onder bekoring van een broodje aap: zoiets dat bijna iedereen gelooft, maar niemand heeft het ooit gezien, en nooit is bewezen dat het waar is.

Jongeren zien alleen iets in de kerk als het daar eenheidsworst is? Kom nou!

Jongeren kunnen heel best leven met verschillen!

Met het verschil tussen Ajax, Feijenoord en PSV... Of tussen Heineken, Amstel en Grolsch, – wat drink jíj in jouw hok? Andere vraag: ben je Skater, ga je voor Gothic of toch liever Urban? Wat spreekt je aan: Taizé, Black Gospel of Opwekking? Wezenlijk kenmerk van de jeugdcultuur is dat je niet van één jongerencultuur kunt spreken. Er zijn allerlei groepen, die ook nog eens razendsnel veranderen. Jongeren kunnen uitstekend in verschillende rollen leven. Ze zijn gewend aan allerlei groepen naast elkaar, waarin ze de passende rol spelen.

Staan ze daarmee ver van de oudere generaties af? Nee toch? Ook de oudere speelt in verschillende verbanden verschillende rollen. Mensen shoppen op allerlei terreinen van het leven heel wat af.

Zou de tijd van grote “eenheidskerken” daarom niet voorbij zijn? Is hun rol niet uitgespeeld? Mensen zijn zo mobiel dat ze hun geestelijk voedsel ook gewoon daar halen, waar het hen het aantrekkelijkste lijkt. Dat kun je jammer vinden, maar ik ben bang dat we met dit gegeven moeten leren leven.

Een brede gemeente van de grootste gemene deler, waar krampachtig geprobeerd wordt het iedereen een beetje naar het zin te maken, en alleman binnenboord te houden, heeft weinig werfkracht. Toekomst is er voor de gemeente met een duidelijke identiteit. Die herkenbaar is, een eigen gezicht heeft, en eigen mores. Het zijn inmiddels niet alleen de roependen-in-de-woestijn, die dit durven beweren.

Voor de kerk geldt: meerdere filialen in dorp of stad, met ieder hun eigen product, is missionair gezien uitstekend! Dat bindt meer mensen aan kerk en geloof dan één gemeente van grauwe eenheidsworst. Wat moeten we dus doen? Grondig werk maken van onze identiteit. Want alleen een gemeente die weet wie ze is kan werven!