SCHARE

Dit voorjaar waren we veel in Twente. Dat betekende dat we ons hart konden ophalen aan alle groen, ruimte en rust. Het was werkelijk een kwestie van "op-ademen". Dat het Saksische oosten mooi is wist ik wel, maar nu we in het westen wonen lijkt het me er nog mooier. Ik heb die ruimte en rust van tijd tot tijd nodig, en eigenlijk denk ik dat zoiets niet alleen voor mij geldt, maar dat mensen in het algemeen geschapen zijn om niet de hele dag op elkaars lip te zitten. Hebben we in het westen niet veel te veel mensen op de vierkante meter?

Nu is het misschien niet handig een poos in je vorige gemeente te gaan zitten. Je bekijkt de dingen onder een ander perspectief dan toen je er woonde en werkte. Het mooie versterkt zich, en wat je minder beviel wordt naar de rand van het bewustzijn verbannen. Terugkijken gebeurt zelden met een objectieve blik.

Er kwamen ook herinneringen boven aan zaken waar ik als dominee in Twente op onprettige manier tegenaan liep. Zo was de mate waarin gemeenteleden naar de zondagse dienst kwamen maar matig. In de tijd dat verschillende generaties nog samen in één huishouding bijeen woonden vond men het vaak voldoende als één persoon uit zo'n gezin naar de kerkdienst kwam. Die kon het vervolgens de anderen wel vertellen... Die mentaliteit bleef tot op de dag van vandaag. Kerkgangers zijn de Markeloërs niet. Toch zijn ze beslist niet ongelovig te noemen.

Als dominee ergerde mij die vaak matige opkomst. Dominees houden van goed gevulde kerken. Ze zeggen "omdat ze het belangrijk vinden dat mensen onder de beademing van het evangelie komen," natuurlijk, maar dominees zijn ook gewoon ijdel. Ze hebben graag zo veel mogelijk kerkgangers onder hun gehoor. Ze houden, in meermansgemeenten, hun collega's nauwlettend in de gaten, bang dat die meer kerkvolk trekken dan zij. Dominees zijn individualisten. Moet je dus niet in teams gaan onderbrengen. Als directe collega's het goed met elkaar kunnen vinden is dat bijna net zo'n wonder als de eerste Pinksterdag: "en zij waren allen eendrachtig bijeen..."

Maar focussen we niet teveel op de kerkdienst? Niet alleen die ijdele dominees, maar ook de betrokken gemeenteleden? Kunnen we nog zien dat ook buiten de kring van de geregelde kerkgangers veel geloof gevonden wordt, wat we niet moeten ontkennen of bagatelliseren? Is de geschiedenis van de kerk niet altijd een verhaal van "kerk en schare" geweest, van een betrokken, belijdende kern, met een heel ruime kring daar omheen? Moeten we ons als gemeente werkelijk bekreunen over hoe missionair we zijn, over kerkgroei en zo, of ons juist bewust worden van onze positie als "plaatsvervangend gelovigen"? Juist voor onze kinderen, onze verwanten en buren die er "niet zoveel meer aan doen" mogen wij, als "kern-gemeente" het evangelie beschikbaar houden, zodat mensen het op de kruispunten van hun leven als een levende kracht kunnen ontvangen, ook al lijken ze er niet veel mee te hebben, maar schijn bedriegt dikwijls...

En wat die Markeloërs betreft: ik snap wel waarom ze maar zo mondjesmaat naar de kerk komen. Ze hoeven de verhalen van de "grazige weiden en de waat'ren der rust" niet te horen. Ze wonen er middenin!