lijn5

Lijn 5 levens lang

De

groeten

van

Ton

Amsterdam is vol verrassingen. Loop je van het Centraal Station via het Damrak de stad in dan

kom je binnen enkele minuten mensen uit alle delen van de hele wereld tegen.

Ook met de kleine, intiemere wereld kun je worden geconfronteerd. De drukte op de boulevard naar de Dam leent zich daar minder voor.

Op weg naar het lunchconcert naar het Concertgebouw stap ik bij het station Zuid in lijn 5. Geen klacht over het Amsterdamse openbaar vervoer, maar ik had op de open en winderige tramhalte wel enkele minuten staan kleumen.

De tram uit Amstelveen zit vol. Mogelijk is hij, hoewel ook op leeftijd, sneller ter been. Hij heeft al een plaats bemachtigd. Naast hem is nog een plek vrij. Ik plof daar neer en zit bijna met mijn rug naar hem toe. Toch maakte hij bij een schichtige blik een vriendelijke indruk. In de ook late morgenuren is mijn behoefte aan contact echter nog gering.

Niettemin, de man begroet me vriendelijk; ik vind dat niet nodig vind als je in de tram naast iemand gaat zitten. Geen geleuter graag. Ik geef als antwoord enige blijk van vriendelijkheid, maar blijf in mijn weinig toeschietelijke houding zitten. Mijn hersenen blijven traag werkten. De muziek straks brengt daar wel verbetering in, stel ik mezelf eruist.

“De groeten van Ton”, hoor ik het naast me zeggen.

Ton? Ton? Ik draai een kwartslag om en neem de moeite hem aan te kijken. Zijn werkelijk vriendelijk gezicht met een mooie en gemeende glimlach roept vage herinneringen op.

Mijn hersencellen worden geactiveerd.

Ton. Eindelijk kan ik roepen en het is roepen.

“Ton, Ton van O.”

Ik schrik, verbeeld me, dat alle passagiers meeluisteren en kennis nemen van Ton van O.

“Wie ben ik dan?”, is de bescheiden, maar zeker uitdagende reactie naast me.

Hij heeft me al aangesproken met ‘Bert’.

Het is de hoogste tijd, dat zijn identiteit tot mij doordringt.

We zijn de Beethovenstraat al gepasseerd.

Het lukt. Ik ben weer bij de tijd. Ik weet het.

“Tij”, roep ik uit. Het is weer roepen: “U, of liever jij, bent Tij en niemand anders. Tij!”

Ik heb zijn naam nooit geschreven zien staan en spel zonder dat hij het hoort:

“T . ij.”

Daarentegen had Ton me in onze ontmoetingen door de jaren heen veel over Tij, zijn vrouw en kinderen verteld. Hij moet ook van mij goed op de hoogte zijn.

“Hoe gaat het met je broer?”, luidt zijn vraag. Tij kent gedetailleerd de zeer zorgelijke medische toestand, waarin mijn broer is geraakt.

Daar zitten we, totaal geen onbekenden in lijn 5 tegen elkaar aangedrukt.

Er is een wereld te bespreken. Nog nooit is de rit naar het Concertgebouw zo kort geweest

“Doe de groeten aan Ton”’ roept Tij me bij het uitstappen na.

Dezelfde avond heb ik Ton de groeten van Tij gemaild met het verzoek hem mijn groeten weer te doen. Zo blijf je bezig.

Hij meldt bij kerende email:

“Je krijgt de groeten van Thei. Atty en ik kennen Thei, Marian en hun drie kinderen sinds 1983. Toen kwamen ze op de Dam wonen. We hebben alles met ze meebeleefd !!”

Thei dus en geen Tij.

De woongemeenschap in het voormalige klooster in N, die geen stand hield. Daar viel alles te beleven. Speelden zich levensgeschiedenissen af.

De band met Ton en Atyy bleef hecht.

Het was medicus Thei, die constateerde dat het niet goed ging met Atty.

Zij verkeert nu in een verre staat van dementie en verblijft in een verpleeginrichting. Ton is twee keer per dag bij haar. Soms kan hij niet. Dan valt Thei voor hem in.

De rit met lijn 5 was kort en levens lang.

Bert de Jong.

De bedenker en drijvende kracht

Na het lezen van het bovenstaande meldt Ton van O.:

Thei is vanmorgen vertrokken naar Erithrea. Hij heeft daar een “eigen” ontwikkelings – samenwerkingsprojekt : Mekane Hiwot. Dat is de naam van een ziekenhuis waar hij voor Artsen zonder Grenzen heeft gewerkt en waar hij stuitte op jongens met een aangeboren hartafwijking, een soort dat hij kende uit de VU. In Nederland worden die jongens tijdig geopereerd waarna ze 80 kunnen worden. Ongeopereerd gaan ze omstreeks hun 18e dood.

Hij heeft met een Duitse organisatie en een Amerikaans opleidingsinstituut een aantal van die jongens in Nederland laten opereren. Maar dan ? Dan moet er een bloedlaboratorium zijn in Asmara, de verpleging worden geinstrueerd, lesporgamma’s voor de artsen ingericht, zijn er computers nodig (2e handsjes van de VU) en nog meer. De Stichting Mekane Hiwot regelt en financieert.

Thei is de bedenker en drijvende kracht. Vandaag is hij vertrokken met Ruud (chef van een werkplaats op de VU, die apparatuur revideert in de hoofdstad Asmara).

Ze komen hondsmoe over veertien dagen weer terug naar we hopen.

Mooi voorbeeld van echte samenwerking : inmiddels kunnen de jongens in Asmara zelf geopereerd worden.

Terug naar:

weerwater