KERST

Een onderwijzer op de lagere school vertelde destijds dat we niet precies weten wanneer Jezus is geboren. Het waren de jaren ‘60 van de vorige eeuw, de christenen namen niet langer alles voor zoete koek aan. Toch klonk in de klas een tegenstem. Eén van de leerlingen, blijkbaar met een groot geloof gezegend, meende de meester wel te kunnen corrigeren: ‘Meester, we zingen immers “midden in de winternacht,” dus het móet wel in de winter zijn gebeurd.’

De kritische onderwijzer, die overigens wel gelijk had, heeft de jaren daarna heel wat medestanders gekregen: mensen die de dingen van het geloof niet klakkeloos aannemen. Maar als het dan weer Kerst wordt, willen ze toch graag naar de kerstnachtdienst. Rationeel namen ze misschien al lang afstand van hun geloof, de beleving van het moment weet mensen toch op een dieper niveau van hun existentie te raken.

Laten we daarom niet lelijk doen tegen de gelegenheidskerkganger, die jaarlijks naar de nachtdienst komt. Vroeger, toen ik nog een tikkeltje provocerend was, dacht ik wel eens: laten we de kerstnachtdienst beginnen met samenzang van Psalm 79 vers 1, maar dat zou flauw zijn...

Hoewel het hele Kerst-gedoe me soms ook ergert… Voor het idee van professor van de Beek koester ik wel enige sympathie. Hij stelde ooit voor om het Kerstfeest gewoon af te schaffen, omdat het geen parallel heeft met een Joodse feestdag. Aan de andere kant: wie het afschaft loopt waarschijnlijk de Heilige Geest voor de voeten. Die met Kerst toch de nodige harten raakt...