Sinds een aantal jaren maak ik zes dagen in de week de puzzel in de krant. Ooit begon ik er tijdens een vakantie mee, vond het zo leuk dat ik het bleef doen. Puzzelen schijnt bovendien je hersens soepel te houden, als oudere is het goed de hersens te laten kraken…
De krantenpuzzel grijpt dikwijls terug op nieuws of andere zaken die in de krant stonden. Ik betrap me er op dat ik namen wel lees, maar niet altijd opsla. Wie was die president ook weer? Wel gelezen, helaas naam niet meer paraat...
De dag voor we naar de stembus mochten stond de volgende omschrijving in de puzzel: ‘Accentuering van de tegenstellingen tussen (politieke) partijen, dat is helaas wat we steeds vaker op een negatieve manier in de samenleving zien...’ Elf letters, niet moeilijk: het moet natuurlijk het woord ‘polarisatie’ zijn.
Polarisatie in de politiek is in de jaren ‘60 van de vorige eeuw uitgevonden om de, toen nog, dominante macht van de christelijke partijen te doorbreken. Die polarisatie heeft weinig opgeleverd, integendeel: de samenleving veel kwaad gedaan, en bereikte het doel niet. De dominantie van de christelijke partijen werd weliswaar geleidelijk aan doorbroken, maar dat lag niet aan deze -geregisseerde- polarisatie…
Waar het accentueren van al dan niet valse tegenstellingen toe leidt zien we wereldwijd… Beter werd het er allemaal niet door… Kerken krijgen er soms een tik van mee, zo kan veel kapot gaan. Misschien moeten we liever een beetje terughoudend zijn in onze stellige morele oordelen. Tussen zwart en wit zitten veel grijstinten…