BIEFGEHAKT

(Samen no. 6, 9 oktober 2013)

Of het nog bestaat weet ik niet, maar zo'n veertig jaar geleden had je het “Vakblad voor Keurslagers.” Dat vakblad was geloof ik vooral bedoeld om de slager een hogere winst en een grotere omzet te laten genereren. Tips en trucs om meer te verdienen. Zo stond er een artikeltje in met als titel: “BIEFGEHAKT IS WINSTGEHAKT”.

De slager wordt daarin meegedeeld dat hij binnenkort een raambiljet krijgt over het product “biefgehakt.” Aan de nijvere middenstander wordt uitgelegd wat daarmee bedoeld wordt. Het is gewoon een andere

naam voor mager rundergehakt. Maar “biefgehakt” klinkt beter. Het klinkt duurder! Het wekt de suggestie dat het hier om een hoogwaardig artikel gaat, dat bijvoorbeeld gemaakt wordt van edele vleesdelen. Het schept meer vertrouwen bij de klant... De slager moet er wel iets voor doen: hetzelfde vlees waar hij normaal zijn rundergehakt van draait wordt nu voor het oog van de klant gedraaid, krijgt zo het stempel “kers vers gemalen.” Bestrooid met een beetje gedroogde peterselie en met zo hier en daar een schijfje citroen heeft het een exclusieve uitstraling. De slager kan er dan ook – het artikel komt uit begin jaren '70 – maar liefst een halve gulden per kilo méér voor rekenen! De conclusie is dan ook: “BIEFGEHAKT IS WINSTGEHAKT!”Tja, dat was veertig jaar geleden, maar zonder onze nijvere middenstanders argwanend te bejegenen vermoed ik dat het nu, bijna een halve eeuw later, met veel producten nog precies zo gaat. Taal kan een trucje zijn om zaken mooier voor te stellen dan ze zijn, en oude wijn in nieuwe zakken te presenteren...

Dat gebeurt trouwens niet alleen in winkels... Ook de kerk doet aan zulke praktijken mee. Wat te denken van een christelijke zangvereniging die in plaats van “Looft den HEER” nu maar “Samenklank” gaat heten? Minder oubollig... Of krijgen we moeite met onze christelijke identiteit?

Een ander belast woord op het kerkelijk erf: catechisatie. Dus geven we dat gewoon een andere naam, “jeugdgroepen” of “Quality-time.” Denken de bedenkers van zulke namen werkelijk dat de jeugd achterlijk is? Dat wanneer je een worst omhoog steekt en zegt dat het een biefstuk is zoiets grif wordt geloofd?

Laten we toch niet zo bang zijn voor woorden uit onze traditie. En laten vijftigers van nu hun frustratie en hun allergie voor de kerkelijke praktijk van hun jeugd niet projecteren op jongeren van nu.

Het gaat in de kerk niet om het pimpen en updaten van woorden. Belangrijker is dat woorden congruent zijn met daden, dáár word je op afgerekend! Bovendien: “jeugdgroepen???” In TROUW las ik dat criminologen daar onderzoek naar doen... 

Wil je je kind dáár dan tussen hebben?