Jopie

In je werk cadeau’s aannemen is altijd tricky… Dat geldt niet onmiddellijk voor een bos bloemen of een flesje wijn, maar wanneer het om heel waardevolle zaken gaat, hoor je dat niet te doen. Een pastoor moest een paar jaar geleden voor de rechter verschijnen, omdat hij een grote erfenis van een parochiaan ontvangen had, en haar nabestaanden daar anders over dachten…

Ik moest aan Jopie denken. Ze was geen lid van mijn gemeente, kwam uit een zeer orthodox nest, maar voelde zich beter thuis bij de Protestantenbond. Weduwe geworden ging ze samenwonen met een weduwnaar die wel bij mijn gemeente hoorde. Na zijn overlijden bleef ons contact.

Jopie lustte graag een glaasje port. Dat kwam, vertelde ze, omdat ze ooit een tijd last van haar maag had. De huisarts, ongetwijfeld bijbelvast, had haar toen, indachtig I Timotheüs 5: 23, aangeraden iedere dag een glaasje port te drinken. In de loop der jaren was het evenwel niet bij éen glas gebleven, nu zat ze vaak ‘s morgens al aan de port…

‘Ook een glaasje dominee?’

Nu drink ik op huisbezoek meestal geen alcohol. Voor je het weet loop je met een kegel door het dorp, en kletsen je gemeenteleden dat hun dominee wel erg graag een glaasje drinkt...

‘Maar u lust het toch wel?’

Dat moest ik beamen…

Bij het afscheid liep Jopie naar de koelkast. Ze haalde een fles port tevoorschijn, wikkelde die in een exemplaar van het kerkblad, en gaf ‘m mee, ‘voor thuis.’

Dat geschenk heb ik toch maar aanvaard…