OPGEWEKT!

(Samen 28 maart 2013)

Op een ontmoetingsavond in één van de wijken moest ik als inleider optreden. Het onderwerp was me van te voren opgegeven: het moest gaan over het nut van ontwikkelingshulp en of dat een missionaire opdracht is. Vooruit dan maar, daar valt vast iets zinnigs over te zeggen en met zo'n onderwerp raak je best met elkaar aan de praat – dacht ik.

Maar het aantal aanmeldingen viel tegen, het onderwerp had overduidelijk niet de interesse van veel wijkbewoners. Nu zit het natuurlijk veel meer in de kwaliteit dan in de kwantiteit, maar toen een paar mensen op het laatst noodgedwongen afhaakten werd het groepje zó klein, dat de avond werd afgeblazen. Jammer – aan de andere kant: een onvoorziene vrije avond is ook niet te versmaden.

Helpt het, ontwikkelingshulp? En is het inderdaad een missionaire opdracht of een christenplicht om aan ontwikkelingssamenwerking te doen? Daar wordt verschillend over gedacht. Het is niet alleen aan de borreltafel waar kritisch gereageerd wordt op de geldstromen naar de derde wereld. Ook onder integere en gerespecteerde wetenschappers vind je mensen die er forse vraagtekens bij zetten...

Een dikke week na het mislukte avontuur van de ontmoetingsavond was ik bij een vergadering van Streekverband De Tien, het samenwerkingsverband van onze diaconieën, dat projecten in derdewereldlanden en Oost-Europa steunt, en waar we met name in avondmaaldiensten dikwijls voor collecteren. Relatief kleinschalige projecten, waarbij mensen van hier van tijd tot tijd naar daar gaan, om ooggetuige te zijn van wat gebeurt. En toen ik een ooggetuigenverslag hoorde over hoe één mens van een totaal uitzichtloos en kansloos leven weer naar een waarachtig leven terug kan keren, dankzij zo'n hulpproject, was het voor mij geen vraag meer, of onze hulp zin heeft.

Wij kunnen alle ellende van de wereld niet op onze rug nemen, en oplossen kunnen we het nog minder. Maar waar die ene mens weer perspectief krijgt, is veel gedaan! Een Joods spreekwoord zegt: “wie één mens redt, redt heel de schepping.” Bovendien: hangt dit alles niet samen met Pasen, het grootste geloofsfeest, dat we komend weekend zullen vieren?

Eén mens die opstaat uit de dood. Eén mens in wie duidelijk wordt dat de dood niet het laatste woord heeft. De enkeling die voorbode is van Gods oogst. Daarom kunnen we vrolijk en vol overtuiging het Paaslied zingen:

Nu is op aard geen goede daad

meer tevergeefs gedaan,

want wat gij goed doet is als zaad,

dat heerlijk op zal gaan.”

Opgewekt verder dus!