Oud

Add Headings and they will appear in your table of contents.

Add Headings and they will appear in your table of contents.

De dramatiek

v a n d e o u d e r d o m

Mijn oudere broer Wim verzinkt verder in de chaos van het niet meer weten en vergeten. Op mijn verjaardagsfeest hebben we hem uit het verpleeghuis er weer bij gehaald. Hij heeft de sfeer van de familie weer ervaren. Maar ik weet niet hoe.

Is het hem nog gelukt ons iets van hemzelf mee te delen?

Er is met de beste bedoelingen tegen hem aangepraat en uitgelegd waar hij was en wat werd gevierd.

Het blijkt botsen op de rotsen te zijn.

Het glas wordt geheven. Mij wordt alles wat goed is toegewenst en -gedronken.

Tevoren vraag ik Wim wat hij wil drinken.

Hij leeft van de koffie, zoals hij steeds heeft gedaan, en weet niets anders te bedenken.

Woorden werken niet meer. Maar hij merkt dat er iets staat te gebeuren. Gebarentaal. Ik zwaai met mijn wijnglas voor zijn gezicht en zet het voor hem neer. Er gaat een bodempje in.

Dan ontmoet ik zijn ogen en zegt hij “Bert”, spreekt mijn naam uit. Ook hij heft zijn glas.

Het is het moment van de dag, waarop ik 85 jaar ben geworden.

Als we hem een week later uit het Zorgcentrum Groenelaan halen, (adres: De Helpende Hand 9) zit hij op het afgesproken uur startklaar. De helpende handen zijn perfect. Wim is echter nog al verward. Voor we het wooncomplex verlaten, blijft hij rondlopen. Het omschakelen gaat niet. Hij heeft nog iets te zeggen tegen een mannelijke medebewoner, die als Wim in zijn gezichtsveld komt verdragende donkere oergeluiden uit zijn keel laat komen.

Als ik langs de man loop, zegt hij: “De lul”.

In deze omgeving maak je daar geen punt van.

We hebben een tocht per bus naar Haarlem in gedachten. Door zijn aarzelend gedoe wordt het te laat en komt het Amsterdamse Bos meer in aanmerking. Het draait uit op een wandeling door de polder en langs de Amstel naar de Zwarte Kat.

Onderweg doceert Wim weer en geeft aan alles wat hem opvalt een uitleg. De zinnen die we horen kloppen, zijn compleet en grammaticaal juist. Het betoog verzinkt steeds in gemompel met als slot woorden “Maar ja”. Even later is het volgende onbegrijpelijke onderwerp aan de orde.

Mijn broer Hennie en ik begeleiden hem en luisteren. Het is dramatisch dat wij het verband van de verhalen van onze oudste broer niet kunnen zien en horen. Dat verband zal er ongetwijfeld zijn. Een goed verstaander heeft aan een half woord. Maar wij zijn geen goede verstaanders. We zijn doof. Hennie begrijpt, dat het ging over een moeder van de vogels in de sloot, de moeder van de drijfsijsjes. Verder ging het over de bomen, de stammen, de takken, de bast: al vaak van hem gehoord. Steeds lukt het niet de betekenis te duiden.

In de Zwarte Kat gaat het over hemzelf.

Binnen hem leeft veel. Hij kan het niet kwijt. Erger nog, hij kan ons niet meer vinden.

Hij tast naar contact. Te vergeefs. Toch komt er weer iets uit zijn mond, dat we meer dan begrijpen.

"Ik ben bijna alle woorden verloren", zegt hij.

Zijn ogen zijn fel.

“ Wat ik wil, gebeurt niet. Ik kan niets meer willen.”

Wim maakt een schrijfbeweging met zijn rechter arm.

“Mijn hand doet ook niet meer wat ik wil.”, zegt hij.

We brengen hem thuis. Hij is weer in goede handen. Wim gebaart, staande voor de verzorgster. Ze begrijpt hem. Zijn vraag is of de kleren, die hij aan heeft ook goed zijn voor het eten straks. Het is geen probleem. “Elke morgen nemen we door, wat hij aan gaat trekken.”, vertelt ze.

Hennie vraagt of Wim ongenoegen heeft met de tweede man op de afdeling. Ze stelt ons gerust. Hoewel, "...er zijn wel eens klappen gevallen."

Tijdens onze nabetrachting in Dauphine bij het Amstelstation verzucht Hennie:

"Wat kan ouderdom dramatisch zijn".

Mieke, die ons in het restaurant heeft gevonden, heeft het, gehoord ons verslag, over 'ontluistering'.

Ik maak er 'een totale ontluistering " van, denkend aan wat hij is geweest en heeft betekend voor de ander in zijn leven.

Dat is Hennie te definitief. De wijze waarop hij bij de deur in de Helpende Hand afscheid nam "was juist luisterrijk", herinnert hij me.

Dat was het. Een afscheid.

Met het probleem wederzijds elkaar los te moeten laten, meespelend in zijn en ons drama.

De deur sloot. Ik zag zijn vervaagde gestalte nog door het matglas van de deur.

Bert de Jong

Terug naar Weerwater